↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Andere trainer werkt niet

Louise Cornelis Geplaatst op 29 november 2023 door LHcornelis27 november 2023  

Ik zit op het ogenblik voor de derde keer in een situatie dat een opdrachtgever een andere trainer inhuurt om te kijken of het gaan werken met het piramideprincipe dan wél lukt.

  • De eerste keer was al jaren geleden. Een oud-Mckinsey’er wilde zijn nieuwe club interne consultants zo laten schrijven als bij McKinsey. Hij vroeg mij, we ontwikkelden een training, maar daarna wilde het nog niet zo vlotten. Hij liet toen Barbara Minto zelf komen, voor een astronomisch bedrag. Daarna… wilde het ook nog niet vlotten. Samen hebben we toen nagedacht over wat dan wel zou werken: individuele coaching en schrijfbegeleiding. Door bedrijfseconomische ontwikkelingen hebben we dat helaas nooit uit kunnen voeren.
  • De tweede keer was een paar jaar terug. Ik nam toen een opdrachtgever over van een ‘concullega’ met wie dat bedrijf ‘geen klik’ zei te hebben. Of zij een klik hadden met mij, dat weet ik niet, ik denk het niet, ik had het in elk geval niet met hen. Of althans: bij de meer seniore groep die ik trainde, ontbrak de motivatie om zich in te spannen voor het onder de knie krijgen van het piramideprincipe, op een manier die ik nooit ergens anders had gezien. Ik confronteerde hen daarmee, kreeg ter plekke een ontwijkende reactie – en heb daarna nooit meer een verzoek gekregen voor een vervolg. 
  • Nu net heeft een opdrachtgever van mij iemand anders ingehuurd voor vervolgtrainingen, met de gedachte dat verandering van spijs doet eten. Dat kwam in zoverre goed uit dat ik daar al afscheid wilde gaan nemen, deels uit praktische overwegingen, deels omdat ik mijn bemoeienis te oppervlakkig vond en ik geen effect zag. Ik ga het met interesse volgen: gaat het piramideprincipe daar met een andere trainer meer tot bloei komen?

De moraal van dit verhaal, met de laatste bullet nog als twijfel: als het niet lukt om met het piramideprincipe te gaan werken, ligt dat over het algemeen niet aan de trainer. De keuze voor een training ligt voor de hand, maar, ik heb het al vaak gezegd: het rendement van een losse schrijftraining is ongeveer nul. Wat belangrijker is, is goed analyseren: hoe schrijft de organisatie nu, wat is de gewenste situatie, en hoe is die te bereiken? Daar samen over nadenken, dat is het leukste van mijn werk.

 

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Waar naamwoordstijl en lijdende vorm bij elkaar komen

Louise Cornelis Geplaatst op 20 november 2023 door LHcornelis20 november 2023  

Afgelopen week ging het college over de naamwoordstijl, een in vele opzichten zeer nauw verwant onderwerp aan de lijdende vorm van de week ervoor:

