Geen panacee voor goed schrijfonderwijs
Van mijn Groningse collega Veerle kreeg ik een boekhoofdstuk toegestuurd dat een overzicht geeft van de recente stand van zaken in het wetenschappelijk schrijfonderzoek. Het gaat vooral over onderzoek naar het leren schrijven in het reguliere, middelbare onderwijs. Ik kan me echter goed voorstellen dat de belangrijkste conclusies over goed schrijfonderwjis net zo geldig zijn voor cursussen en trainingen aan volwassenen die beter willen leren schrijven.
De auteurs concluderen (p. 203) dat er geen panacee is voor alle soorten tekst, alle soorten schrijfdoelen of -problemen, alle niveaus van ervaring. Een goede schrijfdocent kiest zorgvuldig de methode uit om bij een specifieke groep leerders iets te bereiken. Verschillende methoden vullen elkaar aan. Goed schrijfonderwijs is bovendien contextgevoelig, dus niet ‘zomaar’ los dingetjes zitten oefenen, goed afgestemd op de individuele leerling, en open-ended, in de zin van dat er wat aan te ontdekken valt.
De auteurs komen vervolgens met drie aanbevelingen:
- Zorg ervoor dat de leerders een sense of purpose hebben in hun schrijven. Schrijven is doelgericht, en van het doel zijn ook criteria af te leiden om de tekst mee te evalueren. Bovendien kun je vergelijken met andere teksten met een vergelijkbaar doel.
- Stimuleer leerders om ideeën te verzamelen, bediscussiëren, analyseren en organiseren voordat ze een eerste versie gaan schrijven. Dat type onderzoek doen is een belangrijke schrijfvaardigheid, want de resultaten ervan zijn de basis voor schrijven. En laat ze dat onderzoek vooral ook samen doen.
- Richt de aandacht van de leerders op de sub-vaardigheden binnen het schrijfproces, zoals planning, het lezen van bronnen, formuleren, redigeren, enzovoort. Leer hen inzien dat het schrijfproces recursief is (niet lineair; het springt wat heen en weer) en stuurbaar, strategisch. Je kunt ze bijvoorbeeld het proces van goede schrijvers laten observeren.
Al met al zijn het fraaie aanbevelingen. Ik herken ze allemaal, werk er voor mijn trainingen constant aan, bijvoorbeeld om methodes goed te kiezen en ruimte te bieden aan individuele verschillen. Gelukkig zijn zeker de eerste twee van de drie aanbevelingen binnen organisaties goed te realiseren, beter waarschijnlijk dan in het onderwijs.
Dat je veel aan schrijven samen kunt doen, dat dat loont, en dat er aan het schrijfproces ook nog wat te leren valt, dat zijn in mijn trainingen desalniettemin vaak eye-openers. Het schrijfonderwijs op school en universiteit kan op dat punt zeker nog wel beter. Ik hoop dus dat deze aanbevelingen navolging krijgen.
Bron: Rijlaarsdam, G., Van den Bergh, H., Cousijn, M., Janssen, T., Braaksma, M., Tillema, M., Van Steendam, E., & M. Raedts (2012). Writing. In: K. Harris et.al (eds.), APA educational psychology handbook, Vol 3: Application to learning and teaching, pp. 189-227; Chapter 9. Washington, DC: American Psychological Association.
Reacties
Geen panacee voor goed schrijfonderwijs — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>