Mooi met niets te vergelijken
Eerder al schreef ik over de fraaie lege grammaticale plek in een een tekst van Huub van der Lubbe, en over de vertaling daarvan. Gister ben ik naar een solo-concert van hem geweest, en toen viel me weer zoiets op. Hij speelde en zong een eigen vertaling van een sonnet van Shakespeare, en daarin kwamen de volgende zinnen een paar keer terug:
Mijn lief is mooi
Mijn lief is mooi
Mijn lief is mooi
Mijn lief is mooi met niets te vergelijken
Die eerste drie zinnen zijn eigenlijk al af, en dan blijkt in de laatste zin dat ze ook te begrijpen zijn als aanloopje van de langere zin, die van dat platte ‘ze is mooi’ iets trots, ja zelfs licht arrogants maakt.
Achter die eerste drie keer ‘mooi’ zit dus eigenlijk een soort lege plek, dit keer te vergelijken met ‘Mooie dag’ van Bløf (eerder besproken dus): geen grammaticale maar een inhoudelijke lege plek, die je alleen maar gaat voelen als je weet hoe de zin uiteindelijk wordt afgemaakt. Ik houd daarvan, het geeft zo’n liedje meteen iets extra’s.
Merk op dat een komma tussen ‘mooi’ en ‘met’ hier veel minder sterk zou zijn. Dan zegt-ie eigenlijk in andere woorden hetzelfde, en is het trotse weg.
En verder was Van der Lubbe gister ook super!
Reacties
Mooi met niets te vergelijken — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>