Er staat een goed stuk in de ochtendkrant
Ik begon vandaag de dag met een goed stukje in de krant. Dat is sowieso bijzonder, en nog steeds een beetje wennen, want nog maar een paar weken geleden veranderde de NRC van een middag- in een avondkrant. In de rubriek ‘Woord’ achterop het eerste katern, schrijft Eva Peek over het woord er.
Ik herken wat ze schrijft: dat het een imagoprobleem heeft. Voor leerders van het Nederlands is het onbegrijpelijk (wat doet er in ‘er is iets ergs gebeurd’ of ‘ik heb er vijf’?) en onder journalisten heeft het ook slechte naam. Van journalisten wist ik dat niet in het bijzonder, maar het gaat er in mijn trainingen ook wel eens over: voor sommige zakelijke schrijvers is het een woord om te vermijden.
Het was mij altijd onduidelijk waarom. Het enige wat ik wist is dat er verschillen in dialect (regio), sociolect (klasse) en zelfs idiolect (individueel) zijn in het zeggen van er. Dus waar er voor sommige schrijvers een er moet, hoeft dat van anderen niet. Als je, zoals ik altijd aanraad, hiervoor blind vaart op je taalgevoel, kan het zijn dat je botst met je baas – met diens taalgevoel. Bijvoorbeeld. Maar meer wist ik niet.
Peek heeft twee andere verklaringen:
- Er wordt vaak gebruikt in lijdende zinnen, in een vorm die niet past bij goede journalistiek. ‘Er wordt gezegd…’ door wie? Als voorbeeld geeft ze ook ‘er vallen doden’ – wie doodt, waar? Dat is geen passief, maar dat terzijde. Inderdaad is het goed kritisch te zijn op je passieven, maar er is hier niet de hoofdschuldige, zou ik zeggen. Tussen ‘politici zijn corrupt’ en ‘er zijn corrupte politici’ is een groot betekenisverschil.
- Er past niet bij de tijdgeest omdat het leidt tot minder efficiënte zinnen, althans, dat zou je kunnen vinden. Er maakt het mogelijk op je gemakje ‘de zin in te glijden’ (schrijft Peek) doordat het het mogelijk maakt het nieuwswaardige in de zin aan het eind te zetten, daar waar het Nederlands dat wil hebben. Vergelijk ‘er staat een paard in de gang’ met ‘een paard staat in de gang’ dan wel ‘in de gang staat een paard’. Je wordt niet aan het begin van de zin meteen gebombardeerd met nieuwe informatie, dat duurt met er net heel eventjes. Daar hebben inderdaad sommig schrijvers moeite, of liever gezegd: ik hoor ook wel eens dat schrijvers ‘hoofdboodschap voorop’ willen doorvoeren tot op het niveau van de zin, en dan krijg je een informatievolgorde in de zin die verkeerd-om is. Ergens houdt het op, de efficiëntie van het meest informatieve voorop zetten. En dan heb je er soms hard nodig. Peek schrijft:
Mag dat nog in onze oververhitte op efficiëntie gerichte kapitalistisch samenleving? Het is geen verrassing dat juist een Nederlandse econoom trots een boek schreef zonder het woordje ‘er’. Als je er even bij stilstaat, past ‘er’ haast bij de slow food-beweging in een ideaal van ’trage taal’. Doe er je voordeel mee.
Reacties
Er staat een goed stuk in de ochtendkrant — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>