↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Inlevingsvermogen groeit gaandeweg

Louise Cornelis Geplaatst op 12 juli 2024 door LHcornelis12 juli 2024  

Soms lijkt er in mijn werk ineens één thema dominant. De laatste weken was dat inlevingsvermogen. Ik coach twee schrijvers en ik kwam bij allebei uit op dat begrip en in een training ging het er ineens ook uitvoerig over: je inleven in de lezer.

Het piramideprincipe is daar een instrument voor, omdat het je vraagt waarom- en hoe vragen te stellen vanuit het perspectief van je lezer, en zodoende je gegevens te interpreteren in datzelfde licht. Zo kom je tot een lezergericht verhaal.

Maar dat gaat niet altijd zomaar goed. In één van die gevallen van de laatste weken had een document een duidelijke hoofdboodschap en een hoe-gerichte onderbouwing, maar de lezer kon er niks mee. Ik snapte dat meteen wel: de hoofdboodschap bevatte de conclusie van het het (interessante!) onderzoek dat de schrijver had gedaan, met als vraag ‘hoe dan?’ – maar dan slaat het ook op de stappen van dat onderzoek. Dan gaat de tekst dus over de belevenissen van de schrijver. Zo praatte die er ook over: ‘ik heb zus-en-zo bedacht’. Ja, maar wat moet de lezer daarmee? Dat vroeg ik: wie is dat eigenlijk, die lezer, en wat wil je hem of haar nou eigenlijk precies vertellen?

Wie is je lezer eigenlijk – die vraag heb ik meermalen gesteld de afgelopen tijd. Wat wil die, wat zijn de belangen, de zorgen? Hoe beter je dat voor ogen hebt, des te beter ga je schrijven. Ik heb daarom als ‘huiswerk’ de laatste tijd de opdracht gegeven de lezer eens beter in kaart te brengen, zo mogelijk door met hem/haar zelf in gesprek te gaan.

In één van die gevallen had ik zelf vooraf een lezer gesproken. Die had een helder verhaal: het ging om beslisstukken, en dus gaat het erom dat de lezer een goede afweging kan maken, in het licht van de strategische belangen van het bedrijf, en inclusief mogelijke ernstig risico’s. Helder, althans, als uitgangspunt – dat moet dan natuurlijk per geval concreet worden, en je moet als schrijver bijvoorbeeld ook nog weten wanneer een risico in de ogen van zo’n beslisser ‘ernstig’ is. Daar krijg je (hopelijk) gaandeweg steeds meer zicht op. Zien of horen wat lezers met je tekst doen is, daarbij noodzakelijke input.

Dat ‘gaandeweg steeds meer zicht krijgen’, dat geldt voor je lezers in het algemeen. Het is precies dit punt dat zich over decennia ontwikkelt: je bij je schrijven steeds beter kunnen voorstellen hoe je lezer je tekst leest (‘knowledge crafting’). Een training of coaching is daar maar een klein stapje in, dat tot bewustwording leidt. Daar begint het mee. Vervolgens is feedback essentieel. Ik kan daar een rol in spelen, maar uiteindelijk is de beoogde lezer de belangrijkste persoon om die te geven. Ook ik ben immers afhankelijk van mijn inlevingsvermogen in de beoogde lezer. Ik heb dat professioneel aangekweekt natuurlijk, maar toch is het beperkt.

Het thema ‘beperkt inlevingsvermogen’ lijkt breder te spelen: ik las een paar weken geleden met veel interesse deze column van Floor Rusman, over een herkenbaar soort botsing. Ze legt daarmee – denk ik – de vinger op een van de zere plekken in de maatschappij op dit moment: dat we ons onvoldoende inleven in anderen. Als schrijven een rol kan spelen in het oefenen daarin, is het van een veel groter belang dan alleen het produceren van die ene tekst.