  • Beide constructies lenen zich voor het ‘wegwerken’ van de verantwoordelijkheid voor de in het werkwoord uitgedrukte actie. Als je zegt dat iets ‘geregeld moet worden’, laat je in het vage door wie, en als je zegt dat ‘het regelen’ van iets belangrijk is ook. Want dat typeert naamwoordstijl: een boel werkwoorden zijn veranderd in zelfstandig naamwoorden (‘nominalisaties’).
  • Beide constructies hebben een slechte reputatie: vermijd het passief/vermijd de naamwoordstijl. Zo geformuleerd is dat schrijfadvies te ongenuanceerd, maar er is wel wat aan de hand natuurlijk. Beide constructies komen dan ook vaak voor in een bepaald type slecht geschreven teksten: met van die typische beleids- en onderzoekstaal.
  • Voor beide onderwerpen lazen de studenten een hoofdstuk uit Formuleren. Onovertroffen, dat boek, maar wel al uit 1993. Het is jammer dat het nooit is geactualiseerd, qua voorbeelden en qua voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. Voor het vak dat ik nu geef is het ook nog eens gek normatief. Wat ‘goed schrijven’ is, daarover gaat het vak niet en de andere literatuur ook niet.
  • Het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek naar de lijdende vorm en de naamwoordstijl heeft een soortgelijke achtergrond: waar het mijne naar de lijdende vorm begonnen is met vragen en kritiek op een eerdere versie van het hoofdstuk uit Formuleren, is dat voor de naamwoordstijl precies zo het geval, met Margreet Onrust als kritische vragensteller. In beide gevallen leidde het onderzoek tot een proefschrift; dat van Margreet verscheen in 2013.
  • Afgelopen donderdag kwamen de twee onderwerpen bijeen in de colleges, want de studenten doen in kleine groepjes steeds een presentatie over het onderwerp van de week ervoor. Donderdag heb ik eerst genoten van presentaties over de lijdende vorm (erg leuk voor mij om anderen daarover te horen praten!) en daarna gingen we door over de naamwoordstijl.

Ook over de naamwoordstijl vond ik het dus leuk om college te geven. Het bleek wel weerbarstige materie voor de studenten, maar het extra uitleggen dat ik heb gedaan gaf mij wel een nieuw inzichtje. De studenten hadden het onder andere moeilijk met het stuk in het boek waar het gaat over predicatie en attributie. Dat zijn twee manieren om iets te zeggen over iets anders. Ik leg het uit.

Stel je voor, je hebt een boek. Dat verwijst naar een concreet ding in de werkelijkheid (de referent). Als je nou iets wil zeggen over dat boek, bijvoorbeeld dat het goed geschreven is, kan dat op twee verschillende manieren:

  1. Predicatie: Dit boek is goed geschreven. ‘is goed geschreven’ noemen we dan het predicaat (‘dat wat erover gezegd wordt’) bij het subject dit boek.
  2. Attributie: Dit goed geschreven boek. Goed geschreven is dan de attributie (’toeschrijving’) bij boek.

Je kan dan al zien dat (1) een af zinnetje is, maar (2) niet. Dit goed geschreven boek kan zelf fungeren als subject dat een predicaat kan krijgen:

Dit goed geschreven boek verkoopt toch slecht

De truc van nominalisaties is dat je zo een werkwoord, dat anders in het predicaat zou staan, in het subject kan trekken. Je kunt van dat zinnetje immers ook weer maken (ik zuig wat uit mijn duim):

Het slecht verkopen van dit goed geschreven boek geeft de uitgever financiële zorgen. 

En precies dat, dus het uitdijen van het subject met allemaal attributies (hier is verkopen de kern van het subject en de hele rest tot en met boek zijn daar attributies bij), maakt de naamwoordstijl lastig. Daar komt nog bij dat verkopen, anders dan boek, een onduidelijke referent heeft. Anders dan boek kun je verkopen niet aanwijzen, en als je je het probeert voor te stellen, is het de handeling, maar dat is het werkwoord, niet het zelfstandig naamwoord. Het subject heeft dus een abstracte kern.

Wat ik me niet eerder had gerealiseerd, is dat dan hetzelfde ontstaat als wat ik in mijn post van vorige week schreef over ‘reizigers wordt verzocht uit- of over te stappen’. Uit- of over te stappen is als beknopt bijzinnetje ook heel abstract, te abstract om als goed subject dienst te doen – wat het puur ontleedkundig wel is. Een goed, of liever gezegd prototypisch, subject is menselijk, en in elk geval een identificatiefiguur die het perspectief levert en die intentioneel handelt. Uit of over te stappen en het slecht verkopen zijn dat door hun abstractie totaal niet. Het zijn dus grammaticale subjecten waarmee identificatie niet mogelijk is, en dat is voor ons taalgebruikers maar raar en lastig.

