Terugblikken
Afgelopen woensdag blikten we tijdens het college terug op de drie weken ervoor. Die waren ‘anders’ geweest: de studenten hebben erin geproefdebatteerd en gewerkt aan een uitvoerige opdracht waarin de analyse van een debat in de Tweede Kamer centraal stond (daarover later meer), en er was een gastspreker.
Afgelopen woensdag zetten we in een debat (nouja, discussie/gesprek) op een rijtje welke conclusies de studenten daaruit hadden getrokken, uit de activiteiten van die drie weken op zichzelf en in relatie tot de eerdere collegeweken (in die eerdere weken was de aanpak meer geweest: theorie uit het boek en enige toepassing).
Dit zijn enkele van de conclusies:
- Onderwijs in debatteren is nuttig, want: debatteren is te leren. In de eerste plaats door het (veel) te doen, dus in de praktijk. Vooral om het ad-rem karakter van debatteren, het snelle op elkaar reageren, onder de knie te krijgen is veel oefening nodig. In de tweede plaats helpt de theorie ook, maar dan vooral (of zelfs alleen) de theorie over de stock issues.
- Ook al oefen je heel veel, debatteren houdt altijd iets grilligs en onvoorspelbaars. Een goede voorbereiding is belangrijk en een noodzakelijke voorwaarde, maar dan nog kun je later ontevreden zijn over hoe het debat verliep en over je eigen aandeel erin – ook na talloze keren oefenen. Je hebt het verloop van het debat nou eenmaal niet in de hand (debatteren is ‘messy’). Perfect verloopt het nooit, ook na oefenen niet – ook al zou oefenen natuurlijk wel helpen bij het ontwikkelen van debatvaardigheden.
- Die grilligheid en onvoorspelbaarheid hangt niet af of wordt niet bepaald door de debatvorm en precieze debatspelregels: het kan wel lijken dat je bij een vrij debat (bv. Lagerhuisvorm, met interrupties) meer mogelijkheid hebt om je punt te maken, maar niet voor niets zei Roderik van Grieken dat hij ervoor zou zijn om in de Tweede Kamer dezelfde spreektijd toe te kennen aan voor- en tegenstanders, zodat ze allebei in rust hun case uiteen kunnen zetten, zonder meteen geïnterrumpeerd te worden. Met andere woorden: de oncontroleerbaarheid is intrinsiek aan debatteren, álle debatteren, en wordt niet bepaald door een bepaald aspect van de vorm of de spelregels.
- Er is een verschil tussen de debat-idealen in de literatuur en in de praktijk: je kunt het nog zo ideaal doen, maar toch verliezen. En je kan drogredenen gebruiken en toch winnen.
- De stock issues helpen ook bij het luisteren naar/analyseren van andere debatten, en versterken dan je kritische scherpte (voorbeeld: Wilders lijkt op het eerste gezicht goed te debatteren, maar met de stock-issues-bril op is er heel wat op aan te merken). De stock issues helpen dus bij compositie en analyse.
- De stock issues worden weinig expliciet gemaakt. Je hoort nou nooit eens iemand zeggen: “ik zal achtereenvolgens ingaan op de aard en ernst van het probleem, de inherentie ervan aan de status quo, en daarna op de oplosbaarheid ervan.” Daardoor is het soms moeilijk er de vinger op te leggen en verbreden debatten zich ook wel eens. Maar al te expliciet maken is kinderachtig en saai.
- Theoretische kennis over bv. argumentatietheorie is nodig om uit het moeras van welles-nietes te blijven.
Reacties
Terugblikken — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>