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Yoga voor schrijvers

Louise Cornelis Geplaatst op 27 juni 2024 door LHcornelis24 juni 2024  

Ik doe sinds de coronatijd aan yoga. Thuis, met de filmpjes van Yoga with Adriene. Dat is een ware goudmijn aan gratis en kwalitatief hoogstaande yoga-instructie. Er is van alles, gericht op verschillende thema’s, zowel lichamelijk als geestelijk, en voor yogi’s van divers niveau. Ik heb in dat grote aanbod gegrasduind in die povere jaren, en uiteindelijk een routine ontwikkeld van filmpjes waar ik steeds naar terugkeer, zo’n twee keer per week. Dat doet me goed.

Deze maand, nog steeds kort na de belasting van de verhuizing, wilde ik vaker yogaën en het leek me leuk om nieuwe dingen uit te proberen. Daarom ben ik weer eens een maandkalender gaan volgen. Adriene geeft daarin per dag een sessie aan, losjes georganiseerd rond een thema. Voor deze maand was dat ‘Get to know’, gericht op reflectie en introspectie.

Afgelopen zondag stond er op die kalender een sessie die ik – gek genoeg – nog niet eerder had ontdekt: yoga for writers. Het was die zondag net voor het eerst uitgesproken mooi weer, en dus kon ik, ook voor het eerst, yogaën in de tuin. Dat was heerlijk.

Yoga for writers is een vrij rustige sessie van dertig minuten, met veel aandacht voor de schoudergordel. Dat past bij schrijven natuurlijk, net als de aandacht voor het laten komen van ideeën waar de sessie mee eindigt.

Van harte aanbevolen!

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Middag over ChatGPT in Gent

Louise Cornelis Geplaatst op 24 juni 2024 door LHcornelis24 juni 2024  

Afgelopen vrijdag was ik naar een colloquium over Chat-GPT in Gent. Gent is vanuit Kapelle met de auto de dichtstbijzijnde grote stad op nog geen uur rijden. Dat biedt mogelijkheden; misschien was ik er vanuit Rotterdam niet eens naartoe gegaan. En dan had ik wat gemist, want ik vond het zeer de moeite waard. Al was het alleen maar het gebouw: een prachtig klassiek pand met dito inrichting.

Ik wilde naar die middag omdat ik broed op een opinie-artikel over waarom je als schrijvende professional echt zelf moet blijven (leren) schrijven, dus waarom AI die klus echt niet van je over gaat nemen. Daarvoor leverde de middag zowel bevestiging als nieuwe inspiratie – maar daarover dus een andere keer meer.

Los van het directe nut voor dat artikel vond ik het ook gewoon lekker om presentaties op hoog niveau te horen van goede sprekers (met alleen vaak wat te kleine lettertjes op hun Powerpoints). Voor het eerst in heel lang hoorde ik bijvoorbeeld Dirk Geeraerts weer eens, die ik me nog herinnerde uit mijn eigen promotietijd. Zijn presentatie ging over wat de huidige opmars van grote taalmodellen zegt over de scholenstrijd in de taalkunde tussen de generatieven (Chomsky) en taalgebruiksgerichten of cognitieven (Geeraerts zelf en ook mijn achtergrond). Dat staat ver af van mijn beroepspraktijk maar ik vond het heerlijk om weer eens een grondig taalkundig betoog aan te horen.

Veel aandacht in de presentaties ging uit naar ethische problemen van ChatGPT, zoals bijvoorbeeld dat we ons er klakkeloos mee uitleveren aan Amerikaanse Big Tech, en dat die zich onze taal eigenlijk toeëigenen. Kan en mag dat zomaar? Nou nee, maar er is ook nog geen alternatief, al wordt daar wel aan gewerkt. Ga ik in de gaten houden.

Ik ging tevreden naar huis. Hooguit ietsje stijf, want de klassieke stoeltjes waren hard en het was vier uur zitten luisteren geweest. Maar dat was de moeite waard! 

