Lezerloze teksten
Afgelopen week zag ik, los van elkaar, twee adviesrapporten die ik ‘lezerloos’ noemde. Het waren allebei adviezen aan de overheid.
De ene was geschreven ‘in opdracht van’ een ministerie. Dat stond er netjes in, maar verder kon ik aan niets in de tekst opmaken dat het rapport ook echt op het ministerie (politiek of beleid) gericht was. Het had net zo goed een wetenschappelijk artikel kunnen zijn. Dat bleek uit oppervlakkige tekstkenmerken, zoals het ontbreken van het aanspreken van de lezer. Maar het ging veel verder dan dat. Er stond bijvoorbeeld geen hoofdboodschap in; de conclusie was dat er een aantal mogelijke scenario’s waren. Dat is geen advies.
Een goede adviseur weegt de belangen van de opdrachtgever en formuleert dan een voorkeur voor één van de scenario’s, of anders is de hoofdboodschap eventueel ‘het maakt niet uit’, maar dat heb ik eerlijk gezegd nog nooit gezien. In elk geval: het verschil tussen conclusie en hoofdboodschap is precies dat: de vertaalslag maken van de uitkomst van de analyse naar de belangen van de geadviseerde (‘so what?’).
De andere was geschreven voor en aan een minister, ook dat stond er luid en duidelijk in. De hoofdboodschap was echter zoiets als ‘we hebben besloten X te gaan doen’, en ik kon me niet voorstellen wat de minister daarmee zou moeten, wat het bestuurlijke belang was, welke vraag hij of zij gesteld zou hebben waarop dit een relevant antwoord was.
De schrijver wist dat ook niet. Misschien was het dan ook meer voor de burger. Maar die gaat zoiets helemáál niet lezen, bracht ik daartegenin. Andere opties voor een eventuele lezer waren er eigenlijk ook niet. Was het een ‘moetje’? Nou, nee, dat toch ook weer niet. We kwamen er niet uit.
En daarmee ‘hing’ de tekst, want als ik niet weet wie de lezer is, kan ik ook geen verbeteradviezen meer geven of ‘m zinnig herschrijven. Ik kan nog wat oplappen, maar dat heeft dan weinig zin. Met het piramideprincipe kom je dan ook niet meer verder, want het idee daarvan is dat het een vraag-antwoord-dialoog is tussen schrijver en lezer.
Beide rapporten waren netjes gestructureerd, het tweede zelfs nog in een piramide ook. Maar als structuur alleen maar een mechaniekje is, is het toch geen goede tekst.
Voor mij verhelderde het maar weer eens: goed schrijven gaat in de eerste plaats om de lezer. Alle andere dingen zijn daaraan ondergeschikt. Het piramideprincipe bijvoorbeeld is een instrument om te komen tot lezergerichtheid. Geen doel op zich.
Wat ik ook weer dacht is dat er toch echt iets mis gaat in de manier waarop hoger opgeleiden leren schrijven. Ze denken bij wijze van spreken aan alles, behalve aan de lezer. Schrijven is te zeer slechts een kwestie van inhoud op de goede plek krijgen.
Schrijven is wel degelijk meer dan dat.
Reacties
Lezerloze teksten — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>