↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Beginnen kan smaller dan je denkt

Louise Cornelis Geplaatst op 11 maart 2015 door LHcornelis11 maart 2015  

Ik had de afgelopen tijd een paar ervaringen met een beginzin die volgens mij vaker voorkomen. Altijd lastig, beginnen. De truc is: gewoon doorschrijven en ‘m later verbeteren.

Ik ben bezig met een artikel over zakelijk schrijven. In de eerste, handgeschreven versie begon ik met ‘In onze kenniseconomie moeten professionals veel lezen voor hun werk’. Ik wist meteen dat dat ‘m niet was, met dat moeten erin, en van die kenniseconomie kreeg ik ook een beetje jeuk.

Bij het overtypen, 2e versie dus, maakte ik ervan ‘In wat wel onze kenniseconomie genoemd wordt, besteden professionals veel tijd aan lezen’. Dat was hem nog niet, en dat zal hem vooral in die kenniseconomie. Ik wilde daar wat afstand van nemen, want het is zo’n algemene, abstracte term (als ik om me heen kijk, zie ik nergens ‘kenniseconomie’) die ook nog eens niet voor iedereen opgaat (de groenteboer bijvoorbeeld). Maar door afstand te nemen in de formulering, legde ik er alleen maar meer nadruk op, alsof er een verhandeling over het begrip zou volgen.

Het artikel vergde nogal wat schaafwerk, en ergens in al dat geschaaf zag ik het ineens: weg met die kenniseconomie! De begin zin is nu: ‘Veel werkende mensen besteden een groot deel van hun werktijd aan lezen’. Prima, dat was ‘m. Nog een boel versies later is daar niets meer aan veranderd.

Die kenniseconomie, die sloop erin vanwege een neiging om net iets te breed, globaal, algemeen te willen beginnen, met een algemene uitspraak over het tijdsgewricht of de maatschappij. Veel beginzinnen vind ik daarom clichématig (‘We bevinden ons in een tijd waarin verandering aan de orde van de dag is’) of ronken, bijvoorbeeld (bron):

We bevinden ons in een cruciaal tijdsgewricht waarin een oude en een nieuwe wereld tegenover elkaar staan, elk met eigen belangen.

Oja joh? Dat zegt vooral iets over het wereldbeeld van de schrijver, net zoals mijn ‘in wat wel de kenniseconomie genoemd wordt’.

Een ander te breed begin is te ver terug gaan in de geschiedenis: ‘Er was een tijd dat de informatiehoeveelheid nog niet zo groot was’. Ik noem dat wel eens de ‘In den beginne’-inleiding, of de ‘Adam en Eva’-inleiding.

Wat een inleiding moet doen, is de lezer focussen op de kern van de tekst. Niet minder, maar zeker ook niet meer dan dat. Die eerste zinnen moeten daartoe net genoeg doen om die kern te kunnen plaatsen. En dat is vaak minder dan de schrijver nodig heeft om op te kunnen starten.

Want dat is het: ik moest als schrijver zelf even op gang komen. Dat is prima. Kom op gang, schrijf de tekst, en keer later terug naar het begin. Kan dat wat sneller ter zake wellicht? Dat lukt met een ‘smaller’ begin. Daar heeft de lezer baat bij.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Schrijven om jezelf te dwingen te denken

Louise Cornelis Geplaatst op 3 maart 2015 door LHcornelis3 maart 2015  

In de NRC van vorige week zaterdag (de 21e) stond een mooie column van Martijn Katan onder de titel ‘Stiekem ben ik een docent’. Hij schrijft over schrijven: eerst over dat van journalisten, later in vergelijking met wetenschappers zoals hij zelf ook is. Die zijn altijd geneigd om slagen om de arm te houden, daar waar journalisten de essentie eruit pikken. Veel wetenschappelijk proza is daardoor ‘in tienduizend moeilijke woorden niets zeggen’.

Zijn eigen doel bij zijn wetenschappelijk werk en in zijn schrijven is daarom ‘niet essentiële verschillen weglaten zodat de essentiële overeenkomsten overblijven en ik natuurwetten kunnen worden vastgelegd’. Oftewel, voor wat betreft schrijven: beslissen wat er weg kan en wat niet.