 

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Een andere schrijfpiramide

Louise Cornelis Geplaatst op 21 juni 2024 door LHcornelis21 juni 2024  

In Schrijven Magazine van nu (nr. 3) ontdekte ik dat er nog een heel andere schrijfpiramide bestaat dan die van het piramideprincipe: Freytags piramide. Dat is een manier om de spanningsboog van de plot in een goed verhaal te visualiseren (p. 17):

Gustav Freytag drukte er in de negentiende eeuw mee uit wat er in begin, midden en eind van een verhaal moet gebeuren.  *1 is het ‘motorische moment’ (‘inciting incident’) die het dramatische verloop in gang zet. 

Ik snap ‘m goed en herken ‘m ook meteen – over de structuur van verhalen is meer bekend natuurlijk, ik kende alleen deze visualisering nog niet. Ook die snap ik, maar ik vind hem niet helemaal geslaagd:

  • Over een piramide loop je niet, die heeft geen links-rechts-beweging. Een tocht over een bergpas zou wat mij betreft een betere metafoor zijn)
  • Het gedeelte na de climax is over het algemeen veel korter dan ervoor. Deze piramide drukt dus ook geen tijds- of paginaverhouding uit.

Maar omdat het een piramide is, ga ik hem wel onthouden zo natuurlijk!

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

De plek van de hoofdboodschap onderweg

Louise Cornelis Geplaatst op 17 juni 2024 door LHcornelis17 juni 2024  

In de tijd dat we nog in Rotterdam woonden maar al bezig waren in ons nieuwe huis in Kapelle, reden we regelmatig tussen die twee huizen heen en weer. Langs de snelweg in West-Brabant stonden gele omleidingsborden die ik wel fascinerend vond. Zaterdag reden we er weer, manlief aan het stuur; ik zat klaar met m’n telefoon om ze te filmen voor dit blog- weg. Werkzaamheden klaar, neem ik aan. Maar goed ook natuurlijk.

Nou, dan maar zonder filmpje. Ik weet niet meer wat er letterlijk stond, ik parafraseer zeer vrijelijk. Het ging om de opeenvolging van drie borden:

  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.
  3. Voor Oud-Gastel omrijden via knooppunt X.

(3) is volgens mij de hoofdboodschap. Ik denk dat beginnen met (1) nodig is om de chauffeurs te attenderen. Dan zou dit dus ‘hoofdboodschap voorop’ zijn:

  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. Voor Oud-Gastel omrijden via knooppunt X.
  3. De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.

Je kan daarmee mooi de verschillende relaties en bijbehorende signaalwoorden illustreren:

  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.
  3. Voor Oud-Gastel DUS/DAAROM omrijden via knooppunt X.
  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. Voor Oud-Gastel omrijden via knooppunt X.
  3. WANT/OMDAT De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.

Nou ben ik in het algemeen een voorstander van hoofdboodschap voorop, maar hier twijfel ik toch. Enerzijds denk ik: ik vind het vaak al heel snel gaan, de informatie die ik langs snelwegen moet lezen en verwerken, dus dan is het handig als de strekking pas komt na die extra stap opwarming.

Anderzijds denk ik: ik moet dan wel paraat hebben wat die gewone route naar Oud-Gastel is, anders heb ik er nog niet veel aan. Het bord met de uitleg (‘de gewone weg is dicht’) is niet relevant als ik niet weet wat de gewone weg is of daar sowieso niet aan denk. Als ik alleen maar een keer naar Oud-Gastel wil rijden, heb ik het niet nodig. 

Ik ben benieuwd of hier onderzoek naar is, dus of de belangrijkste informatie beter op het tweede of derde bord kan staan, en of het helpt als de uitleg erbij staat. Niet bij mijn weten. Ik houd me aanbevolen!

