Nieuwe tekstsoorten
De afgelopen weken heb ik in rap tempo geoefend met twee tekstsoorten die in meer of mindere mate nieuwe voor me waren.
De eerste daarvan is het persbericht. Geen echt nieuwe tekstsoort, maar ik had er al jaren niet veel meer geschreven en nog nooit eerder zo veel als vorige maand, rond het verschijnen van Afzien voor Beginners. Ik had, zoals ik ook al lang niet meer had gedaan, een heel communicatieplan uitgewerkt met tien verschillende doelgroepen, per doelgroep een aantal media, en per medium een apart persbericht met daarin het nieuwswaardige voor de beoogde doelgroep op een prominente plek. Dat waren een boel persberichten in één keer, dus, en tegelijkertijd zijn we ook nog bezig met mijn fietsvereniging om publiciteit te zoeken.
Allemaal met goed gevolg, trouwens: er is al heel wat publiciteit rond het boek geweest en afgelopen vrijdag verscheen een (wat eigenaardig opgemaakt) artikel in de Delftse Post over de fietsclub. En van één tijdschrift dat besloot niets met Afzien voor Beginners te doen, kreeg ik wel een reactie waarin stond dat mijn persbericht zo concreet was!
De tweede tekstsoort is echt nieuw voor me: de boekopdracht, het kleine, handgeschreven tekstje dat de schrijver voor in het boek zet bij het signeren. Dat genre heb ik in rap tempo ontwikkeld. Ik schrijf er alleen maar wat in als ik de lezer persoonlijk ken, anders houd ik het bij naam en datum. ‘Veel leesplezier’ krijg ik niet uit mijn pen.
Als ik de lezer wel persoonlijk ken, is het een kwestie van hetzelfde type vaardigheden als die ik voor columns heb ontwikkeld: eigenlijk kun je overal over schrijven. Als je het maar aandurft om elke vage gedachte serieus te nemen en uit te werken. Het gaat vooral om iets niet doen, namelijk elk idee meteen afkraken als ongeschikt.
Op een cursus columns schrijven heb ik ooit 500 woorden moeten schrijven over een wc-gebouwtje. En ja, dat is mogelijk, zo leerde ik. Dat is precies de kunst van creatief schrijven, zo begreep ik toen – en die kunst pas ik nu toe als ik Afzien voor Beginners signeer. Zo’n boek geeft zelfs veel meer aanknopingspunten dan een wc-gebouwtje!
Doet me denken aan een signeersessie van Martin Bril, na een van zijn theateravondjes. Hij bekeek me even, vroeg naar mijn naam en nu staat er in mijn boek: ‘voor Kim op cowboylaarzen!’
Ik moet er steeds om glimlachen als ik het boek in de kast zie staan.
Groet,
Kim