We bombarderen meewerkend voorwerp reizigers dus maar tot subject (‘reizigers worden verzocht…’), maar als dat niet kan, blijven we achter met een lastig te ‘vatten’ zin. En dat zit hem dus ook in de onmogelijkheid tot identificatie met het subject. Dat had ik me niet eerder gerealiseerd. (Het kan zijn dat Onrust (2013) er al wel wat over zegt, maar ik heb dat boek nu niet helemaal herlezen.)

Dat de naamwoordstijl lastig is, daar is onderzoek naar (dat lazen we ook vorige week), en er zaten voorbeelden van in het materiaal, onder andere deze uit ons eigen vakgebied (denk ik):

Het louter op het geheugen steunend creatief reproduceren van stukken tekst is een lastige aangelegenheid

Enkele studenten uit de tweede groep hadden ook meteen een ernstig voorbeeld gevonden. Komende donderdag volgt er waarschijnlijk meer, in de presentatie over de naamwoordstijl. Ik ben benieuwd!

 

Geplaatst in schrijftips, Uncategorized | Geef een reactie

Engels: zo nabij en toch zo anders

Louise Cornelis Geplaatst op 10 november 2023 door LHcornelis10 november 2023 2

Gister heb ik college gegeven over de lijdende vorm, de talige constructie waar ik zelf onderzoek naar deed (proefschrift). Dat was natuurlijk wel bijzonder en er is een hoop over te bloggen. Om te beginnen iets wat ik in de voorbereiding ontdekte: Engels is een nog ergatievere taal dan ik wist. Ik leg het uit, en ga daarbij wel taalkundig te werk, dus heel praktisch wordt deze blogpost niet.

Ergativiteit is het verschijnsel dat het object van handeling centraal staat in de zin, en niet, zoals bij de meeste ons bekende talen, het subject (de handelende persoon). Er zijn ergatieve talen, maar ook ergatieve constructies binnen talen waarin dat niet de hoofdmoot is. Wij zeggen ‘ik lees een boek’ en daarin is de lezer, ik, centraal (dat is een beetje vage notie, maar zoiets dus, anders wordt het ingewikkeld). Dat is een standaardzin. Wij kennen daarnaast ook ergatieve constructies: ‘dat boek leest lekker’, maar dat zijn uitzonderingen. Een andere manier om het boek centraal te krijgen is met een passief: ‘het boek werd gretig gelezen’ – daar zit ‘m de overlap tussen ergativiteit en mijn promotie-onderwerp, vandaar ook mijn interesse.

Wat ik wist, is dat het Engels op een paar interessante punten afwijkt van het Nederlands, voor wat betreft de lijdende vorm en aanverwanten. Zo kent het Engels alleen een lijdende vorm met to be, ons hulpwerkwoord zijn, en niet met become, ons worden-passief, en kent het Engels geen onpersoonlijk passief, zoals ons ‘er wordt gedanst’ (’there is danced’ – nee). Ik wist ook dat het Engels wat anders omgaat met wat er grammaticaal onderwerp van een zin kan zijn: ’this chapter describes…’ kan makkelijker dan bij ons, wij ervaren dat meer als personificatie, en dus zullen wij daarvoor eerder een lijdende zin gebruiken: ‘in dit hoofdstuk wordt beschreven…’

En dan heb je nog dat fascinerende verschijnsel dat een Engelstalige het over zichzelf heeft als me en niet als I – in de vorm van het object dus, niet van het subject. Probeer maar uit en wijs ze maar aan: de Nederlander zegt ‘wie, ik?’; de Brit ‘who, me?’ Ook dat heeft consequenties voor de rolverdeling in zinnen, al weet ik niet precies welke.

Waar het op lijkt, is dat in het Engels een net iets ander mechanisme een rol speelt dan wat ik voor mijn proefschrift ontrafelde voor het Nederlands. In onze taal speelt ik een centrale rol in ons grammaticale en mogelijk ook conceptuele systeem, want we projecteren een ‘net als ik’-heid op grammaticale onderwerpen. Voor de bewijsvoering daarvoor: zie Cornelis (1997).

