Allerindividueelste expressie
Terwijl ik Schrijfwijzer voor het web. Tactieken en technieken voro creatief schrijven op internet van Chrétien Breukers en Merel Roze las, bekroop me een vaag gevoel van onvrede, zo van: ‘hier klopt iets niet’. Ik kon het niet helemaal plaatsen. Het is best een leuk boek namelijk, over de mogelijkheden van schrijven op het internet voor mensen met creatieve schrijfambities. Het behandelt na een geschiedenisje van het web (dat ik overigens wat eigenzinnig vind, want ‘web 3.0’ zou al aangebroken zijn) en wat algemene uitgangspunten van schrijven voor het web de mogelijkheden om weblogs, Twitter, forums, sociale-netwerksites en dergelijke te benutten voor creatieve tekstsoorten.
Hoe schrijf je bijvoorbeeld een Twittersoap? Zo heel concreet wordt dat trouwens niet, want het boek laat vooral zien wat voor creatieve en succesvolle dingen anderen, inclusief de auteurs, eerder op het web gedaan hebben. Dat is natuurlijk altijd lastig aan boeken over creatief schrijven: echte creativiteit bestaat uit het bedenken van iets wat anderen nog nooit gedaan hebben, en staat dus niet in een boek. Ik vind het boek daarom sowieso (puntje van onvrede 1) te weinig creatief, ja, ik zou zelfs zeggen: te zakelijk. Eén van de onderwerpen is bijvoorbeeld zelfs ‘Hoe profileer ik mezelf als merk?’
Maar dat is niet alles. Ik had mijn onvrede nog niet helemaal scherp voor ogen toen mijn oog viel op een stukje in Tekstblad waarvan ik dacht: ‘Bingo – dat is het precies’. Aanleiding is dat Tekstblad, zoals ik gister ook al schreef, niet op papier kan voortbestaan en onderzoekt of een internettoepassing een alternatief is. De redactie discussieerde daarover en die discussie staat in een artikel. In dat artikel (p. 7) zegt Margot van Mulken:
Het [ internet, in het bijzonder Web 2.0 – LC ] is [ … ] niet echt een communicatiemiddel, maar vooral een expressiemiddel. Iedereen kan altijd en overal zichzelf op elk gewenst moment publiek maken. Maar dat betekent helemaal niet dat iedereen altijd en overal gelezen wordt. Je kunt jezelf wel publiek maken, maar er is geen publiek. Interactie? Ben je gek. Reageerders op internetpublicaties, dat zijn individuen die in de marge ik-statements producderen. Maar dat is geen interactie. Er ontstaat geen meerwaarde in de som van alle individuele delen.
Dat is een fraaie verwoording van mijn vage ‘kriebel’ bij al die enthousiaste web-verhalen. Het perspectief is altijd: wat kun je allemaal lekker kwijt op internet? Ik mis enerzijds een analyse van hoe je lezers echt bereikt. Communicatie is immers niet het lukraak het wereldwijde web opslingeren van boodschappen.
En anderzijds mis ik hoe je échte interactie creëert. Dat is inderdaad, zoals Van Mulken zegt, iets anders dan alleen maar reageren. Want, zo zeg ik altijd maar, naar een papieren medium kun je ook een ingezonden brief sturen. Maar hoe creëer je een community?
Maar ach, misschien zijn dat allemaal helemaal geen overwegingen voor de meer dan een miljoen hobby-schrijvers die Nederland telt (bron). Die willen gewoon lekker schrijven. En daartoe biedt Internet natuurlijk inderdaad talloze mogelijkheden. Met hun allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie staan ze bovendien in een literaire traditie die veel ouder is dan het wereldwijde web.
Reacties
Allerindividueelste expressie — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>