Nog een zure ervaring met overheidscommunicatie
Eind februari schreef ik hier twee keer over slechte overheidscommunicatie, wat samen neerkwam op een rare spagaat: wat manlief en ik ontvingen, was te veel en complex, óf kinderachtig en onvolledig. Ik las daarom met belangstelling het artikel over het ‘monitoren’ van overheidscommunicatie van Mischa Corsius, Els van der Pool en Wouter Sluis-Thiescheffer in Tijdschrift voor Taalbeheersing (nummer 1 van 2023, pas onlangs in de brievenbus gekomen, en helaas met onleesbaar kleine afbeeldingen).
Het artikel gaat vooral over dat monitoren: het meten van tekstkwaliteit. Drie onderzochte methoden daarvoor zijn complementair: automatische begrijpelijkheidsanalyse, ‘check-gesprekken’ met de schrijvende ambtenaren en lezersonderzoek. Het eindigt echter met enkele algemene aanbevelingen voor de praktijk van schrijven bij de overheid (p. 59):
- Maak teksten helder en kort
- Gebruik een vriendelijke toon
- Geef lezers meer mogelijkheden om een (web-)tekst te vinden
- Personaliseer informatie waar mogelijk
- Test met lezers of de communicatie afdoende is.
Met die recente twee ervaringen onderschrijf ik dit van harte. Ik bedoel: ik herken ze alle vijf. Er is daar nog een wereld te winnen.
Er kwam gister nog een ervaring bij, zij het door mijn verhuizing op afstand: de vergunning waar ik het in februari over had, werd onlangs verleend. In de ‘zienswijzennota’ zijn alle 25 ingediende zienswijzen ongegrond verklaard, op één na: een positieve. Daarvoor is een elf pagina’s lange (punt 1), vaak slecht beargumenteerde tekst nodig, met de bittere hoofdboodschap aan het eind. De toon ervaar ik als niet-empathisch en op cruciale punten ronduit lomp (punt 2). Dat zit ‘m in formuleringen als ‘men beweert dat’ en ‘men eist’, maar ook gaat het over een aantal door ons ingebrachte zaken niet, wat als genegeerd worden voelt. De tekst is sowieso algemeen en onpersoonlijk (punt 4) en er volgt niets meer op, nouja, formeel gezien bezwaar maken, maar de communicatie stopt hier (punt 5). Ik heb ‘m bovendien zelf ergens uit overheid.nl moeten opdiepen (punt 3).
In de specifieke aanbevelingen van het artikel van Corsius e.a. staat ook nog dat het goed is om een contactpersoon te vermelden (p. 60). Dat is wel heel treffend: de naam onder die zienswijzennota (geen brief – het ‘Met vriendelijke groet’ vind ik ook al gek) is zwartgelakt:
Ik ben blij met onze verhuizing, maar ik hield er toch een zuur gevoel aan over. En de volgende deuk in mijn vertrouwen in de overheid.
Reacties
Nog een zure ervaring met overheidscommunicatie — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>