(Klein tipje van die sluier: het is (volgens mij) niet toevallig dat zo veel mensen ‘de reizigers worden verzocht uit te stappen’ als grammaticaal correct ervaren – wat het niet is als je gaat ontleden. ‘Reizigers’ zijn echter ‘net zoals ik’, veel meer dan de bijzin die eigenlijk het grammaticaal onderwerp van wordt is hier. Vandaar dat de reizigers zich opdringt. Nou, zo heel in het kort dus.)

En dan denk ik: projecteren Engelstaligen met hun me en minder personificatie misschien minder ik en meer naar de objectsrol? Geen idee. Ik zou uit moeten knobbelen hoe je dat precies onderzoekt. In elk geval is er verschil.

Wat ik in de voorbereiding van het college ontdekte, is dat Engels ook nog eens een stap ergatiever is dan het Nederlands. Ik stuitte op de voorbeeldzin ‘she photographs well’ (zie hier). Die betekent niet dat zij mooie foto’s maakt, maar dat zij mooi op de foto stáát. Wij zouden zeggen: ‘ze is fotogeniek’, of ‘ze staat er altijd goed op’. Dat wil zeggen dat de zin ergatief is:  she is inhoudelijk het object, de gefotografeerde, maar in de zin het grammaticaal subject. Op een manier die in het Nederlands echt niet kan.

Ik vind het fascinerend. Nederlands en Engels zijn nauw verwante talen: uit dezelfde taalfamilie en buren met veel taalcontact. En dan toch deze grote verschillen. Die consequenties hebben voor vertalen, zeker als je dat precies wil doen.

Wordt vervolgd, maar dat kan even duren, want ik ga een drukke week in. Die eindigt met een college over naamwoordstijl, alweer zo’n hot topic voor schrijfadvies!

 

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | 2 reacties

Met een nieuw toetsenbord

Louise Cornelis Geplaatst op 10 oktober 2023 door LHcornelis10 oktober 2023  

Ik heb het hier maar zelden over de materiële kant van schrijven, dus over het daadwerkelijk maken van lettertjes, zeg maar. Gister ervoer ik weer eens hoe belangrijk die eigenlijk is: ik startte de maandagmorgen op een toetsenbord waarvan de spatiebalk het ineens had begeven. Dan houdt het meteen op. In mijn poging te redden wat er nog te redden viel gaf de rest het ook op. Ik heb wel een reserve toetsenbord, maar dat is groot.

Ik schrijf al jaren op een zogenaamd ‘compact’ toetsenbord. Het minder ver naar rechts moeten reiken voor de muis scheelt in de lichamelijke belasting voor mijn rechterhand, daar heb ik echt baat bij. Ik had er een van Ergoline, of liever gezegd: ik heb er een aantal (vijf?) versleten van dat merk. Ze bevielen namelijk uitstekend, op de levensduur na. Zoals maandag ging het regelmatig, ik schat om de twee à drie jaar.

Dus ik wilde meteen een nieuwe compacte bestellen en toen dacht ik: laat ik er dit keer maar meteen twee kopen. Bij mijn vaste winkel gaan ze uit het assortiment, zag ik, en dus werd de tweede er een van een voor mij nieuw merk: Penclic (mooie naam). Daar schrijf ik dit mee, en dat bevalt prima. Het oogt wat robuuster dan die van Ergoline, hopelijk betekent dat dat het langer meegaat.

En dan denk ik altijd: ziet het er nou anders uit, en nieuw en fris, wat ik schrijf?

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Over geredigeerd worden

Louise Cornelis Geplaatst op 25 september 2023 door LHcornelis25 september 2023  

De laatste dagen las ik een interessant klein draadje op Neerlandistiek.nl. Het begon met een post van Robbert-Jan Henkes waarin die zijn beklag doet over zijn ‘persklaarmaker’ (eindredacteur of corrector, zou ik zeggen). Hij noemt voor mij herkenbare zaken: de humor gaat eruit, het wordt minder persoonlijk, braver; spreektaligheid ‘mag niet’, en schoolse regeltjes worden blind toegepast. Dat vond ik leuk om te lezen.

