Je kunt ook te duidelijk willen zijn
In de adviesrapporten die ik redigeer, ben ik vaak bezig met het vervangen van namen door verwijswoorden. Het gaat om dit soort zinnen:
Het gebruik van de ABC-database groeit gestaag. De ABC-database kan zo een bijdragen leveren aan optimale bedrijfsvoering.
Dat is gek: het is net alsof het bij de tweede keer ABC-database over iets nieuws gaat. Vergelijk dat je een verhaaltje over Jan zo zou vertellen:
Jan staat op. Jan gaat onder de douche en daarna maakt Jan zijn ontbijt klaar. Daarna gaat Jan naar zijn werk.
dat is heel raar, toch – als we ‘Jan’ eenmaal kennen, kun je volstaan met naar hem te verwijzen met hij. Precies daarvoor dient verwijzen: je geeft een signaal aan de lezer dat je verder gaat over iets bekends. Doe je dat niet, dan lijkt het dus alsof je over iets nieuws begint. Dat is verwarrend als het niet zo is.
Die zin hierboven kan bijvoorbeeld zo:
Het gebruik van de ABC-database groeit gestaag. De database kan zo een bijdragen leveren aan optimale bedrijfsvoering.
Het gebruik van de ABC-database groeit gestaag. Deze kan zo een bijdragen leveren aan optimale bedrijfsvoering.
Het lijkt duidelijk, het beestje bij de naam noemen. Maar je kunt dus ook té duidelijk zijn. Verwijswoorden zijn mooie dingen.
Eens, maar ik kan me ook voorstellen dat de schrijver hier ‘hij/zij’ (wat is het woordgeslacht vn database?), ‘deze (formeel/schrijftaal) of ‘die’, (informeel) wil vermijden. Ik zou zelf de tweede keer eerder ‘de(ze) database’ zeggen.