Ik hoefde nooit naar Oud-Gastel. Komende zaterdag wel. Maar dat kan nu dus weer over de gewone weg.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

B1 helpt niet tegen de toenemende zuurte

Louise Cornelis Geplaatst op 27 mei 2024 door LHcornelis27 mei 2024  

Het wordt een drieluik, hopelijk blijft het hierbij: mijn zure ervaringen met de communicatie van mijn voormalige gemeente over de ’transformatie’ van de kerk naast ons oude huis. Ik schreef hier ongeveer twee weken geleden over de ongegrond verklaarde zienswijzen en de verleende vergunning. Die verlening vond plaats op 7 mei en de stukken waren vanaf 10 mei in te zien. Afgelopen donderdag kregen manlief en ik van iemand van de afdeling bouw- en woningtoezicht een mailtje met dit als tekst:

Excuus,

Geachte heer en mevrouw,

Naar beneden scrollend stond er:

Geachte heren,

Zie bijgaande ter info.

Er ging niks bij, behalve dan dat eronder de ontvangstbevestiging van en onze mail bij het indienen van onze zienswijze hing. Geen idee dus waar het op sloeg, maar we hadden wel een vermoeden: ontbrekende bijlage en mogelijk was dat een meer gerichte reactie op onze zienswijze.

Teruggemaild, en ja, er had een bijlage bij moeten zitten, maar dat lukte niet, dus die hebben we vervolgens opgediept uit WeTransfer. Het betrof drie bestanden: de zienswijzenota, het besluit zelf (allebei al lang in ons bezit want gepubliceerd bij de verlening) en een brief.

Verwachtingsvol opende ik de brief. Wat een koude douche: dat was alleen maar het formele geneuzel, van dit type:

Het enige wat het verder inhoudelijk toevoegt, is dat de ondertekening dit keer níet is zwartgelakt.

Maarre, wacht eens even… we krijgen dus op 23/24 mei een brief die gaat over iets wat per 10 mei ter inzage ligt, en waardoor de reactietermijn zes weken na die datum is. De dagtekening van de brief is 14 mei. Dat is al vier dagen te laat, maar vervolgens heeft de brief dus ergens nog bijna tien dagen vertraging opgelopen. Als we het hadden moeten hebben van die brief, was er twee weken van die reactietermijn afgesnoept. Hoe dat zo?

Het is zelfs eigenlijk nog gekker, want de dagtekening zit er ook een jaar naast:

We hebben een pinnig mailtje teruggestuurd, met onder andere deze zin erin:

Het is allemaal al zuur voor ons, maar dit maakt het helaas nog erger.

En vragend naar het waarom van de vertraging.

Geen antwoord.  Edit paar uur later: het antwoord bleek in m’n spam te zitten (?): we hebben ondertussen dus wel excuses gehad en als verklaring ‘slordigheid’.

Ik blijf denken: worden we nou expres besodemieterd of is het gewoon zo achteloos en slecht allemaal?

En wat we ook regelmatig tegen elkaar zeggen: dankzij onze verhuizing zijn we net op tijd ontsnapt. Want zuur is het, en mijn – hierdoor opnieuw gegroeide – verlies aan vertrouwen in de overheid is met me mee verhuisd, maar gelukkig gaat het ons verder niet meer aan.

En met cursussen schrijven in B1 of wat dan ook los je dit natuurlijk absoluut niet op. Er is op de tekstkwaliteit van die formele brief ook nog wel heel wat af te dingen, dat zie je al aan het eerste geknipte citaat eruit hierboven, maar dat scheelt niet voor de zuurtegraad ervan.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Nog een zure ervaring met overheidscommunicatie

Louise Cornelis Geplaatst op 14 mei 2024 door LHcornelis14 mei 2024  

Eind februari schreef ik hier twee keer over slechte overheidscommunicatie, wat samen neerkwam op een rare spagaat: wat manlief en ik ontvingen, was te veel en complex, óf kinderachtig en onvolledig. Ik las daarom met belangstelling het artikel over het ‘monitoren’ van overheidscommunicatie van Mischa Corsius, Els van der Pool en Wouter Sluis-Thiescheffer in Tijdschrift voor Taalbeheersing (nummer 1 van 2023, pas onlangs in de brievenbus gekomen, en helaas met onleesbaar kleine afbeeldingen).