Toch ervoer ik wel ongemak: zo’n redacteur doet toch ook wel iets goeds, en moet je iemand zo afbranden? Van Henkes had ik eerder een soortgelijke post gelezen, en toen had ik ook al het idee om er hier naar te verwijzen, zo van: ‘zo herkenbaar!’ Maar dat heb ik toen uit dat ongemak niet gedaan.

Dat ik het nu wel doe, heeft te maken met de reactie die op Neerlandistiek.nl verscheen, van Jos Joosten. Die bracht die twee punten naar voren, plus nog een derde: in deze tijd mag je in je handjes knijpen als er überhaupt een redacteur naar je tekst kijkt. Goed voor het evenwicht.

In een reactie laat Henkes vervolgens weten dat het hem niet gaat om de persoon van de redacteur, maar om een tendens in het Nederlands (althans, zo begrijp ik het). Dat komt dan – wat mij betreft – niet helemaal uit de verf, maar een interessant verschijnsel is het wel. Taalregels (en etiquette in het algemeen) worden losser, omgangsvormen worden informeler, van autoriteiten (zoals schoolmeesters) nemen we steeds minder aan… maar dat geldt dan allemaal niet voor redacteuren? Ik kan me voorstellen dat zelfselectie daar een rol in speelt, dus dat je corrector wordt omdat je van taalregeltjes houdt. Hmm, zou interessant onderzoek zijn!

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Bioscoopwoordkeuze

Louise Cornelis Geplaatst op 28 augustus 2023 door LHcornelis10 augustus 2023  

Ik ga af en toe in het Wennekerpand naar de film, een leuk klein bioscoopzaaltje. Het is me laatst gelukt om een foto te maken van de tekst die vooraf op het scherm te zien is, tussen aankondigingen van andere films in, dus steeds maar kort. Ik had het al eerder geprobeerd, maar toen zonder succes en ook nu niet helemaal scherp, maar het is wel leesbaar:

 

Wat me eraan opvalt, zijn twee gekke woordkeuzes:

  • Er is geen sprake van kiezen als je moet gaan zitten op de plekken op je ticket. Kiezen doe je bij het boeken. Ik snap de strekking wel, hoor, maar ik zou het anders formuleren, misschien iets met ‘ga zitten op de stoelen die vermeld staan op uw ticket’ ofzoiets.
  • Maximaal, waar ik uiterlijk zou gebruiken.

Niks ernstigs natuurlijk, maar het is wel een nogal in het oog lopende tekst. Ik zou daar net iets meer aandacht aan besteden.

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Griezelen met wondvocht

Louise Cornelis Geplaatst op 18 augustus 2023 door LHcornelis10 augustus 2023  

Onlangs kocht ik bij de Etos een doosje zalfgaas. Het gaas deed z’n werk prima, maar de tekst op het doosje was wel griezelen. Twee keer achter elkaar wordt er naar wondvocht verwezen met deze, dubbel fout: wondvocht is een het-woord dus zou het dit moeten zijn, maar het aanwijzende voornaamwoord is ook niet op z’n plaats; gewoon het zou volstaan:

Wondvocht kan wanneer deze opdroogt een verkleving tussen de wond en het wondkussen veroorzaken.

Een speciaal kruislings geweven materiaal dat het wondvocht absorbeert, voordat deze opdroogt.

Voor een ‘officiële’ tekst, dus niet een een of ander kladje ofzoiets, vind ik dat best heftig!

