↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Sommige passieven kun je beter wel vermijden

Louise Cornelis Geplaatst op 30 maart 2016 door LHcornelis22 maart 2016  

Voor de trouwe lezers van dit weblog is het geen nieuws dat ik het schrijfadvies ‘vermijd de lijdende vorm’ veel te ongenuanceerd vind, in het algemeen, maar zeker ook voor literaire teksten. Ik schreef in september bijvoorbeeld nog over een geslaagde passief in een boek van de toen net overleden Joost Zwagerman. Maar onlangs las ik een boek waarin de lijdende zinnen mij wel stoorden; volgens mij zijn ze daar niet functioneel.

Ik heb een passage ook nog even aan een andere lezer voorgelegd, want soms denk ik wel eens: ik heb last van beroepsdeformatie, ik ben immers op die constructie gepromoveerd. Maar ook die lezer vond dat er wat rammelde.

Het gaat om het boek Strak plan van Judy Westerveld. Sowieso geen heel geweldig boek: ik vond de verhaallijn ‘beveiliger neemt junk in huis en raakt dan uiteindelijk zelf verslaafd en aan lager wal’ vermakelijk maar ook ongeloofwaardig. En ik ergerde me dus aan de stijl. In het boek kijken we mee met die beveiliger, Roel, de hij in het boek. Vaak is dat probleemloos, zoals bijvoorbeeld op p. 20:

‘Nu mag jij iets zeggen,’ zegt Roel terwijl hij gaat zitten. Hij probeert vriendelijke te klinken, na zijn instructies moet hij de teugels een beetje laten vieren, correcties hebben alleen maar resultaat als iemand er ontvankelijk voo ris. Hij zoek naar woorden (…) Dan glimlacht hij maar een beetje.

Maar soms is die Roel/hij buiten beeld in een passief, zoals twee pagina’s verderop  na een witregel:

Onder uit de muurkast worden de dubbel lock-handboeien gevist die hij ooit bij zijn favoriete dumpzaak aan de Korte Hoogstraat kocht. Voor het eerst doet hij ze bij iemand om. Het is fijn, zo soepel als de sleuteltjes draaien en met voldoening hoort hij het klikgeluid…

Ik kan dat bijna niet anders lezen dan dat degene die dat ‘vissen’ doet, niet zomaar Roel is. Immers, Roel is de hele tijd Roel of hij in de tekst, terwijl de lijdende vorm hem juist buiten beeld zet. Maar het is Roel toch echt wel. Net alsof hij zich een beetje van zichzelf distantieert?

Nog een pagina verderop, ondertussen is Roel steeds weer hij-hij-hij geweest die boodschappen gaat doen, en dan staat er:

Twaalf minuten later worden niet alleen meel, melk en eieren, maar ook schenkstroop, appels en andere in de winkel haastig bij elkaar gegriste etenswaren op het aanrecht uitgestald. Ieder product wordt hardop benoemd.

Weer zo’n moment: hè, doet Roel dat niet zelf? Is die junk dan boodschappen gaan doen? Maar die zit met die handboeien vast. Of kijken we nu door de ogen van die junk? Maar nee, want de tekst gaat daarna weer gewoon met hij verder en dan blijkt dat we nog steeds ook een beetje in Roels hoofd kunnen kijken:

Dat gaat vanzelf, en nu hij er eenmaal mee begonnen is, kan hij niet meer stoppen.

De lijdende vorm kán een bijzonder en sterk perspectiefeffect bewerkstelligen juist door die vervreemding van de handelende persoon, maar hier is dat alleen maar verwarrend. Hier zou ik zeggen: ga juist maar door met dat persoonlijke, identificatie-mogelijk-makende perspectief van het persoonlijk voornaamwoord. De hoofdpersoon is dan gewoon Roel of hij, en niet een onzichtbare handelende persoon van een passief.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Probleem #4: blijven hangen in fase 1

Louise Cornelis Geplaatst op 19 februari 2016 door LHcornelis11 april 2016  

Ik gebruik al jaren een handout over het schrijfproces die ik heb gebaseerd op het klassieke schrijfprocesonderzoek van Flower, in een versimpelde versie daarvan die ik ontleen aan Stukken beter schrijven. Het schrijfproces bestaat daar uit drie fasen, die 40-20-40 procent van de tijd innemen: voorbereiden (inclusief structureren), doorschrijven, redigeren. In een hoekje ervan staan ook al jaren dezelfde drie veelvoorkomende schrijfprocesproblemen, maar ik heb er net een vierde aan toegevoegd: blijven hangen in fase 1.

