Colleges in aantocht/Discongruentie
Nog even en het nieuwe studiejaar start. Net als vorig jaar ga ik college geven, meer dan toen zelfs. In Groningen gaat het onderzoekscollege over het piramideprincipe op herhaling, met twee groepen zelfs. De bedoeling is dat de studenten vervolgonderzoek gaan doen, dus verder gaan met waar we vorig jaar gebleven waren. Er is in datzelfde kader inmiddels ook een student van het vak van vorig jaar zijn scriptie aan het schrijven over het piramideprincipe!
Aan de VU ga ik het vak ‘lezers in zakelijke communicatie‘ geven. Daarmee is mijn werkweek in september en oktober al voor meer dan de helft gevuld, dus als er onder jullie zijn die in die tijd nog iets van me willen, dan moet je snel zijn!
Natuurlijk zal ik de voor de praktijk interessante zaken uit die beide colleges weer hier melden. Een eerste dingetje is er al. Ik was ter voorbereiding weer (voor het eerst sinds verschijningsjaar 1997) aan het bladeren in het proefschrift van Rob Neutelings, De eigenzinnige lezer. Hoe Tweede-Kamerleden en gemeenteraadsleden beleidsteksten beoordelen. Dat boek gaat dus over het lezen van beleidsteksten. Al vaker roep ik dat beleidsteksten iets wezenlijks anders zijn dan adviesrapporten. Ik dacht daarbij altijd vanuit de schrijver, die met zijn tekst consensus wil bewerkstelligen.
In Neutelings’ boek staat het natuurlijk van de andere kant belicht: die van de lezer. Die is zeer kritisch. Daar vloeit een belangentegenstelling uit voort. Ik citeer (p. 33):
De schrijver van een beleidstekst heeft er belang bij om parlementaire kritiek op zijn voorstellen te voorkomen. Discussie over de beleidstekst maakt de kans kleiner dat zijn beleidsdoelstellingen en middelen werkelijkheid worden (…). Tweede-Kamerleden hebben een heel ander belang: zij willen een helder zicht krijgen op de beleidsvoorstellen, opdat ze die kunnen beoordelen. Deze belangentegenstelling leidt tot een beleidstekst die de doelen van de schrijver dient en realisatie van de doelen van de lezer bemoeilijkt. Doordat de tekst weinig directe aankopingspunten voor kritiek biedt, zal de lezer daar naar moeten zoeken.
Neutelings noemt dit een discongruente communicatiesituatie. En heel in het kort gezegd: een adviessituatie is veel minder discongruent. Natuurlijk, een opdrachtgever zal een adviesrapport ook kritisch lezen. Maar als het goed is, dient het rapport juist zijn belangen. En dat is echt iets heel anders.
Hoed je dus voor boeken en trainingen en dergelijke die beleids- en adviesrapporten over één kam scheren. Er is weliswaar een grijs gebied waarin de twee situaties in elkaar overgaan, maar in hun standaardvorm zijn ze zeer verschillend. Met ook duidelijk verschillende consequenties voor de schrijvers. Waar een beleidsschrijver verhult, hoeft een adviseur dat niet te doen, is hij zelfs misschien verkeerd bezig door dat te doen. Waar een adviesschrijver erop gericht is om het rapport zo toegankelijk mogelijk te maken voor de lezer, hoeft een beleidsschrijver dat om tactische redenen juist niet doen. Enzovoort.
Discongruente communicatiesituatie – die term ga ik onthouden!
Reacties
Colleges in aantocht/Discongruentie — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>