Soms zijn verkortingen prima
Vandaag had ik bij het college Tekstgenres (draadje) het gevoel van een omgekeerde wereld, zo van: wie leert hier nu het meest, de studenten of ik? Het ging namelijk over sociale media, en net als toen het anderhalf jaar geleden over WhatsApp ging, ben ik heel wat wijzer geworden van wat de studenten zeiden en opschreven.
Ze moesten als opdracht voor vandaag enkele van hun apps voor interpersoonlijke communicatie analyseren. Dat gaat in het vak steeds twee kanten op die we met elkaar in verband brengen: enerzijds de situationele analyse (zoals bijvoorbeeld: wie zijn de communicatiepartners, hoe verhouden ze zich tot elkaar, waar gaat het over en wat is het doel?) en anderzijds de talige kenmerken. De studenten hadden een fikse verzameling apps aangedragen, waarvan ze er tijdens het college vier nader hebben geanalyseerd: Discord, Whatsapp, Snapchat en Instagram.
Eén dingetje wat de studenten zeiden herinnerde ik me van het vorige vak, maar was ik weer vergeten: dat een punt achter berichten voor hen, jongeren, iets anders betekent dan voor mij c.q. ons ouderen. In principe staat die punt er namelijk niet, en wél kan er daarom op duiden dat de schrijver kort-af of geïrriteerd is.
Ik ben het even nagegaan in een paar van mijn eigen ontvangen berichtjes en in die van mijn man, en inderdaad zitten er veel tussen zonder punt. Die mét punt zijn niet kort-af overigens, maar goed, het zijn ook veel ouderen met wie wij communiceren. En die zetten een punt gewoon omdat een zin nou eenmaal eindigt met een punt. Het kost mij moeite om niet te stoppen met een punt, maar ik ga het toch eens proberen – kwestie van met m’n tijd meegaan.
Verder heb ik via de studenten één sociale-media-app leren kennen waar ik nog nooit van had gehoord: Discord. Van Snapchat had ik wel gehoord, maar ik ken het niet, dat is behoorlijk leeftijdsgebonden volgens mij. Instagram ken ik dan weer wel, maar toch verrasten een paar voorbeelden me door de grote informaliteit. Politici presenteren zich op Insta duidelijk anders dan elders. Met Whatsapp ben ik het meest vertrouwd.
Eén van de dingen die mij opvielen in de voorbeelden van de studenten was dat er nogal verschil is in het voorkomen van verkortingen: woorden als ff, wsl, gwn. Er is een tijd geweest, zo weet ik nog en staat ook in het boek, dat je bij – toen nog – SMS’en op een niet-smarte telefoon min-of-meer werd gedwongen verkortingen te gebruiken: de maximale berichtlengte was beperkt en op het kleine schermpje en met kleine, numerieke toetsjes was schrijven een heel gepiel. Met de opkomst van de smartphone verdwenen die beperkingen en schoof de schrijfwijze in de berichten op richting standaard-schrijftaal.
Het boek stopt daar. De techniek is sindsdien alleen maar voortgeschreden, met functies als automatische woordaanvulling, correctie en hoofdletters. Desalniettemin zag ik in de voorbeelden van de studenten een boel verkortingen en aanverwante schendingen van de officiële schrijftaalnormen voorbijkomen. We praatten daar wat over, en ik zou er nu aan toe willen voegen: inmiddels zijn het niet zozeer technische beperkingen die verkortingen afdwingen, nu wordt het gebruik ervan meer communicatief bepaald.
Dat zit zo. Jongeren gebruiken verkortingen als stijlkenmerk en in informele en vluchtige communicatie. In meer formele en permanente communicatie kiezen ze meer voor de officiële woordvormen. Hun schrijven is dan sowieso verzorgder.
Mij lijkt het maken van een communicatief onderscheid vooruitgang: een teken van de volwassenwording van dit type apps.
Reacties
Soms zijn verkortingen prima — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>