Op je donder
In de interviews met zakelijke lezers wordt nogal gemopperd op slecht e-mail-gedrag. Voorbeelden daarvan zijn lange kettingen waarin de hele correspondentie staat, met ergens onderaan een antwoord dat onbegrijpelijk is als je niet minstens een deel (maar welk deel?) van die hele geschiedenis kent, en ‘cover-your-ass’-mailtjes: je baas overal in cc’en om duidelijk te maken hoe hard je werkt, en om altijd te kunnen zeggen ‘maar je wist er toch van?’
Over die cover-your-ass-mailtjes zegt één van de geïnterviewden (door Lucil): ‘Wie me dat flikt, krijgt geheid op zijn donder tijdens het functioneringsgesprek. ‘Goedzo!’ dacht ik toen ik dat las. Dat is namelijk precies waar je slecht e-mail-gedrag aan moet pakken.
Met andere woorden: slechte e-mails schrijven is maar voor een heel klein gedeelte iets wat met schrijfvaardigheid te maken heeft. Je kunt bijvoorbeeld leren om bijvoorbeeld meteen in de eerste alinea de boodschap en je appèl aan de lezers duidelijk te maken. Dat helpt. Maar voor het grootste deel is het helemaal geen zaak voor ons, tekstadviseurs en taalbeheersers. Wel voor de baas.
Naast op donders geven zijn er andere strategieën – ik weet van een baas die geen enkel mailtje leest dat aan hem is ge-cc’d, en alles deletet. Daar houdt het ook gauw door op. En in plaats van door zo’n hele historische ketting heen te ploeteren, kun je ook terugmailen (of beter nog: bellen) met de vraag: wat is de boodschap en wat wil je van me? Dat is lezers-assertiviteit, en die is broodnodig!
Enne – als baas ook het goede voorbeeld geven, hè?!
Reacties
Op je donder — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>