Het piramideprincipe is zo gek nog niet
In de serie piramideprincipe-onderzoeksresultaten ben ik bezig met het thema: de (on)begrijpelijkheid van piramidale teksten voor niet-ingewijden, dus voor niet-kenners van het principe. Vorig jaar hadden we al gezien dat sommige niet-kenners de structuur niet doorzien, en ook dit jaar bleek dat dus. Maar in sommige onderzoeken was dat onbegrip toch minder dramatisch dan vorig jaar.
Het onderzoek van vorig jaar waaruit het ergste onbegrip bleek, was dat van Jan en Fleur: onder hun respondenten heerste duidelijke verwarring. Jan is dit jaar verder gegaan met het onderzoek, en zijn masterscriptie was af in dezelfde tijd als de verslagen van de college-studenten. Hij onderzocht onder meer gecontroleerde omstandigheden en grootschaliger of een piramidaal gestructureerd rapport verwarrender is voor niet-kenners van het piramideprincipe dan een methodologisch opgebouwd (traditioneel) rapport.
Dat bleek wel mee te vallen: tussen de twee versies van het rapport was amper een verschil in mate van ervaring verwarring of in de vindbaarheid van de hoofdboodschap. Wat er aan verschil was, was gunstig voor het piramideprincipe, maar de verschillen waren niet significant.
Met gecontroleerde omstandigheid bedoel ik vooral dat Jan, voor het eerst in het piramideprincipe-onderzoek, een piramidaal en methodologisch rapport gebruikte die gelijkwaardig waren. En dat is nog niet zo makkelijk. Als je een standaaard methodologisch rapport neemt en dat als tekst-deskundige herschrijft, verbeter je meestal minstens enkele stilistische dingen gaandeweg mee, en het rapport wordt vaak ook korter, zo is de ervaring. In het echt verbeter je zelfs ook de inhoud, bijvoorbeeld door een hoofdboodschap te formuleren. Uiteindelijk vergelijk je dan appels met peren en is het nogal wiedes als de piramidale tekst beter is: er zit veel meer moeite in.
Jan heeft daarom de omgekeerde weg bewandeld: hij heeft een in de praktijk gebruikt piramidaal rapport herschreven op de methodologische manier, en daarbij zijn best gedaan om de tekst verder zo min mogelijk te veranderen. Uit vooronderzoek bleek dat dat aardig is gelukt, al ervoeren de proeflezers toen toch wel inhoudelijke en stilistische verschillen. Ze vonden de piramidale tekst bijvoorbeel actiegerichter. Maarja, dat hoort nou eenmaal eenmaal bij het piramideprincipe,
Het grootschalige van Jans onderzoek zat hem in de hoeveelheid respondenten: 94. Dit keer dus ook geen interviews over de teksten, maar vragenlijsten waarin de respondenten hun mate van ervaren verwarring en begrip aangaven, en het verzoek een samenvatting te geven van het rapport. Jan heeft de inhoudselementen van de samenvatting gescoord om het daadwerkelijke begrip te bepalen.
En er bleek dus allemaal weinig verschil. Voor het piramideprincipe valt dat ten opzichte van de resultaten van vorig jaar mee (al is het ook weer geen reden tot juichen): deze niet-kenners ervan begrepen de tekst even goed als een methodologische. Misschien hadden ze nog minder last van genre-verwachtingen, want het ging om eerstejaars studenten.
Het zou interessant zijn om het experiment te herhalen onder ouderejaars, al enkele jaren meer beïnvloed door de in de wetenschap dominante methodologische opbouw. Dat zou er licht op werpen in hoeverre het inderdaad een ‘indoctrinatie’ met de methodologische opbouw is die het moeilijk maakt om het piramideprincipe te doorzien en aan te leren. Misschien is het principe inderdaad wel zo logisch als wat Minto zegt, als je tenminste maar de methodologische bril kunt afzetten. Dat kan nu zeker nog niet geconcludeerd worden, al is het alleen maar omdat dit ene rapport toevallig in beide versies even helder was.
Het feit dat het om eerstejaars studenten gaat, maakt het ook lastig de resultaten door te trekken naar de praktijk van zakelijke lezers en schrijvers. Maarja, daar speelt dit hele probleem sowieso minder, omdat die schrijvers vaak piramidaal gaan schrijven op verzoek van hun lezers. Van oningewijdheid en verwarring is dan gelukkig geen sprake.
Bron: Cellarius, J.J. (2012) ‘Het piramideprincipe: de moeite waard? Een verkennend onderzoek naar ‘verwarring’ en ‘vindbaarheid’ in een piramidaal rapport.’ Masterscriptie CIW, RU Groningen.
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Adviesbrieven: geen bezwaar tegen HB voorop
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Tot slot: vooruitblik
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Je gaat het pas zien als je voorkennis hebt