Het artikel gaat vooral over dat monitoren: het meten van tekstkwaliteit. Drie onderzochte methoden daarvoor zijn complementair: automatische begrijpelijkheidsanalyse, ‘check-gesprekken’ met de schrijvende ambtenaren en lezersonderzoek. Het eindigt echter met enkele algemene aanbevelingen voor de praktijk van schrijven bij de overheid (p. 59):

  1. Maak teksten helder en kort
  2. Gebruik een vriendelijke toon
  3. Geef lezers meer mogelijkheden om een (web-)tekst te vinden
  4. Personaliseer informatie waar mogelijk
  5. Test met lezers of de communicatie afdoende is.

Met die recente twee ervaringen onderschrijf ik dit van harte. Ik bedoel: ik herken ze alle vijf. Er is daar nog een wereld te winnen.

Er kwam gister nog een ervaring bij, zij het door mijn verhuizing op afstand: de vergunning waar ik het in februari over had, werd onlangs verleend. In de ‘zienswijzennota’ zijn alle 25 ingediende zienswijzen ongegrond verklaard, op één na: een positieve. Daarvoor is een elf pagina’s lange (punt 1), vaak slecht beargumenteerde tekst nodig, met de bittere hoofdboodschap aan het eind. De toon ervaar ik als niet-empathisch en op cruciale punten ronduit lomp (punt 2). Dat zit ‘m in formuleringen als ‘men beweert dat’  en ‘men eist’, maar ook gaat het over een aantal door ons ingebrachte zaken niet, wat als genegeerd worden voelt. De tekst is sowieso algemeen en onpersoonlijk (punt 4) en er volgt niets meer op, nouja, formeel gezien bezwaar maken, maar de communicatie stopt hier (punt 5). Ik heb ‘m bovendien zelf ergens uit overheid.nl moeten opdiepen (punt 3).

In de specifieke aanbevelingen van het artikel van Corsius e.a. staat ook nog dat het goed is om een contactpersoon te vermelden (p. 60). Dat is wel heel treffend: de naam onder die zienswijzennota (geen brief – het ‘Met vriendelijke groet’ vind ik ook al gek) is zwartgelakt:

Ik ben blij met onze verhuizing, maar ik hield er toch een zuur gevoel aan over. En de volgende deuk in mijn vertrouwen in de overheid.

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Vier begripsproblemen in anderhalve zin

Louise Cornelis Geplaatst op 8 april 2024 door LHcornelis20 maart 2024 2

Nog weer eens eentje over de rare taal waar je mee te maken krijgt als je een huis koopt. In de aanloop naar de overdracht van ons nieuwe huis, begin van deze maand, kregen we een paar keer moeilijk te begrijpen mails van de hypotheekverstrekker. Twee weken ervoor bijvoorbeeld – ik had in anderhalve zin al drie begripsproblemen, vier zelfs als ik er een vergrootglas op zet:

Dit is de tekst van de mail:

Onderwerp: U hoeft waarschijnlijk geen bereidstellingskosten te betalen bij de notaris

Geachte…

Binnenkort passeert uw hypotheek.

En hier gaan we dan:

