Publieksgericht weerleggen
Vorige week ging het op het debatcollege over de tegenargumentatie: het weerleggen van een stelling. Dat doen beide partijen: de tegenstanders weerleggen de argumentatie van de voorstanders, en omgekeerd. Het tweede hoofdstuk ging in het algemeen over de compositie van een debatbeurt: hoe kom je van een droog overzicht van de argumentatie tot een aantrekkelijk pleidooi?
Bovendien naderen de proefdebatten van de studenten, dus de hoogste tijd voor hen om eens even uit te proberen hoe dat is, debatteren. Ik had ze gevraagd om te bedenken wat zij graag zouden willen veranderen aan iets waar ze zelf onderdaan of lid van zijn, dus bijvoorbeeld in ons land, op de universiteit, of bij een vereniging. Die wens moesten ze omzetten in een beleidsstelling die ze in maximaal anderhalve minuut moesten verdedigen. Vervolgens mochten de anderen daar kort tegenwerpingen tegen inbrengen. Een heel kort en informeel debatje per student, dus. Er zijn er vijf aan de beurt geweest, de rest volgt woensdag.
Wat bleek?
- Bij de weerlegging van een standpunt zijn de studenten erg voorzichtig. Ze hebben de neiging om de voor-pleiter een vraag te stellen, zoiets als ‘zou het niet ook kunnen zijn dat….?’ of ‘maar heb je dan wel gedacht aan….?’ Terwijl een echt verweer stellig is: ‘je ziet dit helemaal verkeerd’ of ‘je vergeet een belangrijk punt’. Kunst is om dan wel netjes te blijven!
- Als het onderwerp dichterbij komt, is het voor de spreker makkelijker om het publiek te bereiken, maar voor de weerleggers ook makkelijker om tegenargumenten te bedenken. Een stelling die te maken heeft met de vertrektijden van de bussen vanaf de universiteit vindt dus makkelijk een welwillend luisterend publiek, maar datzelfde publiek bedenkt zonder enige moeite een hele serie tegenargumenten. Bij een stelling over de introductie van een kiesdrempel voor het parlement (het Duitse model) ging het publiek veel glaziger kijken – maar het was ook het zwijgen opgelegd. Daar konden ze zo gauw niks tegenin bedenken. Enerzijds is dat mooi, anderzijds is het de vraag of je zo het debat kunt winnen. Dat kan immers niet als de argumenten over de hoofden van het publiek (of de jury) heen gaan. De argumenten kunnen nog zo goed zijn, ze moeten publieksgericht worden gebracht.
- De tijd was te kort om een standpunt echt goed te verdedigen. Dat zat hem vooral in de voorbereiding: als de studenten er langer over na hadden kunnen denken en wat informatie hadden kunnen zoeken, zouden ze hun standpunt veel beter hebben kunnen verdedigen, als tenminste hun spreektijd dan niet te kort geweest was. Anders gezegd: goed debatteren vergt een degelijke voorbereiding, óók op de beperkte tijd. Want straks in de proefdebatten is de spreektijd weliswaar langer, maar ook begrensd. en de voorbereidingstijd heb je weliswaar vóór het debat, maar niet meer tussendoor, dus soms zul je ad hoc iets moeten verzinnen om de tegenpartij van repliek te dienen. Dat snelle reageren is in zo’n informeel mini-debatje te oefenen.
PS Ik heb de studenten net via Blackboard geattendeerd op http://www.human.nl/?pg=nws&nwsid=3998, een tip die ik weer kreeg van één van hen: vanavond een documentaire over Theo van Gogh.
Reacties
Publieksgericht weerleggen — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>