Bordjes langs het randje
De septemberserie verscheen ‘achter mijn rug’: ik had die posts vooruit geplaatst en was zelf op vakantie. Ik ben net terug en begin vandaag weer met werken. We hebben een heerlijke vakantie gehad. We hebben een rondje Nederland gefietst, zo dicht mogelijk ‘langs het randje’: de kust en de grenzen. Het weer zat mee natuurlijk! Dit oranje lijntje tekende de GPS van onze route:
Zoals gebruikelijk heb ik mijn ogen uitgekeken op de bordjes onderweg, schriftelijke communicatie ‘in het wild’. Erg fijn vond ik de bordjes waarop het randje zichtbaar was, zoals dit, aan het begin van het dorp met de meeste randjes van allemaal:
Of dit: het gemengde straatnaambord van de straat in Kerkrade/Herzogenrath:
Aan die straat is verder niet te zien dat de landsgrens er middendoor loopt – het is een doodgewone straat. Ook aan de Belgische grens zijn er zulke straten, in Putte bijvoorbeeld, maar dan heeft de straat maar één naam en hangt aan de ene kant een bordje van Nederlandse makelij en aan de andere kant van Belgische – minder bijzonder.
Op dit bordje in Stein staat ook de landsgrens, al is het niet expliciet: de Maas is daar de grens en dit was een prachtig stuk van onze route:
De route leidde via een ‘eilandhop’ van Texel naar Vlieland. Daar was ik lang geleden geweest en het typeert mij misschien wel dat het belangrijkste wat ik me ervan herinnerde was dat een steeg er glop heet. Dat kan gewoon boereglop zijn, maar ook iets exotischers als dit:
We zijn af en toe over de grens gewipt, soms per ongeluk en soms omdat dat de beste of zelfs enige route was (de enige manier om over de Schelde te komen in de buurt van de grens is met een Antwerpse waterbus). Zo leerde ik een nieuw Vlaams woord, op een prachtig dijkje net over de grens in Zeeuws-Vlaanderen:
Hoe heet dat in het Noord-Nederlands: plateauvormige verkeersdrempel?
Op diezelfde plek vond ik dit erg grappig:
De schapen lagen allemaal braaf in de berm, dus ik heb dit niet in praktijk hoeven brengen.
Ik heb een boel geografische (straat)naamborden voorbij zien komen natuurlijk, met heel fraaie erbij, zoals Blije in Friesland en Doodstil in Groningen. Vlaanderen krijgt de prijs voor de grappigste, ook weer net over de Zeeuwse grens:
In Limburg zijn de plaatsnaamborden tweetalig. Ik vond het al leuk om eens in Ohé te zijn, maar ik heb geen idee hoe je dat in het Limburgs zegt:
Ook hier een vleugje dialect, maar ik vond het vooral een mooie tijd- en plaatsgebonden boodschap:
De route vanaf Sluis langs de kust naar Breskens was voor mij een en al jeugdherinnering, ook dit bordje: ik leerde als kind al dat wij in Vlissingen Zeeuws-Vlaanderen de overkant noemden, en Zeeuws-Vlaanderen ons. Nu weet ik dat dat het taalkundige verschijnsel van deixis is: dat waar het woord naar verwijst afhankelijk is van de spreeksituatie. De pont (Westerschelde Ferry is wel een erg wijdse naam voor een voet- en fietsveer, vind ik) speelt daarmee:
Voor mij gevoel waren we nog aan de overkant!
Tot slot nog een die aansluit bij waar ik het vaker over heb gehad de afgelopen anderhalf jaar: de gekke corona-communicatie. Onderstaand bord hing op een camping in Drenthe. Ik snap niet waarom je op een camping een bord in het Nederlands hangt voor toeristen – die er dan al zijn, en in meerderheid geen Nederlands zullen kunnen lezen, zeker niet dit soms onnodig moeilijke Nederlands (‘ontwikkel je klachten?’ en vakantieverblijf vallen me vooral op).
Gelukkig hebben we van coronagedoe verder geen last gehad.
Volgende week nog een post over andere teksten langs de randjes dan op borden.
Reacties
Bordjes langs het randje — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>