  1. Waarschijnlijk, daar heb ik niks aan. Ik moet die kosten wel of niet betalen, en zo lang het waarschijnlijk is, zou ik zeggen: mail me niet. Ik kan er zo niets mee, en als het toch niet is, dan hoef ik er ook niks mee. Dit is een non-boodschap. Die zelfs ook enigszins dreigend klinkt: kan ik op een termijn van twee weken ineens nog een rekening gepresenteerd gaan krijgen?
  2. Bereidstellingskosten? Dit was niet de eerste mail erover, dus ik hoefde het nu niet meer te googlen, maar dat moest eerst wel. Ik kan de tekst daar wel min-of-meer begrijpen, maar ik vind het nog steeds schimmig. Een geaccepteerde offerte is toch zonder meer geldig? Kennelijk niet, in de hypothekenwereld.
  3. Passeert – dat gebruik van passeren snap ik ook, inmiddels, maar is natuurlijk een heel raar woord. Geen gewoon mens gebruikt dat zo, en het is ook erg geredeneerd vanuit het perspectief van de notaris. Ik schreef hierboven niet voor niets dat het de dag was van de overdracht van ons nieuwe huis. Of nog simpeler, wat ik ook wel zeg: ‘we kregen de sleutel’
  4. (met vergrootglas dus). Ik hoef die kosten waarschijnlijk niet te betalen bij de notaris, waar dan wel? Ik bedoel: die woordvolgorde is ongelukkig. Het accent zou moeten liggen op (het betalen van) de bereidstellingskosten: U hoeft bij de notaris waarschijnlijk geen bereidstellingskosten te betalen. Dat is het links-rechts-principe van informatieschikking in de zin, maar dat terzijde.

Tsja…

En om dan af te sluiten met een vrolijke noot ook nog een keer makelaarstaal. Om deze eerste zin van een huis dat rond diezelfde tijd op Funda verscheen, moest ik lachen:

Bent u al langer op zoek naar een twee-onder-één-kapwoning met garage op een ruim perceel van 299 m²?

Hè, zei ik nog tegen manlief, we zochten er één van 298 m²!

 

Geplaatst in schrijftips | 2 reacties

Perspectievenkluts

Louise Cornelis Geplaatst op 13 maart 2024 door LHcornelis11 maart 2024  

Vorige week donderdag stond er een ingezonden brief in de NRC waarbij ik in het begin even moeite had om het juiste perspectief te pakken te krijgen. Dit is de eerste alinea:

Ik gebruik de trein. Steeds vaker en vaker wordt de reiziger met werkzaamheden op het spoor geconfronteerd. Omleidingen worden meer en meer gewoon gevonden. Ook worden de gevolgen van werkzaamheden nogal makkelijk bij de reiziger neergelegd middels de melding: ‘voor omleidingen kijk op de NS App’. Wordt het niet tijd dat het belang van de reiziger weer centraal komt te staan? Heeft Pro Rail oog voor het belang van de reiziger? Ik vraag het mij af. 

Houd in je achterhoofd dat het perspectief in een tekst geleverd wordt door de grammaticale onderwerpen, en dat de lijdende vorm zegt: ‘er is wel een handelende persoon, maar daar moet je het perspectief juist níet van nemen’ (vrij naar mijn proefschrift). Dus taaltechnisch ‘doen’ zowel het onderwerp en de lijdende vorm iets op perspectiefgebied.

Als ik het uitvergroot, lees ik de alinea per zin zo:

  • Ik gebruik de trein –> Ik centraal, die levert het perspectief. Dit wordt dus een persoonlijk ervaringsverhaal. Prima. Ik als perspectief, dat is een zeer gangbare manier van vertellen.
  • Steeds vaker en vaker wordt de reiziger met werkzaamheden op het spoor geconfronteerd. –> Uh, o, geen persoonlijk ervaringsverhaal, nu wordt het perspectief algemeen: de reiziger. Is die ik uit de eerste zin daar onderdeel van? Dat zal wel, maar zo klinkt het niet. En dat confronteren, wie doet dat eigenlijk? De NS?
  • Omleidingen worden meer en meer gewoon gevonden. –> Huh, watte, nu wordt het perspectief wel heel abstract, en door wie, dus wie vinden dat gewoon? Reizigers? De NS? Iedereen? Anders gezegd: het onderwerp van de zin  (omleidingen) levert hier niet langer het perspectief, en de lijdende vorm gevonden worden lijkt voort te borduren op de net zo lijdende zin geconfronteerd worden net hiervoor, maar gaat het nou beide keren om dezelfde impliciete handelende persoon of niet? 
  • Ook worden de gevolgen van werkzaamheden nogal makkelijk bij de reiziger neergelegd middels de melding: ‘…’ –> Dit kan niet anders zijn dan dat dat door de NS gebeurt, lijkt me, want die gaan over die app. Dus nog een lijdende zijn, maar dit keer kan ik de impliciete handelende persoon wel interpreteren
  • Wordt het niet tijd dat het belang van de reiziger weer centraal komt te staan? –> Okee.
  • Heeft Pro Rail oog voor het belang van de reiziger? –> Onee, het is Pro Rail die het perspectief levert! Hier is dat ineens weer duidelijk, maar niet op de manier die ik had verwacht. Zit Pro Rail ook achter die eerdere impliciete handelende personen? Maar moet ik nu ineens dat perspectief wél nemen? En het wringt toch een beetje qua betekenis: Pro Rail confronteert de reiziger? Pro Rail vindt omleidingen gewoon? Zit de NS daar niet ook een beetje achter? Zijn de lijdende vormen gebruikt om dat in het midden te laten?
  • Ik vraag het mij af. –> Okee, terug bij de ik van de eerste zin.