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Enkele links

Louise Cornelis Geplaatst op 14 augustus 2023 door LHcornelis3 augustus 2023  

Ik post hier regelmatig een overzicht van interessante links. Dat is alweer even geleden: juni 2022. Toen zat er ook een dik jaar tussen maar had ik een hele waslijst. Nu zijn het er minder: gezien de verstreken tijd is de oogst nu mager. Ik heb af en toe tussendoor iets apart opgepikt, zoals een aantal keren over ChatGPT en laatst over de vraag wat een woord is. Verder denk ik dat Twitter minder oplevert dan vroeger, door de veranderingen daar (moet ik ‘X’ schrijven eigenlijk?): ik ben er zelf terughoudender mee en ik denk dat dat voor meer vakgenoten geldt, want ik zie er minder interessante vakinhoudelijke dingen voorbijkomen dan voorheen. Dat is jammer, maar gelukkig is er nog steeds wel veel moois te vinden, onder andere via mijn vaste blogs neerlandistiek.nl en slidemagic.com die ik trouw blijf volgen. Hier is mijn oogst sinds vorig jaar:

  • Leuk weetje op het raakvlak tussen woord en beeld: het symbool voor vrede is makkelijker te onthouden dan het woord.
  • Over de eerste persoon: een kort goed stuk over ik in academische teksten, en twee leuke observaties over de politiek: ik voorop (‘een hekkinkje doen’) en het hooghartige van mijn (het gebruik van de eerste persoon fascineert mij al lang, sterker nog: een van mijn eerste blogposts hier, inmiddels al ruim 15 jaar geleden, ging erover). 
  • Herkenbare gedachtegang: rapport heeft samenvatting nodig, samenvatting wordt zo lang dat die een samenvatting nodig heeft… Gaat iets niet goed dan!
  • Ook heel herkenbaar, en dat is niet toevallig, want Willy en ik werken samen: dat een goed tekstproject ook wat vraagt van de opdrachtgever.
  • Iets wat ik soms wel van de daken wil schreeuwen: maak kolommen als je in Powerpoint (landscape) schrijft.
  • Een mooie gedachte over lezergerichtheid: je lezer (nouja, hier: publiek, maar dat maakt niet uit) is geen functionaris, maar een echt mens.
  • Met een opdrachtgever had ik het uitgebreid gehad over de ‘curse of knowledge’, zo bepalend voor schrijven. Ik kreeg daarna deze link toegestuurd, en daarop staat het probleem haarfijn uitgelegd. Eén van de remedies die ik van harte onderschrijf: boodschaptitels gebruiken.
  • Een  mooi pleidooi over het belang van schrijven bij werken op afstand (zoals thuis/online).
  • Nog wat beschouwender: een stuk over de sociale kant van denken (en dus ook van schrijven). We denken niet in ons eentje.

 

 

Geplaatst in Leestips, Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Wat is een woord?

Louise Cornelis Geplaatst op 24 juli 2023 door LHcornelis1 augustus 2023  

Op Neerlandistiek.nl stond vorige week een leuk stuk dat betoogt dat het hand vol moet zijn en niet handvol: het zijn twee woorden, het is geen samenstelling en dus één woord. Daar komt nogal wat argumentatie aan te pas, wat laat zien dat het helemaal geen uitgemaakte zaak is wat een woord is.

Ik was daar een paar weken geleden net ook weer eens mee bezig geweest – de vraag ‘wat is een woord’ fascineert me al decennia. Ik liep er onlangs tegenaan toen ik mezelf erop betrapte dat ik concepttekst aan elkaar schrijf, maar concept wetsvoorstel niet. In die tekst kwamen ook nog standaarddingen voor, en daarmee verging het me net zo:  standaardoplossing, maar standaard maatwerkoplossing.

Ergo: een korte en meer gebruikelijke constructie met woorden als concept en standaard zie ik als één woord, lang en minder frequent niet. Concept in concepttekst beschouw ik als zelfstandig naamwoord, wat het officieel ook is, maar in concept wetsvoorstel zie ik het als een soort bijvoeglijk naamwoord. Een soort, wat het gedraagt zich niet helemaal zo, er kan geen -e achterkomen bijvoorbeeld. Maar qua betekenis lijkt het er best wel op: concept duidt een eigenschap aan van wat volgt.

