Luyendijk over Povere Pruts Presentaties
Niet te versmaden natuurlijk: Joris Luyendijk, bezig met een journalistiek experiment met elektrische auto’s, ging afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad tekeer tegen Powerpoint. Zijn column staat gelukkig ook online, zodat hij nog te lezen is, maar vooral ook omdat de reacties de moeite waard zijn.
Ik kan me overigens goed vinden in Luyendijks verhaal, en vooral in zijn belangrijkste diagnose: een te grote focus op het Powerpointmateriaal staat contact maken met het publiek in de weg. Dat is gewoon waar. Zowel in mijn boeken over het maken van presentatiemateriaal als in alle trainingen gaat het daarom in de eerste plaats niet over het prutsen met Powerpoint, maar om de twee dingen die veel belangrijker zijn dan dat: betrokkenheid creëren met het publiek en het vertellen van een goed verhaal.
Toch krijgt Powerpoint in Luyendijks verhaal en in de reacties erop te veel schuld. Sprekers die zo bezig zijn met hun sheets dat ze de zaal vergeten, konden zonder Powerpoint ook dat contact niet maken. Die sheets zijn een bliksemafleider van hun eigen angst. Een goede spreker kan ondanks en zelfs dankzij sprekende sheets juist wél dat contact maken. Powerpoint is immers slecht een middel. Dat middel kun je goed en slecht inzetten.
Dat je veel slechte Powerpointpresentaties meemaakt, heeft ermee te maken dat er simpelweg veel slecht gepresenteerd wordt. Vroeger was dat ook zo. Eén vorobeeldje: ik kan me herinneren dat mijn scriptiebegeleider al zei dat op een gemiddelde wetenschappelijke conferentie hooguit eenderde van de presentaties echt goed was. Hij doelde vooral op de inhoud, maar als die al te slecht gebracht wordt, krijg je daar niet veel van mee. En ik heb het nu over 1991, een tijd waarin bij ons alfa’s zelfs het handmatig tekenen of schrijven op overheadsheets nog niet voorkwam.
Anders gezegd: je hebt goede presentaties en slechte presentaties. En je hebt Powerpoint. Met Powerpoint kan je het goed doen, of slecht. Slechte, en dat is vaak: bange, sprekers zullen misschien al eerder naar Powerpoint grijpen, en daar vervolgens te afhankelijk van worden. Maar dat is dus niet de schuld van het computerprogramma.
Wel is het inmiddels zo dat er een tamelijk bloedeloze presentatiecultuur ontstaan is, waarin Powerpoint een hoofdrol speelt. En de neiging tot ‘per plaatje peroreren’ (uit één van de reacties op Luyendijks blog) is ook een bijverschijnsel van het programma – aan de hand van Powerpoint vertel je een verhaal anders, meer per plaatje, dan wanneer je het zonder zou doen. In die zin bepaalt het programma wel degelijk onze presentatiewijze.
De kunst is dat je Powerpoint laat doen wat jij wilt dat het doet, niet andersom. Als je het hulpmiddel beheerst, is het precies dat: een hulpmiddel. En soms een bijzonder fraai, handig en nuttig hulpmiddel.
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Nogmaals Been en Luyendijk