Over-explicietheid
In de adviesrapporten die ik redigeer, valt me soms een verschijnsel op waarvan ik dan denk: het lijkt wel alsof de schrijver wat al te expliciet wil zijn. Omwille van de vertrouwelijkheid kan ik geen voorbeeld citeren, maar je kunt het vergelijken met zoiets:
Jan had er wel zin in die dag. Jan was al voor de wekker wakker. Jan zag dat de zon scheen. Jan sprong onder de douche en Jan trok zijn kleren aan. Daarna maakte Jan een lekker ontbijtje klaar. (enzovoort)
Dat is raar. Jan is de hoofdpersoon van het verhaal en je kunt probleemloos al die zinnen lang verwijzen met hij of wat samentrekken:
Jan had er wel zin in die dag. Hij was al voor de wekker wakker en zag dat de zon scheen. Hij sprong onder de douche en trok zijn kleren aan. Daarna maakte hij een lekker ontbijtje klaar.
Nou gaat het in die rapporten niet om ene Jan, maar bijvoorbeeld om een organisatie of afdeling. Ik kan me voorstellen dat het voor schrijvers vaak wat onwennig is om daarnaar terug te verwijzen met hij of zij of met het. Soms klinkt dat bijna te persoonlijk, soms misschien juist eerder bijna vaag – welke het?
Toch is het, als je het goed doet, juist níet vaag. Want door steeds opnieuw de hoofdpersoon opnieuw te noemen, lijkt het soms alsof het om iemand anders gaat. Zo werkt ons taalgevoel: naar een bekende verwijs je, dus iemand expliciet noemen gaat over iets nieuws. Dat kan dus juist verwarrend zijn.
Expliciet zijn is goed, en inderdaad kan een schrijver van mij als feedback krijgen ‘vage verwijzing’. Maar over-explicietheid is ook niet goed. Het gaat om het treffen van de goeie balans.
Reacties
Over-explicietheid — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>