De drie problemen waren:

  1.  te weinig aandacht voor fase 1: meteen gaan schrijven en dan ergens stranden omdat je amper weet wat je wilt zeggen, of denkend schrijven en de lezer met dat onuitgekristalliseerde denkwerk opzadelen
  2. te weinig tijd voor fase 3: de deadline overvalt je en je levert een slordig product af
  3. fase 2 en fase 3 lopen door elkaar: de te alerte criticus blokkeert het schrijven, de schrijver doet z’n uiterste best steeds ‘perfecte’ zinnen af te leveren maar daardoor stagneert het proces en wordt het eindresultaat vaak ook houterig.

‘Blijven hangen in fase 1’ ken ik niet uit de literatuur, maar ik ken iemand die al jaren bezig is met het structureren van een boek en die al een ontelbare hoeveelheid inhoudsopgaven heeft, maar geen tekst. Bovendien hoor ik het probleem toch ook van andere zakelijke schrijvers regelmatig: blijven streven naar de ‘perfecte’ structuur. Maar die bestaat niet, en bovendien spoor je problemen in de logica van de structuur soms echt pas op op het moment dat je gaat schrijven. Niet voor niets is het schrijfproces grillig (‘recursief’): je springt er wat in heen en weer.

Ik ontdek regelmatig in de doorschrijf- en/of redigeerfase dat er iets niet klopt in mijn structuur. Geen probleem. Een klein probleem repareer ik wel (zoals in het schrijfproces met z’n tienen van laatst). Grote problemen kunnen wel eens dwingen tot een terugkeer naar fase 1. Hoe eerder je ontdekt dat je nog serieus reparatiewerk te doen hebt, des te beter.

Voorbereiden mag 40 procent van de tijd kosten, en zelfs wel wat meer in een complexe situatie, maar bij een goed schrijfproces houd je altijd in de gaten dat het op een gegeven ogenblik echt af moet, en ook af mag. Perfect hoeft niet. Ga lekker schrijven. Repareren kan altijd later nog.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Schrijven met z’n tienen

Louise Cornelis Geplaatst op 18 februari 2016 door LHcornelis18 februari 2016  

Ik heb vorige week een leuk experiment gedaan, en het slaagde: schrijven met z’n tienen. Een groep van negen trainees had de laatste bijeenkomst over lezergericht schrijven. We hebben vrijdag met z’n allen een memo geschreven waarin zij een advies geven over wat hun organisatie verder kan met het piramideprincipe. Ze hebben gepracticet wat ze preachten: een piramidale memo geschreven. Want ze vonden het principe wel degelijk bruikbaar.

Voor mij was het een experiment omdat ik nog nooit met zo’n grote groep een schrijfproces heb doorlopen. Ik hoopte dat we de eerste twee fasen zouden kunnen doorlopen: voorbereiding (oriëntatie op de schrijftaak, inhoud bepalen, structureren) en eerste versie schrijven (die nog slordig en schrijvergericht mag zijn). Ik zou dan die eerste versie wel redigeren (fase 3: lezergericht maken). Maar dat was een gok, want ik weet maar al te goed dat schrijven niet helemaal strak te plannen is: we hadden drie uur, zou dat voldoende tijd zijn? Het structureren van een beetje complexe inhoud kan zomaar meer tijd kosten dan dat. In dit geval wilde ik ook nog eens streven naar consensus, en ook dat was spannend.

Maar het lukte precies in de tijd. Er kristalliseerde al gauw consensus uit en het structureren ging ook relatief vlot. Toen stond er een uitgetekende piramide op het bord. Ik heb vervolgens aan elk vakje een nummer gegeven en die nummers over de groep verspreid. Iedereen heeft dus een stukje tekst uitgeschreven. Mondeling hebben we een doorloop gedaan om te zien of het samen inderdaad ergens op sloeg, en dat klonk verrassend goed. We ontdekten wel nog één gaatje in de structuur, maar daarvan dacht ik: dat los ik bij het redigeren wel op.

Ik kreeg van iedereen het stukje tekst digitaal. Om te redigeren heb ik alles achter elkaar gezet, de structuur zichtbaar gemaakt (aankondigende zinnen, koppen), dat ene ontbrekende stukje in de structuur toegevoegd, daarna de zinnen nog wat beter op elkaar aan laten sluiten en afgewerkt – en klaas was Kees! Het memo ligt nu bij de opdrachtgever.

