De begripskloof dichten
Hieronder had ik het over leesblindheid voor je eigen tekst, iets wat bij schrijven altijd lastig blijft. Er zijn meer van die dingen, het doseren van de informatie bijvoorbeeld. Hoe schat je in wat je lezer niet weet en jij dus moet uitleggen? Als je dat te weinig doet, snapt de lezer je niet. Als je het te veel doet, ergert hij zich en wordt de tekst lang.
Opnieuw: dit blijft bij schrijven altijd lastig. Er zijn wel weer een paar tips te geven:
- Zorg dat je de lezer zo goed mogelijk kent. Bij schrijven voor een bekende lezer wéét je wat die wel en niet weet.
- Presentatie? Vráág het aan het publiek of je nog meer moet uitleggen of niet – of bedenk een andere manier om de kans op interactie met het publiek te benutten: het grote voordeel ten opzichte van het schrijven van gewone tekst!
- Structureer goed. Als je stelselmatig werkt met de hoofdboodschap voorop en dan gaandeweg meer details en daarbij boodschaptitels gebruikt, geef je de lezer de mogelijkheid zelfstandig te kiezen of hij de details wil lezen of niet. De krant is hierbij het ideaalmodel: een lezer die álles wil weten, leest alles. Andere lezers zijn vrij om te bepalen wanneer ze stoppen. Paragrafen met kopjes als ‘achtergrond’ en dergelijke helpen ook al, of dingen als verklarende woordenlijsten achterin.
- Maak een bewuste afweging. Wil je liever dat je lezer af en toe denkt ‘huh, snap ik niet’ en dan misschien bij je terug komt voor meer informatie, of wil je liever dat je lezer ‘jaja, nou weet ik het wel’ denkt? Daar kun je een keuze in maken, afhankelijk van je doel en de situatie.
- Overschat de lezer niet. Jij bent met het onderwerp bezig geweest en voor jou kan alles logisch en vanzelfsprekend zijn – maar de lezer weet van niets. Je hebt dus altijd een begrips- en kenniskloof te overbruggen en je bent geneigd de diepte van die kloof te onderschatten. Leg dus liever wat te veel uit dan te weinig, dan is de kans groot dat je precies goed mikt. Lezers zijn ‘dommer’ dan je denkt – ik ook, als ik lees!
Dit laatste punt doet mij altijd denken aan de grootste blunder die ik zelf ooit heb gemaakt bij het inschatten van mijn publiek. Ik deed een workshop over columns schrijven, en ik had een column meegenomen die ik had geschreven voor Fiets en die volgens mij zeer geslaagd was. In die column beschreef ik dat ik mezelf een lekke-banden-zondagskind vond, omdat ik 10.000 kilometer zonder één enkele lekke band had gefietst. Ervaren fietsers weten dat dat bijzonder weinig is. De deelnemers aan en docent van die column-workshop wisten dat echter niet, zij hadden geen gevoel voor wat bijzonder of normaal is op dit punt – en daarmee viel die hele column in het water. Als feedback kreeg ik dat het ‘overdreven’ was, een ‘mislukte poging tot ironie’ en gewoon ‘onduidelijk’. Eén man zei: ‘mijn laatste lekke band is ook al meer dan een jaar geleden’. Uh, ja, maar ik denk níet dat jij in dat jaar 10.000 kilometer gefietst hebt…
Er werd geen spaan van mijn column heel gelaten. Niet fijn, maar gelukkig kon ik door wat doorvragen achterhalen dat het onbegrip dat had veroorzaakt: de kenniskloof tussen mij en deze lezers (niet de doelgroep natuurlijk). Ik had dat niet verwacht. Op dit punt is het een zeer leerzame workshop geweest, aan de feedback heb ik verder niet veel gehad….
Reacties
De begripskloof dichten — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>