De ethiek van het A4’tje
In het boek Overtuigen op één A4. In zes stappen naar een overtuigende tekst staat één hoofdstuk waar ik meteen met grote interesse naar doorbladerde: de ethiek rond overtuigen op één A4. Ik heb daar namelijk al een aantal keren over gediscussieerd. Dat was dan als ik werkte voor een organisatie waar van hogerhand nogal werd gehamerd op ‘zet het maar op een A4’tje’. Ik heb altijd gepleit tegen die norm, om twee redenen:
- De roep om korte teksten komt voort uit de behoefte aan efficiëntie. Echter, niet volume op papier is een relevante maat voor beknoptheid en efficiëntie, maar leestijd, of, liever gezegd: de mate waarin een tekst efficiënt leesgedrag mogelijk maakt. Dat doet een tekst in de eerste plaats door lezergericht en expliciet te structureren. Hét prototype van een tekst die efficiënt lezen mogelijk maakt is de krant: inhoudelijke, vette koppen die snel selecteren mogelijk maken, boven artikelen die zo zijn opgebouwd dat je gaandeweg steeds meer detail tot je neemt, zodat je op elk gewenst moment kunt stoppen met lezen (‘nou weet ik het wel’) zonder de hoofdlijn te missen. Een krant hoeft zodoende niet op één A4 te staan om er toch snel doorheen te kunnen.
Gerichtheid op volume-op-papier alleen geeft daarentegen allerlei ongewenste uitwassen: klein lettertype kiezen, marge verkleinen, witregels weglaten, structurerende tussenzinnen weglaten… dat kan allemaal niet de bedoeling van: de tekst wordt er slechter leesbaar van, en dat kost juist méér tijd! - Sommige inhoud is te rijk en te complex om op één A4’tje te passen. Ik zeg dan wel: gelukkig heeft Einstein de relativiteitstheorie niet op één A4’tje uitgelegd, want dat had niemand anders het begrepen! Voor sommige dingen moet en mag je echt de tijd en ruimte nemen om ze goed uit te leggen, en dat kost ruimte. Het lijkt mij niet wenselijk om net te doen alsof een complexe werkelijkheid te reduceren is tot iets wat altijd op een A4’tje past, zeker niet als er op basis van dat papiertje beslissigen genomen moeten worden.
Als ik ze goed begrijp, zijn de schrijvers van Overtuigen op één A4, Michiel Boswinkel en Joep Jaspers, het hier wel mee eens. Afgezien van in de titel speelt het volumecriterium in het boek niet zo’n rol. Ze betogen vooral hoe belangrijk het is om in je tekst ‘focus’ aan te brengen. En daar ben ik het weer mee eens. Ik noem het zelf anders, ik heb het over lezer-/publieks-/klantgerichtheid en een daarop af te stemmen hoofdboodschap die vervolgens onderbouwd of uitgewerkt wordt – maar dat komt allemaal op hetzelfde neer. Er is dan ook in het boek niet veel nieuws onder de zon.
Behalve dan het gedeelte over ethiek (epiloog, p. 111 en 112). Daarin gaat het helemaal niet om de punten die ik hierboven noemde, dus over de bezwaren van alles op één A4’tje persen. Het gaat er over de ethiek van het aanbrengen van focus. Ook die discussie ken ik: of het niet manipulatief is om een tekst op te hangen aan één hoofdboodschap en daar argumenten voor aan te dragen? Nee, zeggen de auteurs, als je maar niet oneigenlijk argumenteert, dus de gegevens manipuleert of drogredenen gebruikt. Selecteren en kiezen moet, anders kun je sowieso niet schrijven. En je mag je eigenbelang een rol laten spelen: je wilt immers beïnvloeden. Het is aan de lezer om de inhoud kritisch te beoordelen. Helemaal mee eens.
Maar waar gaat het boek nou over? Gaat het over zo schrijven dat je tekst op één A4 past, of over focusgericht schrijven in het algemeen? Volgens mij over dat tweede. En als je dat allemaal maar goed doet, wordt je tekst kort. Maar of-ie dan op één A4’tje past, dat zie je dan verder wel. De titel is dus wat misleidend. Gelukkig maar. Want beknopt, to-the-point, overtuigend en lezergericht schrijven, daar ben ik helemaal voor. Maar A4-dwang, daar houd ik niet van.
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » ‘Te ingewikkeld voor een A4′