En dan komt de slotalinea die ik prachtig vind én uitermate herkenbaar:

Mijn columns moeten leuk zijn om te lezen, maar net als een goede journalist wil ik meer dan u vermaken, ik wil u iets laten zien, iets uitleggen, iets leren. En tijdens die moeizame pogingen om dat voor u op te schrijven groeit mijn eigen inzicht. Zo leer ik zelf nog het meest van mijn stukjes. Ik schrijf dus in de krant om mezelf te dwingen een onderwerp te doordenken, als sport dus, en een beetje uit ijdelheid. Maar stiekem hoop ik toch dat u er iets van leert.

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Drogredenen inderdaad onredelijk

Louise Cornelis Geplaatst op 24 februari 2015 door LHcornelis24 februari 2015  

In de argumentatieleer kun je op basis van regels bepalen of een arumentatie deugdelijk is of niet, dus of je een geldige zet dus of een ongeldige, ook wel drogreden genoemd. Dat is zwart-wit: je argumentatie is redelijk of niet. De praktijk van taalgebruik is echter helemaal niet zo zwart wit: soms kom je weg met drogredenen, en een goede argumenteerder weet handig te manoevreren met zijn zetten.

Desalniettemin blijkt uit onderzoek dat gewone taalgebruikers wel degelijk drogredenen minder redelijk vinden. Dat leerde ik gister bij de taalbeheersingslezing* van Bert Meuffels. Hij doet al jarenlang onderzoek naar de beoordeling van argumentatie door gewone mensen, meestal scholieren. Het gaat dan om bijvoorbeeld de ad hominem (persoonlijke aanval), in deze voorbeelden steeds de laatste gespreksbijdragen:

Voorbeeld 1, okee:

A: Ik vind jou echt een onbetrouwbaar iemand

B: Hoe kom je daarbij?

A: We spraken af dat je het tegen niemand zou doorvertellen, en nou weet het hele dorp het al.

Voorbeeld 2: drogredelijk

A: Ik denk dat de koop van een occasion de beste keus voor ons is

B: Volgens mij moeten we een nieuwe kopen: het onderhoud is veel goedkoper

A: Kom nou toch! Wat weet jij daar nou van? Je hebt geen greintje verstand van auto’s!

Proefpersonen beoordelen de drogredelijke op een schaal van 1 (onredelijk) tot 7 (redelijk; 4 is dus neutraal) met een 3,08 gemiddeld, en de niet-drogredelijke met 5,08. En daarbij gaat het in dit onderzoek niet zozeer om de absolute getallen, maar om de telkens terugkerende rangorde: de drogredelijke zet scoort lager dan de niet-drogredelijke. Dat geldt ook in andere landen, en in verschillende domeinen: bovenstaande voorbeelden komen uit het huiselijk domein, maar in de politiek en wetenschap is de rangorde niet anders.

Dus: drogredenen zijn niet alleen onredelijk omdat ze niet mogen van de argumentatieregels, ze worden ook als onredelijk ervaren door gewone taalgebruikers.

 

 

* Die lezingen worden met enige regelmaat georganiseerd door de vakgroep Taalbeheersing in Leiden waar ik af en toe voor werk.

 

 

 

 

 

Geplaatst in Gesprek & debat, schrijftips | Geef een reactie

Beter woord voor ‘emergerend’?

Louise Cornelis Geplaatst op 19 februari 2015 door LHcornelis17 februari 2015  

Onlangs gebruikte ik in een binnenkort te verschijnen artikel (daarover t.z.t. meer) het woord emergerend. Dat is niet zo mooi, kreeg ik van de redactie te horen. Nee, klopt, maar ik weet echt niets beters als vertaling van het Engelse emergent, in de context van emergent change.