Het lukt me uiteindelijk wel om tot een acceptabele interpretatie te komen, maar niet tot een loepzuivere. Ik zou ‘m bijvoorbeeld zo willen herschrijven, met als ondertekening de naam en (treinreiziger) erachter:

Steeds vaker worden treinreizigers met werkzaamheden op het spoor geconfronteerd. Wij dragen de gevolgen van werkzaamheden, zo blijkt wel uit de melding: ‘voor omleidingen kijk op de NS App’. Die omleidingen moeten we maar gewoon vinden. Hebben Pro Rail en de NS wel oog voor de reiziger? Ik vraag het mij af. Het wordt tijd dat ons belang weer centraal komt te staan.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

… maar een burger is ook geen neerlandicus+jurist+bouwkundige

Louise Cornelis Geplaatst op 29 februari 2024 door LHcornelis28 februari 2024  

De laatste tijd waren manlief en ik ontvanger van een bijzonder staaltje overheidscommunicatie: op 22 december, de laatste werkdag voor de kerst, werd de voorlopige vergunning verleend voor de verbouwing van de kerk waar wij naast wonen. Voormalige kerk, moet ik zeggen. Het wordt een restaurant.

De plannen daarvoor zijn mooi en ambitieus, maar er zitten wel een paar haken en ogen aan. Voor de buurt is het parkeren het meest heikele onderdeel, daarover is veel onrust; voor ons als directe buren spelen ook nog enkele bouwtechnische risico’s. We zijn weinig bij het proces betrokken geweest, en in wat we wel eerder gezien hadden, zaten fouten.  Inspraak richting de vergunningsverlenende instantie, de gemeente  dus, was er helemaal niet – we hebben niemand daarvan ooit gezien of gesproken en wij noch andere omwonenden hebben reacties ontvangen op eerdere brieven waarin wij onze zorgen uitten. Vandaar dat we ons wel tegen die voorlopige vergunning aan wilden bemoeien.

De eerste stap voor burgers bij zo’n vergunning is het schrijven van een zienswijze, daar was ik al achter. Dat was een hele ervaring. Sowieso de timing natuurlijk, zo net voor de feestdagen. Dat schijnt wel vaker te gebeuren, en als het geen tactische opzet is, dan zit er wel een ambtenaar achter die zo lekker iets af kan vinken vlak voor de vakantie, en die zich niet bewust is van wat de consequentie daarvan is voor de ontvangende partij. Voor ons was het alsof er een soort tijdbom afging: we wisten dat dit een keer ging gebeuren en dat we dan wat moesten, maar we hadden geen idee wanneer het zou zijn en wat ons dan te wachten stond.

