100 verboden woorden
Leuk: http://www.bureauzuijdgeest.nl/site/info_top100.html, een inventarisatie van de woorden die sinds 1961 door schrijfadviseurs afgeraden worden, variërend van archaïsche als amoveren tot managementjargon als pro-actief: onbegrijpelijk, aanstellerig en ergerlijk taalgebruik. De lijst staat er niet om je aan te houden, niet als serieus ‘verbod’ dus, maar om te laten zien dat ondanks dit soort schrijfadviezen het gebruik hardnekkig is. Het aanleggen van verboden-woorden-lijsten is zinloos, zo concludeert Peter Zuijdgeest:
Veel modewoorden zijn een veel langer leven beschoren dan taalpublicisten lief is. Ze zijn misschien niet duidelijk, mooi of origineel maar voorzien kennelijk in een behoefte. Doen ze dat niet of niet meer, dan verdwijnen ze vanzelf.
Interessant vind ik dan: waar komt die behoefte vandaan? Laatst hoorde ik ook weer van iemand een ‘missie’ die zo aan elkaar hing van nietszeggende jargonwoorden (ik herinner me synergie – hé, dat staat niet in de lijst!) dat ik dacht: hoe kan het zijn dat de bedenkers hiervan menen dat ze zo echt wat zeggen?
Een nadeel van de verbodslijsten is dat ze schrijvers kunnen blokkeren. Daar ben ik het mee eens, met de nuance dat het is aan te leren om je bij het doorschrijven (uitschrijven van de 1e versie van de tekst) van geen enkel verbod iets aan te trekken, en bij het redigeren (herschrijven tot de 2e versie van de tekst) wel.
Blijft over dat zulke lijstjes vermakelijk zijn – en dat lijkt me een mooi besluit, zo vlak voor de kerst!
De woorden uit deze Top 100 voorzien volgens mij in de behoefte indruk te maken, origineel te zijn, gaatjes te vullen, erbij te horen. Daarnaast hebben nogal wat van deze woorden, ondanks hun slechte naam, onmiskenbaar een eigen onderscheiden betekenis gekregen en dan voorzien ze in een heel legitieme behoefte. Toch? (no.8)
Hoi Peter (en anderen natuurlijk),
Leuk dat je hier reageert! En ik ben het met je eens, ja. De cruciale vraag is: bij de woorden waarvan de onderscheiden betekenis twijfelachtig is: hoe wil je schrijven? Wil je schrijven vanuit de (schrijvergerichte) behoefte aan, bijvoorbeeld, indruk maken of erbij horen, of wil je zo schrijven dat je de lezer optimaal bedient? Als je in een training of iets dergelijks niet die achterliggende kwestie bespreekt, heeft het opstellen van verbodslijsten weinig zin. En als je hem wél bespreekt, hoef je niks meer te verbieden.
Nog los van de schrijversbehoeften kunnen er ook zaken een rol spelen als: gaan schrijven voordat je goed uitgedacht bent (en dus noodgedwongen vaag moeten blijven), of oprecht denken dat het ‘zo hoort’ – en soms is dat ook zo. Binnenkort schrijf ik op dit blog een stukje over door lezers gewaardeerde wolligheid in een adviesrapport: zo’n tekst ‘hoort’ wollig te zijn. Dan kun je de verboden woorden ook omgekeerd gebruiken: een paar extra dure woorden of wat ‘consultees’ (management jargon) erin stoppen.
Ten slotte is het natuurlijk ook een kwestie van gewoonte/gewenning. Ik betrapte me daar laatst zelf op, na één dagje tussen de consultants schreef ik alweer meer consultees: https://lhcornelis.nl/weblog/?p=1170 Al staan die woorden geen van allen in de top 100 (;
Louise