De woordenboekvertaling daarvan is verschijnend, te voorschijn komend of opkomend, maar ‘verschijnende’ of ’tevoorschijnkomende’ verandering. – urgh, dat is geen verbetering. ‘Opkomend’ vind ik bovendien te zeer een positieve bijbetekenis hebben. Ten slotte denk ik dat mensen die de Engelstalige literatuur over organisatieverandering en/of het werk van Thijs Homan kennen, die Nederlandse woorden niet herkennen, en dat is ook een gemiste kans.

Daarom: toch maar emergerend, eventueel met toelichting. Of weet iemand iets beters? Dat hoor ik dan graag.

Enne: lastig kan het soms toch zijn, hè, schrijven/vertalen!

Geplaatst in schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

‘So what?’ voor vrouwelijke sporters

Louise Cornelis Geplaatst op 10 februari 2015 door LHcornelis15 juni 2017  

In mijn favorieten-lijstje waar ik het gister ook over had, trof ik er nog eentje aan die ik had bewaard omdat ik er zo mooi mee kan illustreren waar mijn werk op neerkomt. Het is een tweet die in mijn Triathlon-twitter-kringen werd geretweet, afkomstig van van ‏@laurent_bannock. Die kondigt aan een “Overall take home message for female athletes with regards to nutritional considerations”, onder verwijzing naar deze slide*:

Slide met veel tekst

Wat mij betreft, staat die take home message er precies níet. Ik kan me niet voorstellen dat een vrouwelijke sporter de riedel eronder mee naar huis moet nemen namelijk. Ik denk dat ze zich afvraagt: ‘dus?’ (so what?).

Nou ben ik een vrouwelijke sporter, dus ik mag me dat zeker afvragen. Eigenlijk kom ik er niet uit, of althans, ik moet een beroep doen op wat ik weet, namelijk dat veel vrouwelijke sporters te weinig eten, vaak zelfs een eetprobleem hebben (ik niet hoor!). Dat kan ik relateren aan wat er staat, want dan is wat er staat argumentatie voor de boodschap ‘zorg dat je genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt’. Haar vervolgvraag is ‘welke’ en dat gaat om eiwit, koolhydraten en micronutriënten, zoiets (met behoud van jargon overigens):

Make sure your diet contains all necessary nutrients:

• Protein: needed for for the building and repair of muscle tissue
• Carbohydrates: needed for muscle glycogen replacement
• Micronutrients: needed for…

– Bones (calcium, magnesium, vitamin D)
– Energy production (B vitamins)
– Red blood cell and haemoglobin synthesis (iron, folate, B12)
– Immune function (zinc, antioxidants, iron)

Frappante boodschaploze slide is het origineel, omdat het wel een take home message aankondigt – aankondigt, maar niet geeft. En dat zie ik best wel vaak gebeuren, zeker in het werk van deskundigen: de kennis staat er, maar de betekenis ervan voor ‘gewone’ mensen net niet. Schrijvers en presenteerders helpen die boodschappen wél te verwoorden, is de kern van mijn werk.

Overigens denk ik dat je dan nog niet veel bereikt tegen eetproblemen, maar dat is een andere kwestie.

————–

* Als je de slide op het plaatje slecht kunt lezen, dit staat er:

Overall take home message for female athletes with regards to nutritional considerations

Protein intake must be adequate for the building and repair of muscle tissues, while adequate carbohydrate intake is needed for muscle glycogen replacement. In addition, many of the micronutirents needed for bone (calsium, magnesium, vitamin D), energy production (B vitamins), red blood cell and haemoglobin synthesis (iron, folate, B12) and immune function (zinc, antioxidants, iron) must be present in the diet.

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Alweer een inspirerende NACV-meeting

Louise Cornelis Geplaatst op 6 februari 2015 door LHcornelis4 februari 2015  

Zoals ik eerder aankondigde, was ik vorige week naar de Expertmeeting van het NACV. Net als de vorige keer dat ik er was, twee jaar geleden, vond ik het een leuke en nuttige dag. Ik ervoer hem wel ook als heel anders, deels omdat het contrast tussen wetenschap en ‘de praktijk’ dan wel de karikatuur van dat laatste me nu niet is opgevallen, en deels omdat ik zelf wat deed (daar kom ik zo op terug).