Welnu, dat was, tijdens de feestdagen: door honderden pagina’s spitten, verspreid over ongeveer veertig documenten, met deels zeer specifieke, bouwkundige informatie, en ook nog met van die lastige dingen als samengevoegde stukken van allerlei verschillende partijen en uit de verschillende fasen van het proces, dat al jaren speelt. Dus er stonden dingen in die elkaar tegenspraken of waarvan wij wisten dat ze al achterhaald zijn – maar dat wisten wij dan per ongeluk. Verder was het ook voor ons een puzzel die we niet helemaal konden leggen. Sommige dingen waren zonder bouwkundige kennis niet te plaatsen. En wat we qua tekst wel begrepen, vonden we hier en daar ook moeilijk echt te vatten. We konden bijvoorbeeld amper geloven dat dat controversiële parkeerplan zonder meer werd goedgekeurd.

De voorlopige vergunning zelf was ook nog eens tenenkrommend slecht geschreven, met aan het eind een zin als:

Het beroepschrift heeft geen schorsende werking. U kunt daarom, als u beroep heeft ingesteld tegen de omgevingsvergunning, ook een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de hiervoor genoemde rechtbank. Hiervoor is griffierecht verschuldigd.

Wablief? Met wat googlen ging ik het begrijpen en bedacht ik: dat geldt nog niet, we zitten nog maar in het stadium van de zienswijze, pas daarna, als deze concepttekst definitief wordt, gaat het om bezwaar – en dan hebben we er nog niks aan, aan zo’n voorziening.

Kort nadat ik was begonnen  met me erin te verdiepen, voelde ik me overweldigd door de hoeveelheid informatie, de chaos erin en de soms onbegrijpelijke passages tekst. En toen dacht ik: ik ben potverdrie gepromoveerd Neerlandicus – als ik dit al niet begrijp…. Het is misschien wel de belangrijkste vaardigheid die ik tijdens mijn studie heb geleerd: kunnen omgaan met grote hoeveelheden schriftelijke informatie, ook als die ongestructureerd is. Wat moeten andere burgers ermee?

Het is me uiteindelijk gelukt om overzicht te krijgen, net voldoende om onze zienswijze te kunnen schrijven. Althans, dat hoop ik – het is voor mij ook een nieuw genre en ik weet niet wat ik eventueel in de berg documentatie heb gemist of verkeerd heb begrepen. Maar ik heb mijn best gedaan, acht pagina’s lang. De schrijfklus vond ik ergens ook nog wel weer leuk om te doen, al kostte het ongehoord veel tijd. Want het moest ondanks die tussenliggende feestdagen wel gewoon binnen de gebruikelijke termijn van zes weken af.

Sindsdien hebben we weer geen flauw idee van wat de volgende stap gaat zijn, wanneer, en hoe. Op naar de volgende tijdbom – de definitieve vergunning?

Doorheen dit hele proces heb ik mijn vertrouwen in de overheid voelen dalen. Deze honderden pagina’s chaos op me gedumpt krijgen maakten in één klap alle overheids-initiatieven voor ‘begrijpelijk schrijven’ totaal futiel. Om überhaupt met de overheid te communiceren (nog los van of je iets bereikt), moet je kennelijk niet alleen neerlandicus zijn, maar ook jurist en bouwkundige. Dus waar de overheidscommunicatie zich enerzijds richt op het niveau kleuter, is het anderzijds voor een gewone burger eigenlijk niet te doen.

Goede communicatie met de burger begint ergens heel anders. In de eerste plaats zou ik zeggen: met het besef dat het tweerichtingenverkeer is. Een deel van wat mij dreef bij het schrijven van die zienswijze, was puur geschonden rechtvaardigheidsgevoel op dat gebied. Ik (en de andere omwonenden) voelen ons niet gezien en niet gehoord in het proces. Dat is vervelend voor ons, maar ook voor de eigenaren van de kerk. Het duurt zo namelijk allemaal alleen maar langer.

Wij gaan het verder niet meer meemaken, want we gaan verhuizen. Maar dat geschonden vertrouwen verhuist met me mee.

 

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