↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Over ik en wij

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2014 door LHcornelis3 december 2014  

Ik ben deze week knetterhard aan het schrijven aan de nieuwe druk van Adviseren met Perspectief en een paar andere zaken, en heb niet veel schrijfinspiratie meer over voor dit weblog. Maar gelukkig schrijven vakgenoten nog wel behartigenswaardige blogposts, zoals deze van  Eric Tiggeler over het gebruik van ik, wij en aanverwanten in zakelijke teksten. Eens!

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Rare spelling (2): typ(e)vaardigheid

Louise Cornelis Geplaatst op 2 december 2014 door LHcornelis2 december 2014  

Ik had het er vorige week ook al over, maar mag ik dan vandaag nog een post toevoegen over die rare spelling?

Gisteravond zag ik in het hoofdredactioneel commentaar van de NRC het woord typevaardigheid staan, in een stukje over computers versus ‘handwerk’ op school. Ik zie dat soort samenstellingen met type vaker, en voor mij is dat een spelfout – want waarom zou die e daar moeten staan? Het is toch ook schrijfvaardigheid en niet schrijvevaardigheid ofzoiets? Het komt op mij over als een woordbeeldkluts met het het woord type, maar dat heeft een andere betekenis dan het werkwoord typen. Dat is volgens mij een doodgewoon werkwoord, ook al heeft het die zeldzame y.

Maar wat blijkt? Ik heb het opgezocht en het groene boekje geeft wel typevaardigheid plus nog een heel aantal andere samenstellingen met type- in de betekenis van ‘schrijven op een toetsenbord’, en niet typvaardigheid en aanverwanten. Typevaardigheid is dus de officiële spelling.

Waarom? Ik heb geen idee. Ik kan daar googlend ook niks over vinden, alleen dat Onze Taal het met me eens is.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Hypothesegericht werken

Louise Cornelis Geplaatst op 28 november 2014 door LHcornelis28 november 2014  

Om efficiënt een goed eindproduct te kunnen maken, kan het tijdens het adviesproces handig zijn om de hele tijd een concept-structuur bij te werken. Dat heet wel hypothesegericht werken: je begint op dag 1 met een hypothetische hoofdboodschap en onderbouwing die je gaandeweg bevestigt (of verwerpt natuurlijk) en concretiseert.

Voordeel daarvan is dat de structuur op elk gewenst moment af is en dienst kan doen als basis voor een tekst, presentatie of andere communicatievorm. Bovendien dwingt het je om van alle gevonden data de relevantie ten opzichte van het grotere geheel vast te stellen, en het kan een rol spelen in het op koers houden van je onderzoek, doordat je steeds weet voor welke ’tak’ nog nadere data nodig zijn.

Laatst ontstond bij één van mijn opdrachtgevers echter een pittige discussie vanwege dat wat ik in de eerste alinea zo makkelijk even tussen haakjes had gezet: ‘(of verwerpt natuurlijk)’. Is het grote gevaar van hypothesegericht werken niet dat je alleen maar op zoek gaat naar gegevens die je goed uitkomen, omdat ze de hypothese ondersteunen? Bij McKinsey noemen ze dat wel ’to beat the data until they confess’. Leidt hypothesegericht werken niet tot een tunnelvisie?

Ja en nee. Ik denk dat bij adviseren het gevaar van een tunnelvisie er altijd is. Adviseren komt nogal in hypes – op dit moment zitten een boel bedrijven te werken aan hun operational excellence dan wel hun customer intimacy, om maar iets te noemen. Of ze zijn bezig met Het Nieuwe Werken. Of laat ik het bij mijzelf houden: als er iemand bij mij aanklopt voor tekstadvies, ben ik ook nogal geneigd dat te zoeken in de hoek van lezergericht structureren. Dat dat ‘moet’, dat dat die ene manier dus de oplossing is voor al hun problemen, dat is ongeacht de aard van het werken. Het ligt veel meer aan de integriteit van de adviseurs, hun hype-gevoeligheid en hun brede of juist smalle blik.