Wat hetzelfde was, was dat ik sommige presentaties inspirerend en nuttig vond voor mijn eigen praktijk. Marjolein Bolster-Van der Werff & Thea Mepschen van de Hanzehogeschool beschreven bijvoorbeeld een intensieve schrijfdag waarvan ik dacht: ‘zo zou ik een training ook aan kunnen pakken’ en Jacky van den Dikkenberg van de HvA beschreef een leesvaardigheidstraining die me onmiddellijk op ideeën bracht voor een leestraining voor professionals. Alleen al daarom was de dag goud waard (en de moeite van de reis, want ik ‘strandde’ met de trein in Driebergen door een kabelbreuk en kwam uiteindelijk 45 minuten te laat).

Verder was ook de lezing van Jacqueline van Kruiningen en Femke Kramer van de RUG interessant. Die ging over ‘schrijven over schrijven’ door eerstejaars studenten, en wat daarin aan de orde kwam, was dat studeren op de universiteit natuurlijk óók een socialisatieproces betekent: je aanpassen aan hoe de dingen daar zoal gaan, inclusief schrijven.

Dat was meteen een bruggetje naar onze eigen discussie, over dat wij (Willy Francissen en ik) in de praktijk ervaren dat we een boel van dat aangeleerde gedrag weer moeten ‘afleren’: de praktijk stelt andere eisen aan schrijfvaardigheid dan de wetenschap, en veel professionals vereenzelvigen schrijven met die ene manier die ze tijdens hun studie hebben geleerd. Ik vond het een leuke discussie, we hebben de deelnemers duidelijk wel geprikkeld en aan het denken gezet, dus doel bereikt.

Wel had ik de indruk dat we een beetje preekten voor eigen parochie, of liever gezegd: dat we geen representatieve dwarsdoorsnede van universitair docenten in de groep hadden. Dat schrijven uit meer bestaat dan alleen volgens de academische conventies, daar was iedereen het wel mee eens. Maar wat daar precies de consequenties van moeten zijn, daarover was meer discussie. Bijvoorbeeld: als je studenten ook iets anders wilt laten schrijven, moet dat dan vanaf het begin, of wil je ze juist eerst aan de wetenschappelijke conventies laten wennen voordat je er iets naast zet? Daar zou wat ons betreft mee geëxperimenteerd moeten worden.

Aan het slot vatte Albert Pilot de dag samen. Hij was ook bij onze discussie geweest en vatte die samen als: wat als de studenten moeten weten dat er andere genres, contexten en lezers zijn, maar ondertussen de hele omgeving ‘framet’ richting die ene manier, de wetenschappelijke? Dat vond ik wel een mooie samenvatting, dus dat deed me deugd. En toen ging de terugreis gelukkig ook een stuk vlotter dan heen, dus ik kwam tevreden thuis.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Waarom is geen hoe

Louise Cornelis Geplaatst op 4 februari 2015 door LHcornelis4 februari 2015  

Afgelopen zondag schoot ik tijdens het kijken naar Studio Sport in de lach. Na de samenvatting van de wedstrijd van FC Utrecht werd trainer Rob Alflen geïnterviewd, en die deed iets wat ik uit adviesrapporten ken: een waarom-vraag beantwoorden met vertellen hoe het zo gekomen was. In het (langere) filmpje op de website is het de passage die na 1 minuut begint.

De journalist vraagt aan Alflen waarom Alflen Kali toch had opgesteld – die had in de week ervoor een mede-speler een gebroken kaak geslagen. Alflens antwoord beschrijft hoe ze bij de club tot de beslissing zijn gekomen. Dat is geen antwoord op de vraag. De journalist doet nog een poging, en zodoende komt er later dan nog iets van argumentatie doorschemeren, maar makkelijk gaat dat niet.

