Nieuw genre: anderhalvemeter-protocollen
Er is in een paar dagen tijd een stortvloed aan teksten verschenen in een nieuw genre: dat van de regels en protocollen in de anderhalvemetersamenleving, ter versoepeling van de corona-maatregelen. Ik kreeg bijvoorbeeld meteen donderdag en vrijdag al een stuk of vijf emails van mijn ‘contactberoepleveranciers’ (masseur, kapper, chiropractor) met daarin een groot aantal voorschriften en waarschuwingen. In het weekend heb ik me gebogen over de protocollen voor het zwemmen en de atletiek. Het is nog te vroeg voor een grondige analyse, maar hier zijn wat observaties van mij als tekst-expert.
Als belangrijkste valt mij op dat er in rap tempo een papieren werkelijkheid is gecreëerd. Ik houd mijn hart vast, achtereenvolgens hierom:
- Iets opschrijven is nog geen communicatie. Dat is een grote valkuil: schrijven en dénken dat je hebt gecommuniceerd. Maar communiceren is tweerichtingverkeer. Zelfs voor mij als verbaal vaardige burger was het de afgelopen dagen veel te veel. Veel te veel hetzelfde (‘nou weet ik het wel’), en veel te ondoorgrondelijk, bijvoorbeeld door ellenlange bullet-opsommingen. Veel tegenstrijdigheden ook. Teksten ook nog te kort: ik mis aan alle kanten (ook van overheidswege) onderbouwing. Daardoor begrijp ik er soms geen snars van (voorbeeld op mijn sportblog). Ik blijf vooral achter met een gevoel van ‘gooi het maar in m’n petje’. Ik heb medelijden met de mensen die het allemaal moeten gaan uitvoeren en handhaven.
- Zelfs als het tweerichtingverkeer tot stand komt, is daarmee het gewenste gedrag nog niet gerealiseerd. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd in hoeverre het mensen gaat lukken om zich in te houden als ze ‘symptomen’ hebben. In ‘Even tot hier’ kwam zaterdag al een grappig voorbeeld aan de orde, ik parafraseer: jij belt de kapper, de kapper vraagt ‘heb je koorts’ (want dat moet hij vragen) en dan geef je als antwoord ‘ja, maar ik moet echt wel naar de kapper want ik moet straks ook nog naar het restaurant’. De afgelopen weken hebben mij niet het volste vertrouwen gegeven in de maakbaarheid van ons collectieve ‘coronagedrag’ en het wordt door halve vrijheid alleen maar moeilijker.
- Een deel van de papieren werkelijkheid komt eigenlijk neer op ‘onmogelijk’ (bijvoorbeeld: banen zwemmen zonder in te mogen halen) of heel erg niet leuk (met je geliefde op 1,5m moeten blijven op een terrasje). Ik zie dat soms in de tekst, die mij dan afschrikt (‘als het zo moet, laat dan maar…’). Maar de algemene stemming is anders, is mijn indruk. Dat gaat nog vies tegenvallen. Als ‘hoera we mogen weer’ omslaat in ‘maar leuk is anders – voor nog heel lang’.
- Het is niet zo dat je met papier het coronavirus hebt bedwongen (‘onder controle’). Het gaat nog heel erg spannend worden hoe lang we ‘mogen’. ik ben eerlijk gezegd vrij pessimistisch daarover. Wat ik eerder al schreef: die ‘stippen op de horizon’ zijn nog zeer onzeker. Ik ga de eerste weken zelf nog zeer voorzichtig zijn in elk geval.
Daarnaast is aan de teksten weer zichtbaar dat het haastwerk was. Er staat fouten in, inconsequenties, onmogelijkheden, enzovoort. Het rijles moeten geven zonder airco en met een dicht raam haalde bijvoorbeeld het nieuws. De rommeligheid is begrijpelijk – de plotselinge versoepeling heeft sommige sectoren duidelijk overvallen. Goed schrijven is strijdig met haast. Lastig is nu wel dat het letterlijk gaat om leven en dood…
Reacties
Nieuw genre: anderhalvemeter-protocollen — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>