Ze maken zelf een goed punt
Bij mijn weten was er tot voor kort maar heel weinig praktisch gepubliceerd over hoe je het beste feedback kunt geven op teksten. Ik was dus blij verheugd om te zien dat er een heel boek aan is gewijd: Maak er geen punt van! van Monica Koster en Meike Korpershoek.
Ik vind het inderdaad een aanwinst. Het is in de eerste plaats een nuttig boek, dat alle ins en outs van feedback geven op schrijfwerk belicht en systematisch op een rijtje zet, met handige stappenplannen, verwerkingsvragen die het begin kunnen zijn van collegiaal overleg, en tabellen die soms bijna beslisschema’s lijken. Elk onderdeel wordt grondig uitgediept en voorzien van veel en zorgvuldig uitgewerkte voorbeelden.
Het boek maakt dus wel een punt van goed feedback geven, en dat loont. Ik heb een tijdje zitten studeren bijvoorbeeld op een tabel (p. 60) die een relatie legt tussen de aard van de feedback, de kwaliteit van de tekst, en het soort tekstkenmerken waar je feedback op geeft: hogere orde (communicatieve functie: inhoud, structuur, stijl) of lagere orde (spelling, grammatica, interpunctie). De feedback kan faciliterend zijn en dan uitnodigen tot herschrijven, of directief: aangeven wat er hoe beter moet. Ik snapte ‘m helemaal en ik denk dat ik het zo ook doe, maar dan tot nu toe altijd intuïtief. Fijn om te zien en te leren dus ook dat daar een systeem achter zit. Als ik het nog eens iemand moet uitleggen, kan dat zo.
In de tweede plaats is het een leuk boek door de vele, uitgebreide en diverse voorbeelden. Het bevat zo ‘echte’ teksten geschreven door leerlingen van primair en voortgezet onderwijs, MBO en HBO. Ik ben tekst- en schrijfliefhebber genoeg om te genieten van zo’n breed scala aan teksten. Zo staat er bijvoorbeeld (op. 62) een superstrak piramidaal gestructureerde tekst: hoofdboodschap ‘wij willen een dagje naar de Efteling’ voorop, gevolgd door een opsomming van vier argumenten…. geschreven door een leerling uit groep 8!
Ik zou het heel leuk vinden als het boek nog zou worden uitgebreid of opgevolgd door ook de universiteit en de beroepspraktijk erbij te betrekken. Universiteit kan volgens mij heel makkelijk, daar is feedback op schrijven geven niet wezenlijk anders dan op het HBO. En ook in de praktijk is veel hetzelfde, alleen komt er daar bij dat een externe trainer de norm niet bepaalt. Althans, zo zie ik het: hoe een bedrijf wil schrijven, dus wat een goede tekst is, bepaalt het bedrijf, niet ik. Dat geldt dan vooral voor die hogere-orde-aspecten. Een spelfout blijft een spelfout natuurlijk.
Wat me op het laatste brengt wat ik over het boek wil zeggen: het biedt nogal wat handreikingen om, bijvoorbeeld ook bij peer feedback, de aandacht wat weg te trekken van de lagere-orde-zaken. Ook dat las ik met plezier. Natuurlijk moeten leerlingen goed leren spellen enzo, maar voor veel te veel schrijvers staat ‘goed schrijven’ gelijk aan het beheersen van die lagere-orde-zaken: foutloos spellen, correct formuleren. Schrijven is zo veel meer dan dat. Het is goed als feedback juist datgene benut waar het een grote kans toe is: als schrijver iets terughoren van je lezers.
Reacties
Ze maken zelf een goed punt — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>