De vraag ‘waarom’ beantwoorden met een beschrijving van een proces, dat zie ik ook wel in adviesrapporten. De onderbouwing van het advies is dan: ‘we hebben dit-en-dat uitgezocht en zus-en-zo op een rijtje gezet en dat zorgvuldig afgewogen en toen kwam dit advies eruit’. Dat is geen argumentatie voor het advies. Het wordt nog een klein beetje overtuigend als je alle afwegingen heel expliciet maakt, dus vooral goed uitlegt aan welke criteria de oplossing moest voldoen. Maar dan nog is het geen argumentatie.

Argumenten beginnen met omdat. Zo kun je gauw zien dat een procesbeschrijving dan niet de bedoeling is: ‘beste klant, u moet X doen, omdat we het zus-en-zo hebben aangepakt’. En dat is het hele eiereneten: een goed andviesrapport beantwoordt vragen van de klant, zet dus de klant centraal, niet het eigen proces.

Tenzij je natuurlijk niet zo graag het echte antwoord wil geven. Ik denk dat dat Rob Alflen parten speelde. Een speler die net zoiets heeft uitgevreten gewoon opstellen, dat is wel heel erg opportunistisch. Het is nog opportunistischer dat FC Utrecht Kali nu alsnog heeft geschorst. En dan noemen ze het een ‘inschattingsfout’. Tsja.

Geplaatst in Opvallend, Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

‘Concept’ nodigt uit tot commentaar

Louise Cornelis Geplaatst op 29 januari 2015 door LHcornelis29 januari 2015  

In de organisaties waar ik voor werk, moedig ik het gebruik van ‘halffabricaten’ van het schrijfproces aan: leg collega’s, je baas of zelfs je klant of andere beoogde lezer een structuur voor en/of de eerste versie van je tekst, om tijdig input te verzamelen en bij te kunnen sturen. Dat is een goed middel tegen de neiging die wij allemaal op school aangeleerd hebben gekregen, namelijk om schrijven te zien als eenzame onderneming die moet leiden tot een perfect eindproduct. Zo werkt schrijven in organisaties niet, en de neiging leidt tot verschillende problemen, onder andere vaak tot grote frustratie als de baas dat perfecte eindproduct helemaal niet zo perfect vindt, en zegt dat het helemaal anders had gemoeten.

Werken met halffabricaten gaat echter niet zonder slag of stoot. Meest gehoorde probleem is dat de input-gevers toch op dingen gaan letten die er nog helemaal niet toe doen. Vooral is dat dan het corrigeren van typ- en spelfouten en leestekens in de eerste versie van de tekst. Daar gaat het nog helemaal niet om dan, het gaat er in dat stadium alleen om of de goede inhoud op de goede plek staat. Juist het perfectioneren van de verzorging kost heel veel tijd, die verloren is als de tekst toch nog op zijn kop gaat. Ik hoorde laatst over een extreem geval van een leidinggevende die eerst alleen maar naar de komma’s keek, en als die goed waren pas naar de inhoud. Tsja, daar help je schrijvers echt niet mee.

Onlangs hoorde ik ook een nieuw probleem, namelijk dat input-gevers op basis van een eerste versie veel meer ter discussie stellen dan wanneer je hen een ‘affe’ tekst voorlegt, bijvoorbeeld ook de methode van onderzoek. Dat zou in dat stadium allang een gepasseerd station moeten zijn. Ik heb niet de tekst zelf gezien, het zou kunnen zijn dat er formuleringen zijn die dat soort commentaar oproepen. Los daarvan kwamen we erop uit dat het benoemen van een tekst als ‘concept’ misschien oproept dat alles nog ter discussie staat. Dat zou je framing kunnen noemen: de formulering (‘dit is nog maar een concept’) lokt een bepaalde manier van kijken en reageren uit.

Als schrijver kan je kijken of je bewust een ander frame kunt kiezen. Het lijkt mij verstandig om heel expliciet te maken wat je verwacht van de input-gever, en daarover tot een akkoord te komen. Ook denk ik dat het beter gaat als de input-gever ook al naar de opzet van de structuur gekeken heeft, want dat is het moment om echt nog te steggelen over de aanpak. Eenmaal daarmee akkoord, moet die niet daarna alsnog ter discussie staan.

