Communicatieve functie voorop
Het college van gister was de start van het tweede deel van Tekstanalyse. We gaan daarin uiteindelijk inzoomen op adviesrapporten en daar registeranalyse op loslaten, maar daarvoor leren de studenten eerst de stappen die je daarvoor moet zetten:
- Het in kaart brengen van de situationele context van het desbetreffende genre. Dat was het onderwerp van gisteren. Je doet registeranalyse altijd in contrast, en gister hebben we de context in kaart gebracht van twee genres die met eten te maken hebben: recepten versus restaurantrecensies.
- Het opstellen van hypotheses over de verschillen in taalgebruik tussen de genres die je verwacht op basis van de verschillen in hun situationele context. Zo verwacht je in een recept op grond van het instructieve karakter van de tekst meer gebiedende wijzen en in een restaurantrecensie meer evaluerende bijvoeglijke naamwoorden. Dat ligt nogal voor de hand, onderzoek naar wat subtielere verschijnselen is wellicht interessanter. Ik denk zelf dat je in een recept relatief meer hoog-frequente, simpelere woorden aantreft dan in een recensie, ook vanwege dat recht-toe-recht-ane van een instructie dat geen ruimte biedt voor ’taalspel’, maar één van de studenten merkte op dat een specialistisch woord als blancheren ook in een recept voor kan komen. De betekenis daarvan moesten we even opzoeken. Onderzoek naar woordgebruik zou een mooi doel van registeranalyse kunnen zijn.
- Het bepalen van de frequentie van het te onderzoeken talige verschijnsel. Dus dan ga je daadwerkelijk gebiedende wijzen en bijvoeglijke naamwoorden tellen en van de gebruikte woorden bepalen hoe frequent ze zijn (daar zijn lijsten voor).
- Conclusies trekken, verklaren – stap 1 en 3 op elkaar betrekken. Vooral interessant natuurlijk als de hypotheses niet bevestigd worden.
Toen ik het college voorbereidde, zag ik dat ik een paar jaar geleden dit citaat uit het boek had laten zien, waar het gaat over het primaat van de communicatieve functie van een tekst:
Ik heb het nu niet gebruikt maar ik vind het nog steeds wel een grappige omschrijving van hoe taal – inderdaad – niet werkt. Ineens hoorde ik er nu bovendien een echo in. Toen ik onlangs bij de NACV-meeting was, zei een van de sprekers iets soortgelijks over leren schrijven: dat het het communicatieve doel is dat altijd voorop moet staan in schrijfonderwijs, en niet de lagere-orde-eisen zoals foutloos formuleren en spellen.
Inderdaad, niemand gaat schrijven met het doel of uit de behoefte geen fouten te maken. Dat ligt nogal voor de hand, maar ik had het zo nog niet eerder bekeken.
Met de grote nadruk op begrijpelijkheid en correctheid in het onderwijs lijkt schrijven wel eens daarom te gaan. Maar nee, de communicatieve functie staat altijd voorop. Wat daar dan voor taal bij past, leid je daarvan af.
Reacties
Communicatieve functie voorop — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>