Maar die brede of smalle blik maakt wel uit. Als je van nature geneigd ben om gauw naar ‘closure’ te streven, dus toch al van tunnels houdt, dan is hypothesegericht werken inderdaad gevaarlijk. De meeste adviseurs hebben echter eerder de neiging om te breed te willen uitwaaieren en zich te verliezen in de inhouden zo het zicht op de klant met zijn vraag en belang uit het zicht te verliezen. Hen helpt hypothesegericht werken juist.

Interessant aan de discussie laatst was dat het ging om een voorbeeld van een hypothetische hoofdboodschap die helemaal niet voor de hand lag. De adviseurs gingen namelijk adviseren de klant adviseren iets níet te doen wat die juist wel heel graag wilde. Juist dan moet je je advies goed onderbouwen. Dat lukte ook, met de data – die hypothese was er dan ook niet voor niets. Maar iedereen had eigenlijk maar wat graag gewild dat de hoofdboodschap ‘ja’ was geweest in plaats van ‘nee’.

Tot slot nog één andere opmerking over het formuleren van die hypothetische hoofdboodschap. Dat kun je alleen maar als je al eens soortgelijke kwesties tegen bent gekomen. Het vraagt nogal wat vakkennis en ervaring. Hypotheses komen namelijk niet uit de lucht vallen.

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Ideeëloos spellen

Louise Cornelis Geplaatst op 26 november 2014 door LHcornelis26 november 2014  

Laatst kreeg ik, voor het eerst in jaren, weer eens de vraag om de nieuwe spelling uit te leggen. De vragensteller zei er zelf al bij dat die spelling helemaal niet meer zo nieuw was, en dat klopt natuurlijk: het gaat om de wijziging uit 1996, waar in 2006 nog wat details in werden gewijzigd. Het meest in het oog lopend was de tussen-n (panne(n)koek). Er is in beide jaren veel over getakketakt (voorbeeld), maar eigenlijk viel het allemaal nogal mee.

Dat dacht ik toen al, en toen ik in mijn uitleg erover halverwege was, dacht ik helemaal: waar gaat dit eigenlijk over? Ik gaf toen een voorbeeld van hoe moeilijk sommige regels zijn, dat je er eigenlijk een halve studie taalkunde voor nodig hebt om bijvoorbeeld het onderscheid te maken tussen een samenstelling en een afleiding. Want die tussen-n-regel geldt dus niet voor afleidingen, en daarom is het ideeënbus (samenstelling) maar ideeëloos en dus niet ideeënloos, want dat is een afleiding. Bent u er nog?

Ja, dat is geen fijne spellingsregel – maar ook niet eentje waar je in de praktijk nou zo’n last van hebt. Want ik realiseerde me dat ik dat woord ideeëloos buiten die spellingsdiscussie nooit ben tegengekomen. Er zijn sinds 2006 dus acht jaar verstreken zonder dat ik ooit ideeëloos heb gelezen of geschreven. Als ik het google, vind ik ook eerst alleen maar links naar spellingspagina’s, totdat ik het (met enige Rotterdamse hilariteit als gevolg) zie als bijvoeglijk naamwoord bij Ajax (bron; opvallend trouwens: ook de tweede en derde inhoudelijke link, dus niet over spellings, gaan over voetbal).

Nouja, als je 8 jaar intensief met tekst bezig kunt zijn zonder zo’n woord ooit te hoeven spellen… en die voetbaljournalisten, die weten hoe het moet. Want dat is het hele eiereneten van spelling: op een paar goed leerbare dingetjes na, zoals de d’s en de t’s, weet je hoe je de woorden schrijft die je vaak tegenkomt, omdat je ze vaak tegenkomt. En anders zoek je ze op (hier). Spellen is daarom makkelijker dan je denkt. Door al dat gehakketak leek dat wel eens anders. Ik ben blij dat op spellingsgebied de rust is weergekeerd.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Teleteksten verschillen in ‘so what’

Louise Cornelis Geplaatst op 10 november 2014 door LHcornelis10 november 2014  

Het is een oefening die ik regelmatig doe in mijn trainingen: de kop bedenken bij een nieuwsbericht. Het is een oefening in synthetiseren: het beknopt formuleren van de ‘so what’, iets wat je bij piramidaal schrijven en presenteren ook moet doen.

