Passief imago
Het lijkt soms wel mijn vorige leven: ruim 12 jaar geleden promoveerde ik op onderzoek naar het effect in teksten van het passief, de lijdende vorm. Ik ben er niet veel meer mee bezig. Af en toe zeg ik nog wel eens wat ter verdediging ervan, want in talloze adviesboeken en trainingen wordt schrijvers afgeraden de lijdende vorm te gebruiken (sic).
Functies
In mijn onderzoek heb ik laten zien dat de constructie juist heel goed te gebruiken is als het in een tekst niet mogelijk of niet gewenst is dat de lezer zich identificeert met de verantwoordelijke handelende persoon. Dat betekent dat de lijdende vorm bijvoorbeeld geschikt is als:
- De handeling automatisch verricht wordt: ‘als u op F7 drukt, wordt het document afgedrukt’
- De actie door een niet-levend iets veroorzaakt wordt: ‘hij werd door de bliksem getroffen’.
- De actie door een onbekende veroorzaker in gang gezet wordt: ‘hé, er wordt gebeld’.
- Iedereen zich een beetje aangesproken moet voelen, maar niemand in het bijzonder, de ‘wie-de-schoen-past-trekke-hem-aan-passieven: ‘racisme moet met kracht bestreden worden’
- De handeling bedreigend is voor de lezer: ‘het geld kan niet worden teruggestort’.
Scriptie
Het is leuk om te merken dat mijn onderzoek na al die jaren een medestander gekregen heeft. Want aan mijn eigen alma mater, de VU, is een paar maanden terug Remco Verhezen afgestudeerd op de functie van de lijdende vorm. Het onderwerp sluit aan bij het laatste voorbeeld van net hierboven: het passief gebruiken voor negatieve handelingen. Het theoretische kader van zijn scriptie wordt voor het deel over het passief gevormd door mijn proefschrift, vandaar dat Remco contact met me heeft gezocht en me een exemplaar van zijn scriptie heeft toegestuurd. De scriptie heet Dat wordt nog onderzocht. De invloed van passieve formuleringen in het Nederlands op het imago van de afzender.
Remco onderzocht in hoeverre het imago van een bedrijf beïnvloed kan worden door strategische gebruik te maken van lijdende vormen in slecht-nieuwsbrieven. Hij manipuleerde daartoe fictieve maar in mijn ogen zeer realistische brieven van energiebedrijven en zorgverzekeraars over vervelende zaken als afwijzing van een verzoek of klacht en administratieve fouten in het nadeel van de klant. In de ene variant gebruikte het bedrijf actieve zinnen, in de andere passieve. ‘We verhogen de prijzen voor energie vanwege de hogere inkoopprijzen’ werd ‘De prijzen voor energie worden verhoogd vanwege de hogere inkoopprijzen’ en ‘De vordering dragen we vervolgens over aan de gerechtsdeurwaarder’ werd ‘De vordering wordt vervolgens overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder’.
Inderdaad invloed op imago
Remco’s hypothese was dat de passieve varianten gunstig zouden uitpakken voor het imago. Immers: het bedrijf komt niet als handelende persoon en daarmee verantwoordelijke voor de ellende naar voren in de tekst. Deze hypothese werd bevestigd, zij het krapjes. Maar dit soort onderzoek naar stilistische verschillen leidt nooit tot grote effecten; een klein maar significant effect is al heel wat en meer dan ik zou hebben durven voorspellen.
En wat scheelt dat?
Gister zaten we in een training over een memo gebogen en de formuleringen onder de loep te nemen en toen vroeg een deelnemer: maar maakt dat nou echt uit, de details van zo’n formulering? Het ging ook om een passief: een memo begon met ‘Door de directie is besloten dat…’ en dan voel je als lezer afstand, net alsof de schrijver wil zeggen ‘maar daar ben ik het niet mee eens’. Dat blijft dan impliciet en daardoor wat slapjes. Ik zei: ik durf erom te wedden dat dit enig effect heeft op het imago van de schrijver.
Andere naam
Het passief heeft zijn naam niet mee, met ook nog eens lijden erin. Het imago van de constructie zelf is uiterst negatief. Een overdaad aan passieven is inderdaad een kenmerk van bepaalde slecht geschreven teksten, maar het passief is daarin symptoom, geen oorzaak of schuldige. Het is een symptoom van bijvoorbeeld geen ik durven te zeggen (‘hieronder wordt ingegaan op…’) of het vermijden van het neerleggen van de verantwoordelijkheid waar zij thuishoort (‘er moet iets worden gedaan’).
Goed gebruikt is het passief juist één van de vele subtiele instrumenten die de taal ons biedt: het passief kan een tekst effectiever maken. De constructie zou daarom eigenlijk iets als ‘identificatievermijder’ moeten heten. Maar dat krijgen Remco en ik er vast niet in…
(Meer weten? Ik praat nog steeds graag over het passief. Aarzel dus niet om contact op te nemen.)
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Leuk nummer van Tekstblad
Beste Louise,
Op dit moment ben ik een paper aan het schrijven over de passief en als ik het zo lees zou ik de scriptie van Remco Verhezen goed kunnen gebruiken. Ik kan ‘m alleen helaas nergens vinden.. Zou u mij die toe willen sturen?
Ik hoor het graag en alvast bedankt!