Niets is beter dan dat ene woord…
Van het volgende type mailtjes worden er dagelijks in ons land duizenden rondgestuurd:
Geachte meneer [achternaam],
Regel al uw Y-zaken online!
Graag informeer ik u via dit bericht over de mogelijkheden om diverse zaken online te regelen via de online service omgeving: MijnY
U ontvangt dit service bericht van Y op het e-mail adres dat op dit moment bij uw account geregistreerd staat.
Heeft u vragen of opmerkingen over MijnY, dan kunt u een e-mailbericht sturen naar ..@Y.nl
Bent u verhuisd, heeft u een nieuw telefoonnummer gekregen? Houd Y hiervan op de hoogte zodat u geen post hoeft te missen. U kunt uw adres op MijnY wijzigen en/of ontbrekende gegevens aanvullen.
Niks op aan te merken, maar ook bepaald niet hartverwarmend. Dit is qua stijl (en misschien ook qua inhoud) de moderne zakelijke schrijfstijl, of, iets negatiever geformuleerd: de huidige clichés en stereotiepe formuleringen.
Rond dezelfde tijd kwam uit dezelfde hoek en naar ongeveer dezelfde groep ontvangers een mailtje dat als volgt begon:
Beste [voornaam],
Toen ik me zaterdagavond na de wedstrijd tegen W in de catacomben van Stadion De K meldde, waren de vragen van de journalisten kritisch. Ik vond dat wel mooi. We winnen met 3-0, houden de nul, hebben na negen wedstrijden twintig punten, zijn in elk geval voor een dag medekoploper en toch is men kritisch. Dat zegt iets over hoe er nu al tegen ons aangekeken wordt. De mensen verwachten iets van Y en dat is een goed teken.
Natuurlijk, de inhoud is anders. Maar ook de stijl is ten opzichte van de keurige clichés en stereotiepen in positieve zin een klap in je gezicht: hier stáát iemand! Zelfs zonder te weten wat Y is, denk je hier: wauw, daar praat een mens van vlees en bloed! En als je weet wie het is, zíe je hem voor je. ‘Tsjonge’, dacht ik toen ik dit las, ‘Mario Been praat tegen me’ (en vul nu zelf in wat Y, W en Stadion De K is (-; ).
Ook al gaat dit mailtje naar een grote groep, toch is het persoonlijk. Dat zit hem er vooral in dat Mario Been (of zijn tekstschrijver) het durft om vanuit zichzelf te schrijven, in een stijl die hem op het lijf geschreven is. Ik vind dat hartstikke goed, net zoals ik het indrukwekkend vind dat dit soort mailtjes er steeds zijn nog voor de volgende werkdag begint: ze worden na en competitiewedstrijd op zondag nog ’s avonds of ’s nachts gemaakt en verzonden. Wat een dienst aan de fans!
Toch zou ik deze stijl niet aan iedereen willen aanraden. Dit is een mailtje voor fans, en die willen graag dichtbij zijn. Van vergelijkbare pogingen van organisaties die ik liever wat meer op afstand houd, krijg ik alleen maar jeuk. Een groot kabelbedrijf drukt op de facturen mijn factuur. Dat is een soort nabijheid en vertrouwdheid waar ik helemaal niet van gediend ben. En misschien vinden Ajax-fans of zelfs Y-fans die Mario Been niet zo hoog hebben (zijn die er?) dit mailtje zelfs al te klef.
Stijl komt heel nauw. Het zit hem soms inderdaad in dat ene woord: de voornaam in plaats van de achternaam, jij versus u, een fout geplaatste mijn. Met elke afwijkende keuze loop je een risico.
Als je risico’s wilt ontlopen, zijn er altijd nog die makkelijke clichés. Daar is niets mis mee. Maar bloedeloos en saai is het wel. Ik daag zakelijke schrijvers graag uit om iets meer van zichzelf te laten zien. Een Mario Been hoeven ze niet te worden. Maar iets meer vlees en bloed in zakelijk schrijven – graag.
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Nogmaals Been en Luyendijk