Vandaag lijkt het alsof de Teleteksten van Nederland en Vlaanderen die oefening ook hebben gedaan, en tot een verschillende interpretatie zijn gekomen. Het gaat om hun berichten over het Catalaanse referendum. De Nederlandse kop luidde om een uur of tien vanochtend:

Meeste Catalanen stemmen niet

Die op Één:

80 % stemmen wil Catalaanse staat

Inderdaad twee mogelijke so whats op basis van de data: 5,5 miljoen stemgerechtigden, daarvan ging 2,2 miljoen stemmen, en daar weer van stemde 80 % voor. Maar een heel andere kleuring, die ook tot een andere conclusie in het hoofd van de lezer zullen leiden voor wat betreft de gewenste opvolging van het referendum is: niet serieus nemen (NL) versus gaan werken aan onafhankelijkheid (Eén).

En precies dat is wat je doet, wat je moet doen, bij synthetiseren: nadenken over de gewenste conclusie in het hoofd van de lezer.

PS ik zocht even naar de bronnen voor dit stukje, en toen zag ik dat op de Nederlandse pagina (125) nog steeds dat ‘Meeste Catalanen stemmen niet’ staat, maar op overzichtspagina 100 verschijnt nu ‘Catalanen geven Madrid signaal’. Dat is opmerkelijk, want dat is juist de andere richting op sturend. Ook op Éen is de kop lichtelijk aangepast: ’80 % wil onafhankelijk Catalonië’. Het lijkt erop dat het een beetje zoeken is naar de goeie so what. 

(als bronvermelding heb ik even wat snelle screendumps in een Powerpoint gezet).

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Verband expliciteren moet je doen

Louise Cornelis Geplaatst op 8 oktober 2014 door LHcornelis8 oktober 2014  

Zowel deze als vorige week werk ik aan het redigeren van grote stukken tekst, een boek en een rapport. Het is vast niet toevallig dat beide teksten eraan lijden dat er onvoldoende verband zit tussen de onderdelen: de structuur is te impliciet. Je krijgt dat als deskundigen vooral bezig zijn met feiten op een rijtje zetten, dus met stukjes inhoud achter elkaar zetten. Dat is allemaal heel mooi en aardig, maar wat het verband is tussen die stukjes inhoud, daarnaar is het raden. Brokjes bij elkaar horende informatie maakt nog geen leesbare tekst.

Ik schreef vorige week in mijn feedback aan één van de twee schrijvers dan ook dat verband expliciteren simpelweg iets is wat je moet dóen. Ik bedoel: verband is er niet vanzelf, je moet het aanbrengen.

Een verband tussen onderdelen van de tekst leg je aan door expliciet te verwoorden:

  1. De relatie tussen het desbetreffende onderdeel en het grotere geheel en/of de voorafgaande delen. Hiërarchisch gezien, zoals in een piramide, is dat dus het verband omhoog en naar links. Bijvoorbeeld: een hoofdstuk ten opzichte van het grotere geheel en/of ten opzichte van de vorige hoofdstukken
  2. De relatie tussen het desbetreffende onderdeel en de constituerende onderdelen, hiërarchisch gezien dus omlaag, oftewel een hoofdstuk (standpunt) en zijn paragrafen (argumenten).
  3. De rode draad die die constituerende onderdelen verbindt (dus tussen de paragrafen onderling, hiërarchisch gezien horizontaal). Bijvoorbeeld: er volgen nu allemaal knelpunten.
  4. Wat de constituerende delen samen betekenen (de ‘so what’ van het hoofdstuk).