En verder is goed samenwerken bij het schrijven iets wat je als organisatie ook simpelweg moet leren: schrijvers, maar ook degenen die hen input geven. En dat gaat niet zonder slag of stoot of zomaar in één keer goed. Er is sowieso geen enkel middel dat ervoor zorgt dat elk schrijfproces rimpelloos verloopt. Al is het alleen maar omdat er écht voortschrijdend inzicht kan zijn, op basis waarvan het in een laat stadium allemaal toch weer anders moet. Dat schrijven ‘eigenlijk’ probleemloos zou moeten zijn, is ook zo’n maf idee. Een beetje frustratie hoort erbij!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Kwaliteitseisen van veeleisende klanten

Louise Cornelis Geplaatst op 14 januari 2015 door LHcornelis14 januari 2015  

Vorige week kreeg ik de vraag aan welke kwaliteitseisen een rapportage in de zakelijke dienstverlening tegenwoordig voldoen, dus wat maakt een rapport echt goed? Ik kreeg die vraag van iemand van een nieuw bedrijf dat zich nadrukkelijk op het hogere marktsegment richt. En daar hoort inderdaad natuurlijk uitmuntend rapporteren bij. Ik kan die kwaliteitseis met één woord omschrijven: maatwerk.

Ik hoor om me heen twee geluiden: enerzijds dat klanten in de zakelijke dienstverlening steeds veeleisender worden. Daardoor scheurt de markt in tweeën: het ene gedeelte gaat in de op de eis tot steeds goedkoper en wordt zo een prijsstunter; het andere gedeelte gaat in de op de eis tot hogere kwaliteit. In die laatste kringen moeten dienstverleners ‘raak’ schieten om competitieve acquisities te winnen. Want dat is het andere geluid: dat bedrijven acquisities verliezen omdat een andere partij beter in de gaten had waar het werkelijk om ging. Je kunt niet meer wegkomen met vertoon van kennis, je moet duidelijk maken dat jij als geen ander precies het probleem van de klant doorgrondt en op kunt lossen. Ga er maar aan staan!

Klanten accepteren geen pasklare standaard-oplossingen, ze willen dat hun dienstverlener betrokken is en er echt op gericht hen te helpen. Voor schrijven betekent dit dat ook elke tekst maatwerk is. Geen vaste sjablonen met kopjes waaronder ‘niet van toepassing’ staat, geen vaste tekstblokken die met wat knip- en plakwerk aan elkaar worden verbonden. Niet een oud rapport gebruiken en met zoek-en-vervang een nieuwe klantnaam erin zetten. Doe altijd eerst een grondige bezinning op hoe je de klant met deze tekst vooruit kan helpen. Vaak is het nodig om hem daarvoor nog wat beter te leren kennen. Investeer dus in het klantcontact. Praten is vaak de beste oplossing voor schrijfproblemen. Om in de metafoor te blijven: om maatwerk te leveren, moet je de maten secuur opnemen.

Iets concreter komt dat maatwerk dan vaak (maar niet altijd – er zijn geen standaard-aanpakken!) neer op een tekst die de échte vraag van de klant expliciteert, daar een helder antwoord op geeft, en dat antwoord dan verder uitwerkt al naar gelang de informatiebehoefte van de klant. Goed gedoseerd, dus niet te lang en niet te kort. In klare taal, dus zonder jargon, clichés of stijve schrijftaalzinnen. Netjes verzorgd. Tijdig afgeleverd op een voor de klant handige manier (papier versus digitaal, tekst versus presentatie, enzovoort). Soms met wat humor, soms met wat extra vriendelijke woorden. Maar soms dus ook juist helemaal anders!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Filmpje kracht piramideprincipe

Louise Cornelis Geplaatst op 14 januari 2015 door LHcornelis14 januari 2015  

Op de website van de concullega’s van de Obermangroep (met wie ik overigens een vriendschappelijke relatie onderhoud) staat een geweldig filmpje dat laat zien wat de grote winst is van schrijven en presenteren volgens het piramideprincipe. Ik vind het zo leuk, ik ben er een beetje jaloers op!

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