Wetenschappelijke piramide-achtergrond
Voor de zeer piramideprincipe-geïntereseerden onder u… vorig jaar constateerde ik al dat er geen wetenschappelijk onderzoek naar dat principe gedaan was (voor mijn eigen onderzoekscollege van vorig jaar dus). Inmiddels heb ik wel een literatuurlijstje van aanverwant wetenschappelijk onderzoek: onderzoeksartikelen met op zijn minst een raakvlak met of relevantie voor het piramideprincipe. De studenten van dit jaar hebben zich er net over gebogen, en ik zet het lijstje hier ook neer. Dit zijn ze, dus dit zou je wat mij betreft moeten lezen als je piramideprincipeonderzoek wilt doen:
Janssen, Daniël en Joep Jaspers (1997) ‘Oordeel of advies: over de dubbelrol van de schrijvende accountant’. In: Huub van den Bergh (e.a.) (red.) Taalgebruik ontrafeld. Dordrecht: Foris, p. 285-296. (raakvlak: soms kan het om beleefdheidsredenen nodig of handig zijn een advies te verzachten of met beleefdheidsmiddelen te bekleden – maar we willen toch niet terug naar wollig?).
Janssen, D. en F. Jansen* (2011) ‘Explanations First: A Case for Presenting Explanations Before the Decision in Dutch Bad-News Messages’. In: Journal of Business and Technical Communication 25, p. 36–67. (raakvlak: uit dit onderzoek blijkt dat het bij slecht nieuws beter is de hoofdboodschap achterop te zetten – maar een adviesrapport is nog geen slecht-nieuws-brief).
Lagerwerf, L. en E. Bossers (2002) ‘Assessing business proposals: Genre conventions and audience response in document design’. Journal of Business Communication, 39 (4), 437-459. (raakvlak: ook uit dit onderzoek blijkt, net als bij ons onderzoek van vorig jaar, dat lezers zich sterk laten leiden door genre-verwachtingen – en het piramideprincipe schendt die toch).
Lagerwerf, L. e.a. (één van die ‘a.’ van ‘anderen’ ben ikzelf, ik heb vooral de experimentele tekst bijgedragen aan het onderzoek en een beetje meegedacht) (2008) ‘Advance organizers in Advisory Reports’. In: Written Communication 25 (1), p. 53-75. (raakvlak het grootst, enige artikel waar Minto in wordt genoemd, onderzoekt onder andere verschillende volgordes, geen eenduidige voorkeur voor ‘hoofdboodschap voorop’)
Neutelings, R. (2001) ‘Reading to asses in professional life. Reading styles of Dutch parlementarians.’ In: R. Neutelings en d. Janssen (red). Reading and writing public documents. Amsterdam/Philadelphia: Benjamins. P. 255-274.** (raakvlak: waar het meeste leesonderzoek gericht is op schools lezen en verricht is onder leerlingen en studenten, gaat het hier net als bij adviesrapporten gaat het hier om ‘echte’ zakelijke lezers en de teksten die ze voor hun werk lezen. Zakelijke lezers streven hun eigen doelen na, en lezen relatief meer van een korte tekst dan van een lange – zulk onderzoek zou ook onder adviesrapportenlezers eens moeten gebeuren!)
Hiermee is volgens mij het piramideprincipegebied wel omcirkeld; meer is er niet, of hooguit verder terug in de tijd en verwerkt in bovenstaande artikelen. Misschien heb ik onvoldoende zicht op andere internationale publicaties (dit zijn allemaal Nederlanders), maar dat geloof ik niet. Wel houd ik me voor tips aanbevolen!
* Janssen en Jansen blijft de leukste referentie om naar te kunnen verwijzen!
** Neutelings’ proefschrift, De eigenzinnige lezer, uit 1997, is ook goed, maar dit artikel is behapbaarder.
*** Schrijf ik eens iets meer wetenschappelijks, ga ik prompt voetnoten gebruiken!
Reacties
Wetenschappelijke piramide-achtergrond — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>