Dat lijkt veel, maar het kan in één moeite door. Dat wordt dan bijvoorbeeld zoiets (fictief voorbeeld):

Zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien, was de wet in opzet goed (1). Er blijken echter bij de uitvoering knelpunten te zijn waardoor het effect gering blijkt (4). In de volgende vier paragrafen komen deze knelpunten aan de orde (2, 3)

Het lijkt veel, en soms ook saai, maar als je dit soort relaties níet expliciet maakt, is een tekst voor een lezer een legpuzzel. Het vraagt bijvoorbeeld vaak veel inhoudelijke kennis om te zien wat voor brokje informatie iets is: een reden, argument, knelpunt, probleem, oorzaak, gevolg? Lezers puzzelen niet altijd graag, en bovendien loop je altijd het risico dat ze een verkeerd verband aannemen, dus dat ze de puzzel verkeerd oplossen. Geef het ze dus maar expliciet. Die verbanden zitten vast wel in je hoofd. Bovendien is het expliciteren een check op je structuur: als je het verband niet kunt verwoorden, klopt het waarschijnlijk niet, of is het te ingewikkeld.

Dé plek voor het aanbrengen van verbanden is de inleiding, op elk niveau in de tekst:

  • Aan het begin van de tekst, in een hoofdstuk ‘inleiding’.
  • Aan het begin van elk hiërarchisch deel, dus in een stukje tussen de hoofdstuktitel en de eerste paragraaf, tussen het paragrafkopje en de eerste subparagraaf, enzovoort.
  • In inleidende zinnen tot opsommingen.

En let op: alleen aankondigen welke onderdelen er volgen, is nog geen verband. Als ik mijn voorbeeldje zou veranderen in een zinnetje als ‘in de volgende paragrafen komen deze onderwerpen aan de orde’, gevolgd door een opsomming, dan weet ik nog niet dat die onderwerpen knelpunten zijn, noch wat hun relatie is met het grotere geheel. Dat soort opsommingen van wat er aan de orde komt zijn zijn lege aankondigingen. Niet voor niets hebben veel lezer daar een hekel aan: dat voegt niets toe.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Schrijfboek blijkt taaie kluif

Louise Cornelis Geplaatst op 29 september 2014 door LHcornelis29 september 2014  

Via een weblog over schrijven in organisaties was ik geattendeerd op het boek Several short sentences about writing van Verlyn Klinkenborg. Het klonk interessant, dus ik heb het boek gekocht en ben eraan begonnen. Ik ben tot ongeveer de helft gekomen, en toen heb ik het opgegeven. Er staan hartstikke interessante en vernieuwende ideeën over schrijven in, maar ik vond het lezen een veel te taaie kluif. En daarom geloof ik die ideeën ook niet zo.

Het boek ziet er helemaal zo uit, dit is een willekeurige pagina:

severalshortsentences

 

Elke zin begint aan de kantlijn, en soms springt de zin zelfs middenin naar de kantlijn, zoals achter een komma. Er is verder geen hiërarchie of indeling, niet anders dan de witregels tussen de alinea’s en die streep om inhoudelijke blokken van elkaar te scheiden. Maar die hebben verder geen naam of inleiding of wat dan ook.

Met deze manier van schrijven denk ik dat Klinkenborg schrijft volgens zijn eigen uitgangspunt: de taak van de schrijver is het maken van zinnen. Niet meer en niet minder dan dat. Je bedenkt een zin, schrijft hem op, en gaat dan door naar de volgende zin. Dat is alles.

Dat is een interessante gedachte, en in het uitwerken ervan zegt Klinkenborg ook nog een boel andere interessante dingen, die ook nog eens ingaan tegen veel gevestigde kennis. Bijvoorbeeld, dat zie je net in het stuk hierboven, dat je niet mag ‘outlinen’, dus niet vooraf een structuur bedenken. Nou is er inderdaad tegen dat outlinen wel wat in te brengen, onder andere dat je daardoor tijdens het schrijven minder op nieuwe ideeën komt. Maar een tekst is toch echt niet alleen maar lineair, zin-na-zin. En niet elke schrijver komt spontaan met veel denkwerk tot een serie van heldere zinnen waarmee de lezer uit de voeten kan.

