Schrijversnachtmerrie
Ik ben sinds een paar dagen bezig in Het feest van list en bedrog van Herman Chevrolet. Centrale idee van dat boek is dat wielrennen zo fascinerend is omdat het dezelfde structuur heeft als mythen en klassieke verhalen. Dat is voor mij als wieler- en literatuurliefhebber natuurlijk een gedachte om van te smullen, en ik lees het boek dan ook met veel interesse. De uitwerking is een tikje moeizaam, vind ik, omdat het boek óók een geschiedenis van de wielersport wil zijn, en die twee structuurprincipes (geschiedschrijving versus betoog rond dat centrale idee) botsen. Maar het is wel de moeite waard.
Meteen de allereerste pagina (p. 7, ‘Ter verantwoording’) vond ik opzienbarend. Daar beschrijft Chevrolet namelijk de nachtmerrie van elke schrijver. Hij had het idee om de wielersport te koppelen aan de 36 dramatische situaties van Georges Polti, sterker nog, hij had dat al besproken met zijn uitgever. En toen verscheen er een nieuw nummer van het literaire wielertijdschrift De Muur, met daarin een artikel van Bert Wagendorp waarin die precies diezelfde gedachte uitwerkt: de 36 dramatische situaties geïllustreerd aan de hand van wielrennen, daarmee verklarend waarom dat zo’n mooie sport is.
Chevrolet en Wagenaar hadden allebei hetzelfde idee gehad, Wagenaar was eerder met de publicatie, Chevrolets plan viel in duigen. Ieks. Elke schrijver is er bang voor, volgens mij, dat je met iets bezig bent en dat dan net eerder iets verschijnt wat het gras voor je voeten wegmaait. Het leidt bij Chevrolet tot ‘wat binnensmonds gevloek’ – dat zal wel een understatement zijn, neem ik aan.
Het huidige boek is plan B, zal ik maar zeggen. Misschien verklaart dat ook wel waarom het net niet lekker loopt.
Reacties
Schrijversnachtmerrie — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>