Lezen met hindernissen
Gister was de dag van de kleine obstakels bij het lezen – van die dingen waar je even over na moet denken. Het gebeurde op vier plekken:
1. Op de site van Schrijven las ik een aankondiging voor een cursus Stipvertalen. Ik denk: stipvertalen, wat is dat? Ik ga lezen, en dan blijkt er een r in te ontbreken: het gaat om stRipvertalen. Aha! Blijft nog steeds beetje typisch woord, maar nu begrijp ik het wel. Inmiddels is de titel trouwens verbeterd, maar de oude schrijffout is nog zichtbaar in de URL: http://www.schrijvenonline.org/nieuws/elv-geeft-cursus-stipvertalen
2. Ik kreeg een nieuwsbrief van een groep coaches waarvan ik er één ken. BIj snel scannen wat zij doen, bleef ik twee keer haperen:
- Ik struikel over het woord empowerbility (p. 4). Ik ken employability en empowerment, maar deze combi ken ik niet. Moet het dan niet empowerAbility zijn? Ik begrijp de betekenis van het woord wel, al weet ik niet helemaal zeker wat het vermogen tot empoweren je oplevert, dus wat empowerbility meer is dan empowerment – en de woordvorming blijft lichte kortsluiting in mijn hoofd geven (terzijde: dezelfde kortsluiting die ik nog altijd ervaar bij verkeershinder: ik snap het wel, maar toch klopt het niet). Google kent overigens empowerbility noch empowerability.
- Verderop gaat het over een workshop over het doorbreken van het gekleurde plafond (p. 7). Opnieuw iets wat ik wel begrijp, maar wat toch niet klopt. Het kostte me enig denkwerk om precies te doorgronden wat de kortsluiting opleverde: ook voor ‘gekleurde’ mensen is dat plafond van glas. De onzichtbaarheid en daardoor onbespreekbaarheid ervan is juist de essentie van het verschijnsel. Gekleurd plafond is goed bedoeld, maar toch een rare term. Was het maar gekleurd!
Overigens begrijp ik dat de term vaker gebruikt wordt. Maar als het roze, zwarte en groene plafond bestaan, dan moet het voor vrouwen ook niet van glas genoemd worden. Wie (bij de overheid?) verzint zulke termen?
3. ’s Avonds las ik in de Vogelvrije Fietser, het blad van de Fietsersbond, een ingezonden brief over de kant van het fietspad waar voetgangers het veiligste kunnen lopen. Interessant onderwerp, maar wat de briefschrijver bedoelde, kon ik niet achterhalen, onder andere door deze zin:
Door het snelheidsverschil tussen fietsers en wandelaars/lopers heb je veel minder tijd om je te vergewissen van de mogelijkheid veilig voor die mensen uit te wijken in geval van links lopende tegemoet komende wandelaars las in het geval van rechts lopenden die je als fietser achterop komt en aan hun linkerzijde passeert.
Toen ik had bedacht dat las qua spelling als moet zijn en volgens de officiële regels dan (en dat kostte even wat tijd…), werd het ietsje makkelijker, maar nog steeds is het een ondoorgrondelijke zin die veel te veel gedachten in één keer probeert te verwoorden.
4. In het blad voor alumni van de VU staat een interview met cabaretier Hans Sibbel, genomineerd voor de poelifinario-prijs. Poelifinario, dacht ik, het is toch polifinario? Ik heb het inmiddels opgezocht, en nee, het is wel degelijk poelifinario. Doet me beseffen dat ik dat woord wel vaak heb gehoord, maar nog nooit geschreven had gezien.
Moraal van dit verhaal? De laatste is anders dan de eerste drie, want een soort persoonlijke hapering die niet ligt aan de schrijver of redacteur van de tekst en waarvan ik denk: okee, weer wat geleerd! De eerste drie laten zien dat ogenschijnlijk kleine verzorgingsdingen (spelling, woordkeus, lengte van zinnen) een lezer behoorlijk kunnen afleiden, op het verkeerde been zetten en zelfs doen afhaken.
Als het in mijn trainingen om dit soort lokale tekstverschijnselen gaat, lijkt dat vaak geneuzel. De eerste drie voorbeelden laten zien dat dat neuzelen toch belangrijk kan zijn.
Reacties
Lezen met hindernissen — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>