Tot zo ver toch nog niks aan de hand. Ik vind het prima om ideeën te lezen waar ik het soms wel en soms niet mee eens ben. Dat was het probleem niet. Nee, ik werd als lezer doodmoe. Van steeds maar dat springen naar de kantlijn. Van steeds opnieuw weer al die brokjes aan elkaar proberen te lijmen. Steeds maar de verbanden zelf in moeten vullen. Daardoor ging ik de schrijver als pedant ervaren: wie ben jij om mij zo weinig tegemoet te komen en me daardoor te vragen me zo in te spannen?

Ik knapte daarop af. Als ik er niet doorheen kom, en ik neem mijn eigen leeservaring serieus, dan zijn er dus lezers die niet uit de voeten kunnen met deze manier van schrijven. En dus is het geen aanbevelenswaardige manier, geen handige didactiek. Als er één inzicht in ontbreekt, is het wel dat lezers verschillen. Sommige lezers, zoals Alison van het weblog Writing in Organisations, spreekt Klinkenborgs stijl aan; andere niet – en zo zijn er wel meer verschillen. Als je je lezers niet door-en-door kent, is het wel zo netjes hen wat meer tegemoet te komen. Vind ik. En dat doe je onder andere door meer verband in je tekst aan te brengen.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Probleem is geen argument voor oplossing

Louise Cornelis Geplaatst op 26 september 2014 door LHcornelis25 september 2014  

Ik zag deze week een paar keer achter elkaar een zelfde soort argumentatie die erop neerkomt dat er wordt gezegd: X is de oplossing, want Y is het probleem. Dat is dan zoiets als: slik een aspirientje, want je hebt hoofdpijn. Bij zoiets alledaags is dat zelfs al discutabel (alsof er geen andere manieren zijn om met hoofdpijn om te gaan), maar bij wat complexere zaken is de relatie tussen de oplossing en het probleem vaak een heel stuk onduidelijker.

Hoe argumenteer je in zo’n geval wel goed? Nou, als uitgangspunt neem je de argumentatie: Doe X, want dat gaat probleem Y oplossen. Dan moet je natuurlijk vervolgens laten zien dat dat laatste inderdaad het geval is. Dat kan op verschillende manieren. Ik geef twee voorbeelden, de meest frequente, en allebei niet honderd procent waterdicht, maar wel prima bruikbaar:

  • De argumentatie op basis van analogie: Y werkte in soortgelijke gevallen namelijk ook, bijvoorbeeld bij andere maar voldoende gelijksoortige organisaties met een zelfde probleem. Vaak tref je dan de term best practice aan: iets doen omdat het best practice is, is argumenteren op basis van analogie. (een aspirientje werkt ook bij andere mensen goed/het beste tegen hoofdpijn)
  • De argumentatie op basis van afgewogen criteria: de oplossing moet aan drie criteria voldoen; we hebben van vijf opties onderzocht in welke mate ze aan die criteria voldoen, en toen rolde X als beste uit de bus. (criteria zijn bijvoorbeeld een snelle verlichting van de pijn, de oplossing al in huis hebben, en gewoon door kunnen blijven werken)
Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Als TomTom-meldingen piramidaal geschreven werden…

Louise Cornelis Geplaatst op 25 september 2014 door LHcornelis25 september 2014 2

Erg leuke post op Letters & Links, het blog van Anneke Nunn: wat als TomTom-meldingen geschreven werden door een… en vul dan maar in. Het inspireerde mij tot het schrijven van een piramidale TomTom-melding, twee zelfs: eentje met een waarom-onderbouwing (Minto’s logical argument) en eentje met een hoe-onderbouwing (grouping). Eronder enige uitleg.

Dus, wat als TomTom-meldingen geschreven zouden worden door een adviseur die schrijft volgens het piramideprincipe:

 

1.

