Coronawoorden
Drie losse observaties over woordgebruik in tijden van corona:
- Ik had het zelf al waargenomen en sinds kort gaat het er ook over onder Neerlandici: dat het uitmaakt of je corona of covid zegt en dat Nederland daarin afwijkt van andere landen. Dat je beide woorden op twee verschillende manieren uit kan spreken, met korte of lange o’s, dat was me nog niet opgevallen. Ik zeg lange o’s, en vrijwel alleen maar corona, maar ik heb ook wel covid of zelfs covid-19 gezegd en geschreven als ik precies wilde zijn: dat ging over de ziekte, niet over het virus.
- Er lijkt nog geen algemene consensus te zijn over hoe je dat ding noemt dat je in openbare binnenruimtes moet dragen. Ik weet niet beter of het heet van oudsher mondkapje en dat hoor je ook het meest, maar in Vlaanderen heet het (ook?) mondmasker, onder invloed van het Engels hoor en lees ik hier ook wel gezichtsmasker en zelfs heb ik wel dingen gezien als mond-neusmasker dan wel -kapje. Probleem is natuurlijk dat we geen overkoepelend woord hebben voor mond+neus. Daardoor is mondkapje een onderschatting van wat het dient te bedekken, maar gezichtsmasker een overschatting. Het gesteggel tussen kapje en masker is ook interessant. Masker is voor mij meer iets voor de sier dan voor de functionaliteit, maar de huidige mondkapjes doen dan veelal wel degelijk ook iets masker-achtigs.
- Ik heb het er al eerder over gehad: de opmars van het woord kwetsbaar. Die zet zich voort. De afgelopen tijd het bik het, in corona- en andere contexten, aangetroffen met onder andere de volgende betekenissen: oud (met een willekeurige leeftijdsgrens ergens tussen de 50 en de 80), geestelijk of lichamelijk gehandicapt, chronisch ziek, tijdelijk ziek (beide van elke aard), te zwaar (in termen van BMI), arm, werkloos, zeer flexibel werkzaam, allochtoon, verslaafd, eenzaam en gewelddadig (‘kwetsbare gezinnen’). Ik blijf het problematisch vinden. Het verhult: kwetsbaar klinkt als een individuele zwakte, maar het gaat om grote maatschappelijke problemen. Het suggereert dat er ook onkwetsbaren zijn – wat sowieso niet zo is, want leven is per definitie kwetsbaar, maar bovendien is dat maar een heel klein groepje zo. Het gooit van alles op één hoop: de ene vorm van kwetsbaar is de andere niet, de ene 50- of 60-plusser is de andere niet. En er is met het woord ook nog iets anders aan de hand: het is ook een deel van zijn betekenis kwijt. Je kon je ooit kwetsbaar opstellen. Daar gaat het echter niet meer over.
Reacties
Coronawoorden — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>