Geredigeerd worden
Zoals hier al eerder vermeld, komt er een derde druk van Adviseren met perspectief. Een maand geleden heb ik de kopij ingeleverd bij de uitgeverij. Het proces gaat voortvarend: eerder deze week heb ik de geredigeerde versie daarvan gefiatteerd.
Mijn tekst was dus geredigeerd, en dat is altijd een gemengd genoegen. Er waren zeker een boel dingen verbeterd, van die correctheidskwesties die er bij mij makkelijk doorheen glippen omdat ik er net te weinig belang aan hecht (vraag-antwoord-dialoog of vraag-antwoorddialoog? ik neig naar de eerste, maar het is de laatste), ik heb nog wat dingen verduidelijkt, er kon nog wat worden ingekort, enzovoort.
Maar voor een deel ben ik te eigenwijs om iemand anders aan mijn tekst te laten zitten. Smaakkwesties wil ik op mijn manier. Ik zeg en schrijf lezergericht en niet lezersgericht, en de regel voor de tussen-s biedt vrijheid. Ik ben zelfs recalcitrant genoeg om niet in alles de officiële regels te willen volgen. Op alle gevallen van één die je als één uitspreekt, wil ik die accentjes, ook als ze volgens de officiële regel overbodig zouden zijn – want het zíen en niet uit de context hoeven afleiden helpt volgens mij lezers. En in mijn tekst geen typefout maar typfout, ook al is het Groene Boekje het daar niet mee eens (zie ook dit taaladvies).
Eén ding kostte me wat meer hoofdbrekens. De redacteur had een heel aantal gevallen van terugverwijzen naar dingen (boodschap, vraag, presentatie) veranderd van een persoonlijk voornaamwoord (hij, zij) naar een aanwijzend voornaamwoord (deze), bijvoorbeeld:
De hoofdboodschap wordt dus in de loop van het project steeds concreter. Ook anderszins kan deze zich sterk ontwikkelen.
Ik snap wel waar dat vandaan komt: boodschap is vrouwelijk, maar onze intuïties daarover zijn zo afgesleten dat met zij terugverwijzen toch een beetje gek is, en hij is fout. Maar deze is voor mijn taalgevoel ook fout, zelfs nog fouter dan hij. Deze kan voor mij alleen maar terugverwijzen naar andere grammaticale rollen dan het onderwerp – het verschil tussen deze twee zinnen:
Jan ging met Piet naar de bioscoop. Hij had de film nog niet gezien. (= Jan)
Jan ging met Piet naar de bioscoop. Deze had de film nog niet gezien. (= Piet)
Ik heb zo veel mogelijk het verwijsprobleem proberen te omzeilen, en een enkele keer toch gewoon hij gebruikt. Bij vraag mag dat sowieso, dat is mannelijk, en bij presentatie gaat zij dan weer moeiteloos, dat ervaar ik kennelijk nog wel als vrouwelijk. Lastige kwestie, hoor, in het Nederlands!
Maar… ondertussen wel op weg naar een mooie nieuwe druk!
Reacties
Geredigeerd worden — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>