Groeiende digitale ervaring
Ik heb het er hier al vaker over gehad: vanaf mei ben ik online trainingen aan het geven. Dat gaat inmiddels hartstikke goed: m’n werkvormen ‘doen’ het en ik heb voldoende routine om het niet meer gek en spannend te vinden allemaal. Ik ben blij dat werk zo toch min-of-meer gewoon door kan gaan en dat ik van alles geleerd heb wat me ook na de coronacrisis van pas gaat komen.
Hier nog een paar observaties van de laatste tijd:
- Het blijft opmerkelijk dat veel mensen in web-overleggen en -trainingen zo weinig non-verbaal reageren. Er zitten er best veel alleen maar in de camera te staren. Ik zou willen zeggen: benut dat beperkte communicatiekanaal zo veel mogelijk! Mijn Leidse studenten doen dat. Ik vond het vorige week bijvoorbeeld hartverwarmend om dertien knikkende hoofdjes in beeld te zien. Dat maakt mijn werk makkelijker en leuker. Ik heb het er met een paar even over gehad, en zij denken inderdaad dat er een generatiekloof is, in de zin van dat zij zich meer bewust ervan zijn dat ze via dat scherm daadwerkelijk communiceren. Dat is ook al gewoner voor ze. ‘Ouderen’ lijken meer naar het scherm te kijken alsof het de TV is en ze dus zelf niet gezien worden. Ik hoop dat ik op dat punt bij de ‘jongeren’ hoor.
- Techniek blijft af en toe klooien. Mijn ene webcam ging stuk, de vervanger wordt niet door alle apps gevonden, de andere webcam heeft een onhandig perspectief want die zit onder het beeldscherm, of ik moet uitwijken naar de laptop maar die moet aan de wifi in plaats van aan een draadje, en dat is riskanter. En dan heb je sowieso ook nog bandbreedteproblemen, waardoor ik laatst training gaf aan negen paar initialen… iedereen op mute en camera uit. Dat is wel heel wezenloos – maar ik verbaasde me erover dat ik toch net zo doorpraatte alsof er echte mensen voor me zaten.
- Het is leuk om de mogelijkheden te benutten van wat online niet gezien en gehoord wordt. Met het mooie weer en zelfs hitte van de afgelopen tijd heb ik stiekem wel lol gehad in trainingen en college geven… in korte broek! #doetzeandersnooit Met een paar van de studenten heb ik het erover gehad dat je met je microfoon op mute ongestraft geluid kunt maken op een manier die live irritant zou zijn: van zitten te klikken met je pen of met een speeltje tot gitaar spelen! Dat soort dingen kunnen helpen bij het geconcentreerd luisteren, dus ik zou zeggen: vooral doen. Ik doe het zelf trouwens ook, nouja, geluiden niet, mijn microfoon staat veel aan. Maar ik zit buiten beeld wel te frummelen met m’n pen enzo. Normaal wordt dat gezien, nu lekker niet.
- Ik denk nog steeds dat er puur inhoudelijk en qua vaardigheden niet veel verloren gaat in online werken, maar wat ik wel mis is het gevoel van hoe de training ‘landt’ in de groep. Daarvoor moet ik van dingen kunnen zien als onderlinge knipogen, lolletjes en blikken van verstandhouding, of bij de koffie wat opvangen van onderlinge gesprekken. Dat is allemaal weg en dat voelt na afloop steeds nogal leeg. Ik ben niet alleen ‘lesboer’, het gaat me er juist om hoe een groep met het geleerde aan de slag gaat. Dat merk ik nu alleen veel indirecter dan normaal.
- Eenzelfde soort leegte ervaar ik in de pauzes. Ik zit dan helemaal ‘in’ zo’n training, zet m’n camera uit, sta op, en ben… thuis. Hè? De eerste paar keer was ik bijna verbaasd dan m’n thuiswerkende echtgenoot aan te treffen in plaats van mijn deelnemers. Het is een omschakeling die veel energie kost. Ik pak een bakkie koffie en daarna moet ik terug schakelen. Laatst was ik bezig met een training in het Engels en toen begon ik na de pauze per ongeluk in het Nederlands. Ik denk niet dat dat me live zou overkomen. Ook na afloop blijft het snelle schakelen naar thuis gek. Dat maakt me ervan bewust dat het reizen meer is dan vervoer. Ik kon ‘vroeger’ wel eens mopperen op een volle spitstrein, maar ik kan nu wel verlangen naar een uurtje in de trein met even niks hoeven, beetje wat lezen ofzo.
- Langzaam-maar-zeker krijg ik in de gaten hoe ik deze eenzijdige manier van werken zo kan inrichten dat ik er wel bij vaar. Ik ben bijvoorbeeld goed geworden in het compenseren van de specifieke hoofd- en ogenvermoeidheid van het videobellen: altijd naderhand meteen even naar buiten, tien minuten lopen. Vooral niet ophangen en dan nog ‘even’ e-mail lezen of iets anders wegwerken. Nee, eerst weg van die computer! Op zo’n moment ben ik op een bepaalde manier overprikkeld, maar ik ben voor mijn gevoel net zo zeer onderprikkeld. Zo mis ik de lol van naar organisaties en groepen toe gaan. Ik realiseerde me onlangs dat ik sinds februari niet meer in Amsterdam ben geweest – hoe bestaat het.
Alles bij elkaar gaat het dus wel goed. Desalniettemin hoop ik heel erg dat ik in oktober weer ‘live’ groepen ga zien. De eerste plannen zijn er, waar ik heel blij mee ben. De eerste groepen zijn in Rotterdam, wat fijn is om te wennen. Maar kort daarna komt Amsterdam ook weer in beeld. Althans – het is nog wel onzeker. Met het virus in het algemeen, maar ik heb ook in mijn voorstellen moeten inbouwen dat ik tot heel kort van tevoren mag overstappen op online, want stel je voor dat ik wakker word met keelpijn ofzoiets, of in thuisquarantaine moet. Ik hoop daar niet op – weer werken met echte mensen in plaats van met postzegeltjes op een beeldscherm!
Reacties
Groeiende digitale ervaring — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>