Hoofdboodschap middenin ofzoiets?
Gister heb ik in de pauze van het college over het piramideprincipe heel snel een heleboel adviesrapporten bekeken. De studenten hadden er namelijk allemaal één meegenomen die ze gaan analyseren en vervolgens ‘piramidaal’ herschrijven. Het was gelukkig iedereen gelukt een echt adviesrapport te vinden. Dat moet ook niet zo moeilijk zijn natuurlijk: er wordt ontzettend veel geadviseerd, en in iedere organisatie moeten talloze adviesrapporten te vinden zijn. Stageplekken, bijbanen en ouders bleken een bron, en enkele studenten hadden zelf al iets ontvangen (studiekeuze-advies bijvoorbeeld) of geschreven.
Ik heb snel naar alle rapporten gekeken, vooral om te zien of ik het wel echt ‘adviesrapporten’ vond, en vooral of het niet te veel ‘beleidsrapport’ was, want dat is een ander genre en aan de verschillen wil ik in het college geen aandacht besteden (we hebben al genoeg te doen). Ik heb alle rapporten goedgekeurd, maar me wel verbaasd over wat ik zag. Geen enkel rapport was al piramidaal. Dat verbaast me niet, of nouja: het had me ook niet verbaasd als het er één of twee waren geweest. Maar ik weet natuurlijk wel dat er over het algemeen ‘anders’ geschreven wordt.
Wat ik vooral ken, is de methodologische opbouw: inleiding – vraagstelling – methode van onderzoek – bevindingen – evaluatie – conclusie – adviezen (of iets soortgelijks). Dat is het type rapport dat veel lezers meteen doet doorbladeren naar de laatste pagina, want daar staat waar het werkelijk om gaat. Die rapporten zaten er gister zeker ook tussen. Wat me verbaasde, was dat er óók een boel rapporten tussen zaten, misschien in totaal wel de helft, waarbij de structuur nog een heel andere was. Ik heb niet heel precies geïnventariseerd, dit is een indruk:
- Een stuk of drie rapporten hadden wel een hoofdstuk of paragraaf die ‘conclusie’ of ‘advies’ heet, maar die stond dan noch vooraan, noch achteraan, maar ergens, tsja, in het midden ofzoiets. Het was dan bijvoorbeeld het derde hoofdstuk van vijf, en in één geval was het paragraaf 2.8 terwijl er daarna nog een hoofdstuk 3 volgde zonder conclusie dat er inhoudelijk toch echt wel bij leek te horen. Als lezer weet je in zo’n geval tenminste nog wel een beetje waar je het belangrijkste kunt verwachten, maar ik vraag me wel af wat de logica is van zo’n opbouw. Mij lijkt het niet bepaald te veel gevraagd dat een lezer bij een snelle blik op de inhoudsopgave of de tussenkoppen moet kunnen begrijpen hoe een rapport in elkaar zit.
- Net zo veel rapporten hadden niet eens een zichtbaar, herkenbaar onderdeel ‘conclusie’ of ‘advies’. Dat wil dus zeggen dat je als lezer eigenlijk helemaal niet weet waar je moet zoeken naar het voor jou belangrijkste. Eigenlijk waren deze rapporten bijna helemaal ongestructureerd. De informatie was weliswaar in een bepaalde volgorde gezet, maar er was verder weinig mee gedaan. In één geval vond ik het echt bijna alleen maar de onderzoeksresultaten (tabellen, tekeningen) met een nietje erdoorheen. Waar dat aardig bij aansloot, was wat we net in het college besproken hadden: dat structureren méér is dan alleen maar bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort.
- Dan waren er nog een paar rapporten met een heel andere structuur, bijvoorbeeld heel erg gefragmenteerd, met per pagina drie paragrafen met elk eerst een stukje inleidende tekst en daaronder het kopje ‘advies’. Zo’n rapport bevat dan, zeg, 20 adviesjes. De rode draad is dan niet zichtbaar, maar misschien is hij er wel en wordt hij duidelijk tijdens het lezen, dat kon ik zo snel niet beoordelen (en ik vrees dat het tamelijk los zand zal blijven).
Ik was dus niet bepaald onder de indruk van de kwaliteit van deze rapporten. Dat betekent dat ze voor het college zeer geschikt zijn, dus daar was ik wel blij mee. In veel gevallen zal helemaal herschrijven niet gaan lukken: de studenten niet, maar mij ook niet. Als er niet een begin van een verhaallijn is, is het gissen en ontbreekt het ons aan vakkennis om de data te kunnen interpreteren. Je kunt dan als tekstadviseur niet meer doen dan wat aanwijzingen geven.
Ik ben alleen wel bang dat dit stapeltje veel representatiever is voor hoe er gemiddeld in de Nederlandse advieswereld geschreven wordt dan wat ik in mijn werk onder ogen krijg. Immers, ik werk alleen maar met adviseurs die al ‘bewust onbekwaam‘ zijn. Ze realiseren zich niet alleen dat er op het gebied van hun schrijfvaardigheid nog iets te verbeteren valt, maar willen daar bovendien in investeren. Dat zijn niet de slechtste schrijvers…
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Een rapport herschrijven