Inleiding roept geen vragen op, werkt er wel naar één toe
Schrijven is te zien als een vraag-antwoorddialoog tussen schrijver en lezer. Die gedachte ligt bijvoorbeeld ten grondslag aan het piramideprincipe, maar het is veel breder dan dat. Een goede hoofdboodschap roept bij de lezer de vraag op ‘Waarom is dat goed?’ of ‘Hoe doen we dat?’, en de rest van de tekst werkt die uit. Een goede hoofdboodschap roept dus vragen op.
Ik realiseerde me pas recentelijk dat de inleiding er een uitzondering op is, of liever gezegd: dat een goede inleiding zich karakteriseert door eerst juist géén vragen op te roepen. Ik leg het uit.
Het situatie-complicatie-model van het piramideprincipe, het standaard patroon voor een inleiding daarin, is eigenlijk de universele manier waarop mensen beginnen met het vertellen van een verhaal: ‘liep ik gister over straat, zag ik toch zo’n rare kerel…’ en dan kun je losbranden met je verhaal. Of denk aan sprookjes, waar eerst een situatie wordt geschetst, typisch met de ‘Er was eens…’-zin, en dan gebeurt er altijd iets engs, naars of bedreigends, met een heks, draak of reus. En dan heb je ook weer het begin van een verhaal.
In een rapport is het niet veel anders: ‘het ging zo goed met het bedrijf, maar toen deed zich een probleem voor’ – en daarom zijn de adviseurs binnengehaald.
Stel je nou voor dat je begint met dat ‘liep in gister over straat…’ en meteen gaat je luisteraar van alles vragen: maar waarom dan, welke straat, hoe laat was het, welke kleren had je aan? Dat is irritant. Je wil dat hij pas vragen gaat stellen ná die inleiding: ‘wat gebeurde er toen?’
In rapporten werkt het precies zo: de inleiding mag niet veel meer doen dan even de aandacht richten. Ik noem dat wel: de bal op de stip leggen, zodat de hoofdboodschap hem erin kan schieten. Het is niet de bedoeling dat de inleiding als zodanig vragen gaat oproepen. Niet anders dan de vraag waar het om gaat, en waar de inleiding naartoe bouwt. ‘Het ging zo goed met het bedrijf, maar toen deed zich een probleem voor’… roept terecht op: ‘en hoe lossen we dat op?’ Dat is de hoofdvraag van het hele rapport. Maar het is niet de bedoeling dat ‘het ging zo goed met het bedrijf’ meteen al de vraag oproept ‘oja, vertel eens, en waarom en hoezo?’
Dit is ook een andere manier van zeggen dat de boodschappen in de inleiding zelf niet uitgewerkt of onderbouwd mogen worden. Want zo’n uitwerking of onderbouwing is een antwoord op een mogelijke lezersvraag. En de bedoeling is dus dat die boodschappen daar zelf geen vragen oproepen, maar alleen maar toewerken naar die ene vraag waar het hele rapport een antwoord op is.
Reacties
Inleiding roept geen vragen op, werkt er wel naar één toe — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>