De bril van je eigen vakgebied
Deze week was het laatste college Tekstanalyse. Dat was een bijzondere, want we hadden bezoek van Monique Heetebrij, onderzoeksmanager bij het Adviescollege ICT-toetsing. De studenten gaan immers als eindopdracht een tekstadvies schrijven voor het AcICT, en dan is contact met de geadviseerde onontbeerlijk.
Een van de thema’s waar we in het vak mee bezig zijn geweest, was lezergericht woordgebruik. Of iets concreter: vakjargon. Dat is alomtegenwoordig in adviesrapporten. Dat is deels onvermijdelijk, en voor een deel van de lezers is het geen probleem, maar voor andere wel. De AcICT-rapporten worden bijvoorbeeld enerzijds gelezen door de mensen in het getoetste project en door ICT-journalisten en -wetenschappers, maar ook door Kamerleden en – wie weet – een enkele burger. Hoe bepaal je dan wat je wel en niet kunt gebruiken, wat je moet uitleggen – en waar en hoe doe je dat dan het beste?
Monique had daar geen kant-en-klare antwoorden op, die zijn er ook niet. Ze had wel een mooi voorbeeld van hoe jargongebruik afhangt van – in termen van het vak – de functionele context van de tekst. Ze had in eerder werk meegemaakt dat de communicatie-afdeling het ICT-jargon uit een vacaturetekst had weggehaald. Maar als je op zoek bent naar een deskundige op het gebied van, zeg, SAP S4/HANA, heeft het natuurlijk geen zin om die term te omzeilen.
Monique betrapte ons ook op jargongebruik, of liever gezegd: ik werd me er door wat Monique zei van bewust hoe vanzelfsprekend de bril is die je in een bepaald vakgebied opzet. Dat doen ICT-specialisten, maar dan doen taalwetenschappers net zo goed. De studenten hadden van tevoren vragen voor Monique aangeleverd, en in een daarvan ging het over de overstap van academisch naar zakelijk schrijven. Dat vind ik een vanzelfsprekend thema. Maar Monique snapte eigenlijk niet zo goed wat we daarmee bedoelden. Dat onderscheid, tussen die genres, is niet de manier waarop ‘leken’ over hun eigen schrijven en teksten denken.
In het vakgebied van de tekstwetenschap en van schrijven is het een doodnormaal onderscheid. Dat wordt nogal ingegeven natuurlijk door het feit dat tekstwetenschap plaatsvindt op de universiteit, en dat tekstwetenschappers dus tot over hun oren in het academische schrijven zitten. Alles wat daarbuiten aan serieus schrijven plaatsvindt, is ‘zakelijk’ schrijven. Dat is een beetje wij-zij-denken, wat ik wel begrijp, maar vanuit buiten de academie gezien is het maar een abstract onderscheid. Sowieso zijn genres abstract. Maar zo kijken tekstwetenschappers wel naar teksten: die bril zetten ze op.
In onze voorbespreking vroeg Monique of dat onderscheid academisch-zakelijk betekent dat er in de wetenschap binnen zakelijk geen onderscheid gemaakt wordt tussen bijvoorbeeld het bedrijfsleven en de overheid. Ik vertelde toen dat beleidsschrijven juist wel veel aandacht heeft gekregen, met het proefschrift van Daniël Jansen (Schrijven aan beleidsnota’s, 1991) als baanbreker, al is het weer een beetje ‘uit’.
Na afloop van het college realiseerde ik me mogelijk daardoor dat ik de rapporten van het AcICT qua genre had ingedeeld bij ‘adviesrapporten’, maar dat dat net zo goed zou kunnen bij ‘beleidsteksten’ als je die definieert als teksten die functioneren binnen de Rijksoverheid. Maar je zou ze ook ‘brieven’ kunnen noemen, afgaande op geadresseerde, aanhef en ondertekening – duidelijke genre-kenmerken. Dat ik het ‘adviesrapporten’ noem, heeft er deels mee te maken dat ze ze zelf zo noemen, maar ook met mijn eigen bril: in mijn werk voor het adviescollege, behandel ik ze zo, onder andere door er het piramideprincipe op los te laten.
Als ik me van één ding bewust ben geworden woensdag, is het wel van de hardnekkigheid van onze eigen denkkaders, dus van de bril waardoorheen je kijkt. Je kunt niet zonder – maar je moet je er wel bewust van zijn.
De studenten gaan nu aan de slag met hun eindopdracht = tekstadvies. Ik ben benieuwd – en Monique en het AcICT ook. Ik kom er nog op terug, maar niet meer in de vorm van wekelijkse rapportages.
Reacties
De bril van je eigen vakgebied — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>