Standaard idem dito, behalve dan dat dat officieel twee woordsoorten kent. Er zijn meer woorden waarvan de categorie niet eenduidig is. Richting is bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord dat je ook als voorzetsel kunt gebruiken bijvoorbeeld: je reist (in de) richting (van) Rotterdam. Met de woorden tussen haakjes is richting een zelfstandig naamwoord, zonder een voorzetsel. Dat dan weer wel officieel ook, maar de normeerders hobbelen altijd achter de feiten aan en geven soms sowieso twijfelachtige resultaten: handvolletjes, serieus, Woordenlijst.org?

Ik kan dat allemaal zo analyseren, maar ik hoor bij mezelf bij concept- en standaard- ook een uitspraakverschil: concepttekst heeft de klemtoon duidelijk op cept, concept wetsvoorstel heeft er ook één op wets en een mini-pauzetje tussen cept en wets. Standaardoplossing en standaard maatwerkoplossing: idem. Daarmee rechtvaardig ik mijn keuze. Maar inconsequent is het wel natuurlijk.

Het laat zien dat er grijszones zitten in de taalregels en dat de normen niet alles afdekken. Voor taalkundigen is dat fascinerend, voor gewone taalgebruikers soms verwarrend. Je moet ook niet zo ver hoeven door-redeneren om te kunnen bepalen of je iets los of aan elkaar schrijft. Niemand gaat – gelukkig – vallen over handvol. 

Ik heb bij het redigeren van die tekst uiteindelijk maar gekozen om binnen mijn eigen inconsequentie consequent te zijn en het zo te doen als hierboven beschreven: soms wel, soms geen spatie achter concept en standaard. 

Ook daar is niemand over gevallen.

 

 

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Beter niet te veel homogeniseren

Louise Cornelis Geplaatst op 11 juli 2023 door LHcornelis11 juli 2023  

De meest recente editie van Tekstblad (nummer 2 van 2023) is weer zeer de moeite waard. Ook aandacht voor Large Language Models natuurlijk, waaronder wel een vermakelijke column van Eric Tiggeler, die in de AI-toepassing van Bing tekst van zichzelf tegenkwam: hij had zelf iets geschreven over het nut van AI voor tekstredacteurs en toen hij Bing vroeg naar dat nut, kreeg hij zijn eigen tekst gepresenteerd.

Het interessantst vond ik het interview door mijn gewaardeerde collega Jeanine Mies met Harrie van Rooij. Van Rooij promoveerde op onderzoek naar de taal van de Belastingdienst. Wat hij vertelt, geldt voor alle overheidsschrijven.

Van Rooij introduceert het begrip homogeniseren: het proces van vijlen en schaven aan een tekst totdat iedereen het met elkaar eens is. Daar zijn drie talige strategieën voor:

  • Strategische ambiguïteit. Iets ruim omschrijven, met van die ‘buigzame’ woorden als zelfredzaamheid. Daar is nooit iemand tegen. Maar het is wel de beruchte vaagtaal natuurlijk.
  • Zelfreferentialiteit: uitgaan van het gelijk van je eigen organisatie. Dat is als de gemeente zegt: ‘er zijn gewoon groepen die we moeilijk bereiken’.
  • Reïficatie: iets presenteren alsof het een natuurverschijnsel is, en daarmee keuzes maskeren. Digitalisering en alles een crisis noemen zijn daar voorbeelden van.

In het interview komt naar voren dat Van Rooij vindt dat er te veel gladgestreken wordt, en dat de overheid bij spanningen meer gesprekken zou moeten organiseren. Als er dan toch een beleidsnota moet komen, zouden de betrokkenen beter eerst langer met elkaar kunnen praten over de inhoud en over het doel van de tekst. Die kan dan echt helderder. Ik ben het daar zeker mee eens!

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Komma’s uit de jaren ’70
  • Terug uit Ierland (3/3): limericks uit Limerick
  • Terug uit Ierland (2/3): enkele andere bordjes
  • Terug uit Ierland (1/3): Iers
  • Zomerpauze

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (318)
  • Opvallend (548)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (894)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