Adviseren is hartstikke relationeel
De studenten van het vak Adviseren over Communicatie hebben de afgelopen weken in duo’s een praktijkonderzoek gedaan. Ze gingen op bezoek bij een adviseur en diens opdrachtgever om te kijken wat er in de praktijk van een advies terechtkomt. Twee duo’s gingen naar een adviseur uit mijn netwerk, de andere twaalf naar een student uit het jaar ervoor die net klaar is met de stage en daarin een advies gegeven heeft. In de afgelopen week hebben mijn studenten er op college en op papier over gepresenteerd.
Het is niet in één term te vatten wat er van een communicatieadvies in de praktijk terechtkomt: dat is zeer divers. Wat wel duidelijk naar voren komt uit de presentaties is dat adviseren erg ‘hangt’ op de relatie tussen adviseur en geadviseerde. Als die goed is, kan het advies zelf soms best een beetje rammelen, en dan nog is de geadviseerde tevreden. Als de relatie minder goed is, lukte het mijn studenten soms niet eens om de geadviseerde te spreken te krijgen, zo weinig verbonden voelde die zich kennelijk.
Het relationele karakter van adviseren viel vooral op in de context van zo’n stage. Want op de universiteit kun je best in je uppie goed onderzoek doen, en dan op de laatste avond er een paar aanbevelingen bij bedenken. Zo is het wel gegaan in die stages, en dat leidt mogelijk tot een goed stage-resultaat, maar de opdrachtgever vindt de aanbevelingen dan ‘leuke ideetjes’ en dat is niet echt een compliment.
Ik herken dat wel van de adviseurs met wie ik werk: zo lang hun rolopvatting die van expert is (vakinhoudelijk specialist, deskundige, onderzoeker), bungelt het adviseren er altijd een beetje losjes bij. Als je de rol van adviseur serieus neemt, streef je naar gezamenlijkheid, gelijkwaardigheid, gedeelde verantwoordelijkheid, partnerschap (de term van Block). Omdat dat tot een beter resultaat leidt (geen ‘leuke ideetjes’ maar iets waar de opdrachtgever daadwerkelijk mee aan de slag kan), maar ook omdat je zo gaandeweg commitment kweekt.
Als het relationele aspect bij adviseren zo belangrijk is, betekent dat dat je zelf als adviseur daar ook een belangrijke rol in speelt: jij bent de helft van die relatie. Met je hele hebben en houden, inclusief je vakkennis. Uit het praktijkonderzoek kwam naar voren dat opdrachtgevers vaak niet zo zitten te wachten op theorie. Maar anderzijds dus wel, want daarom laten ze zich adviseren. Ze zitten volgens mij niet te wachten op theorie-om-de-theorie, en dat snap ik wel. Maar ze hebben wel degelijk behoefte aan goede vakkennis.
En daar komt de link met het piramideprincipe. Iedereen kan feiten op een rijtje zetten, maar alleen een deskundige is in staat die te interpreteren in het licht van de belangen van de geadviseerde. En precies dat is wat je doet door (hoofd-)boodschappen te formuleren. In het praktijkonderzoek kwamen ook nog andere verschillen tussen schrijven en presenteren in de adviespraktijk en op de universiteit naar voren: opdrachtgevers willen het kort en bondig, ze willen wat kunnen met de resultaten, en ook schrijven doe je in de praktijk niet alleen.
Het vak zit er nu bijna op; de studenten schrijven volgende week nog een reflectieverslag en we hebben een afrondend college. Als ze meenemen van dit vak hoe belangrijk de relatie is, dan vind ik dat winst. Zekere als ze zich realiseren dat ze zelf een heleboel kunnen en moeten doen om zo’n goede adviesrelatie tot stand te brengen. Het ging af en toe over de ‘klik’ die je al dan niet kunt hebben, en ja, die speelt een rol. Maar een klik kun je bevorderen. Dat begint met simpelweg investeren in die relatie. Hopelijk gaan ‘mijn’ studenten dat in hun stage én daarna doen!
Reacties
Adviseren is hartstikke relationeel — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>