Rechtsaf slaan

U bent onderweg van huis naar Delftweg 9 te Rotterdam. U weet echter niet hoe u moet rijden. Uw vraag aan ons was daarom wat de beste route is. Uit ons onderzoek is geleken dat het optimaal is om over 300 meter rechtsaf te slaan. Hieraan ligt de volgende argumentatie ten grondslag:

  • Uw belangrijkste criterium is snelheid.
  • Van alle mogelijke routes naar uw bestemming, is die via de afslag naar rechts over 300 meter de snelste:

– Als u bij die afslaag naar rechts gaat, bedraagt de reistijd 38 minuten.

– Als u bij die afslag rechtdoor gaat, komen er 5 extra minuten bij

– Als u bij die afslag linksaf gaat, komt er ruim een half uur bij.

  • Daarom kunt u het beste over 300 meter naar rechts afslaan

* * *

Wij hebben u met plezier van dit advies voorzien en helpen u graag bij de implementatie ervan.

2.

Rechtsaf slaan

U bent onderweg van huis naar Delftweg 9 te Rotterdam. U weet echter niet hoe u moet rijden om zo snel mogelijk op uw bestemming aan te komen. Uw vraag aan ons was daarom wat de beste route is. Uit ons onderzoek is geleken dat het optimaal is om over 300 meter rechtsaf te slaan. U zet daartoe de volgende stappen:

– Als u de afslag nadert, vermindert u snelheid.

– U geeft richting aan naar rechts.

– U sorteert voor in het rechtervak.

– U slaat af naar rechts.

* * *

Wij wensen u veel rijplezier en zien ernaar uit om u enige tijd na het afslaan van vervolgadvies te voorzien.

——————————————————————————————

Je ziet in deze voorbeelden de volgende kenmerken van een piramidaal adviesrapport (en zie verder vooral ook Adviseren met Perspectief):

  • Koppen en titels bevatten een boodschap, hier de hoofdboodschap in telegramstijl
  • Inleiding volgt stramien situatie – complicatie – vraag – antwoord; dat antwoord is de hoofdboodschap
  • De hiërarchie is zichtbaar: de onderbouwing (argumenten, acties) springen in.
  • De onderbouwing beantwoordt naar aanleiding van de hoofdboodschap ofwel ‘waarom’ ofwel ‘hoe’, dus de basis van de structuur is een impliciete, simpele en eenduidige vraag-antwoorddialoog tussen adviseur en geadviseerde (schrijver en lezer).
  • Beide voorbeelden voldoen aan de hogere eisen aan logica en samenhang: het logical argument volgt Minto’s regels van het volledig uitgeschreven argumentatieschema met dwingende conclusie, inclusief de herhaling van de conclusie in de derde bullet; de grouping is MECE, van gelijk niveau van abstractie en logisch geordend en leidt tot de so what op het niveau erboven.
  • De drie sterretjes en daarna het slotwoord zijn niet zozeer onderdeel van het piramideprincipe, maar zo gaat het wel bij bijvoorbeeld McKinsey: de sterretjes duiden aan dat de piramide daar eindigt, en dan kun je nog wat aardigs zeggen met een mooie vooruitblik.
Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Klare taal of niet?

Louise Cornelis Geplaatst op 8 september 2014 door LHcornelis8 september 2014  

Via de LinkedIn-groep over Begrijpelijke Taal werd ik geattendeerd op een artikel in Binnenlands Bestuur over de vraag of eenvoudig taalgebruik in alle overheidsteksten mogelijk is. Het eindigt nogal open, vind ik, maarja, misschien is dat ook wel terecht en is de discussie nog onbeslecht. Ik ben overigens wel geneigd mee te gaan met de geïnterviewde hoogleraar uit mijn vakgebied Carel Jansen: eenvoudig is niet altijd mogelijk of wenselijk. Begrijpelijke taal wel, maar begrijpelijk voor wie? De ene lezer kan nou eenmaal meer hebben dan de ander.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