Alle tijd voor vakliteratuur
Dit keer geen vakinhoudelijke post, maar over het reizen voor mijn werk. In de aanloop naar mijn verhuizing naar Kapelle heb ik het een aantal keren gezegd: het allerspannendste vind ik de trein. De Zeeuwse lijn is al een tijdje nogal krakkemikkig en er is dan geen ander alternatief dan de auto. Als ik om de haverklap met de auto naar de Randstad moet, of op de terugweg uit Dordrecht of Roosendaal opgevist moet worden door mijn echtgenoot, dan heb ik er toch echt wel een probleem bij in mijn zelfstandigenbestaan. Bij de kwaliteit van werk die mijn opdrachtgevers verwachten, hoort ook op tijd komen.
Ik heb al een beetje wat ondervangen door extra bepalingen in mijn voorwaarden op te nemen over het al dan niet productief kunnen benutten van mijn reistijd (een groot voordeel van de trein) en over het mogen omzetten van afspraken naar online in geval van reis-overmacht. Ook vermijd ik afspraken in de vroege ochtend, omdat ik dan alleen reservemarge in kan bouwen door nog vroeger op te staan, met het risico dat dat voor niks is. Later op de dag kan ik het aankijken en zo nodig eerder vertrekken.
Gister moest ik voor het eerst sinds mijn verhuizing voor werk naar de Randstad – twee afspraken ’s middags in Rotterdam. Er reden geen treinen tussen Roosendaal en Dordrecht vanwege een breuk in de bovenleiding. Dat gaf even stress, maar al gauw had ik uitgeknobbeld dat ik via Breda kon reizen met de trein die over de hogesnelheidslijn naar Rotterdam gaat. Dat scheelt niet veel tijd, dat was leerzaam. Het was alleen wel druk.
Op de terugweg leek het erop dat het probleem net hersteld was en dat ik de eerste trein zou hebben die weer gewoon naar Zeeland door kon rijden. Zo stond het in de NS-app en op het bord op het perron. Ik heb daarom de trein naar Breda laten gaan. Helaas strandden we toch in Dordrecht. Daar had de NS ‘stopbussen’ in de aanbieding – voor een enorme meute reizigers. Met een paar andere Zeeuwen besloten we om terug te reizen naar Rotterdam en alsnog via Breda te reizen. Dat was nog best wel gezellig, maar het betekende wel een uur vertraging – die te voorkomen was geweest. Uiteindelijk heeft de storing nog uren langer geduurd.
Nou, zal ik maar zeggen: een goed begin… Ik ga inventariseren hoe vaak ik problemen ondervind op het spoor hiervandaan. Eens kijken of ik de streefwaarde van de NS van zo’n 90 procent ga halen. Op dit moment sta ik, met de privé-reizen erbij, op 62,5 procent. Eén keer (12,5 procent) reed de trein helemaal niet – toen moesten we naar Rotterdam voor de overdracht van ons oude huis, en dat werd dus de auto.
Ik heb gister mijn afspraken keurig netjes gehaald en een prima middag in Rotterdam gehad. Uiteindelijk was het daarna lekker om in de rust en ruimte van Kapelle terug thuis te komen. Ik heb het hier erg naar mijn zin. Klein voordeeltje van de vertraging is nog dat ik het geld voor m’n eersteklas kaartje zonder korting terug kan vragen. En ik heb een leuk vaktijdschrift zitten lezen. Helemaal uit!
Ik ga hier geen blog van maken over treinproblemen, maarre… gister was m’n tweede reis-werkdag vanuit Kapelle, naar Den Haag dit keer. Op de terugweg strandde ik in Bergen op Zoom. Manlief is me daar met de auto komen ophalen. We konden nog twee andere Kapellenaren een lift bieden. Pfff… Gelukkig was ik nét klaar met het werk dat ik nog wilde doen in de trein!