We waren verbaasd hoe makkelijk het ging, schrijven met zijn tienen, en ik kon niet laten om te benadrukken dat dat ligt aan het gebruik van het piramideprincipe: zo kun je samen nadenken over inhoud en structuur, en daarna de tekst in kleine stukjes verdelen voor het uitschrijven. Wat ik zelf ook verrassend vond, was dat enerzijds de zwakke plekken onderin de piramide zich in de uitgeschreven tekst vanzelf oplosten (ergo: je hoeft niet helemaal ‘hard’ logisch tot op de bodem door te structureren), en anderzijds dat er wel een gaatje in de structuur bleek te zitten dat we pas ontdekten in de uitgeschreven tekst. Allebei die ervaringen heb ik ook als ik zelf schreef, maar in zo’n groep komt het wat meer onder een vergrootglas te liggen.

Schrijven met z’n tienen, ik vond het voor herhaling vatbaar. Al is er ook een kans dat de volgende keer de tijd op is en er nog geen goede piramide is…

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Schrijven zoals je praat

Louise Cornelis Geplaatst op 9 februari 2016 door LHcornelis6 februari 2016  

Mooi stuk van Felix van de Laar op het weblog van Tekstnet: schrijfpraten. Herkenbaar: ik heb in de loop der jaren ook al vaak gehoord dat mensen mij in Adviseren met Perspectief als het ware horen praten, en ook ik vind dat een groot compliment!

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Recensie Het Snapgevoel deel 2: overdosis aankondigingen

Louise Cornelis Geplaatst op 4 februari 2016 door LHcornelis2 februari 2016  

Vorige week schreef ik deel 1 van een recensie, over de inhoud, hier deel 2 over Het snapgevoel. Hoe de illusie van begrip ons denken gijzelt over de vorm. Ik kondigde het al aan: ik vind het boek te lang. De auteurs hebben te veel woorden nodig om hun punt te maken. Dat punt had ik al grotendeels te pakken op die zondagochtend dat ik erover hoorde op tv. Maar het duurt het honderd pagina’s voordat het boek ter zake komt, en zelfs dan ervaar ik het af en toe nog als langdradig. Voor mij als schrijfadviseur altijd interessant waar dat ‘m in zit.

In de eerste plaats had er inhoud uitgekund. Het hoofdstuk wetenschapsfilosofie en kennisleer (hoofdstuk 2, 40 pagina’s) lijkt me een vlees-noch-vis-hoofdstuk: voor kenners overbodig en voor leken te kort en daardoor te moeilijk. Als het erin moet blijven, dan zou ik zeggen: kom eerst ter zake, en geef dan pas verdiepende achtergrond.

In de tweede plaats neemt de tekst af en toe een gek aanloopje. . Een voorbeeld staat op p. 79, de inleiding tot hoofdstuk 3. Het gaat daar eerst over parasolmieren, die een soort landbouw ontwikkeld hebben. Dan volgt een zinnetje ‘Wij, mensen, hebben ook een landbouwtechniek ontwikkeld, maar die is afhankelijk van onze aangeboren capaciteit te leren. Daarin verschillen we van parasolmieren’. Vervolgens gaat de rest van het hoofdstuk over menselijk leren. Wat doen die parasolmieren er dan toe? Ik noem zo’n start de ‘and now, for something completely different’-inleiding: leuk bedachte anekdote, maar dan ineens een wending naar iets anders en dát is het eigenlijke thema.

Ten derde blíjven de auteurs maar aankondigen. Ik houd wel van een structuuraankondiging op zijn tijd, sterker nog: die zijn nodig om lezers op het juiste spoor te houden. Maar dit boek bevat een overdosis. P. 13/14 zijn twee pagina’s leeswijzer ‘van de argumentatie’ – maar het is geen overzicht van de argumentatie, maar een samenvatting van het boek. Op p. 37/38 alweer anderhalve pagina ‘vooruitblik’ en bijvoorbeeld op p. 173/174 ook nog eentje, vooruitblikkend op het slot van het boek.

Verder wemelt het van zinnetjes als ‘We leggen dit dadelijk, en in hoofdstuk  vier, nader uit’ (p. 91). Of van zinnen aan het eind van een paragraaf die alvast een opzetje doen naar de volgende, zoals verder op diezelfde pagina, de laatste zin in een stuk over de tweede manier van leren: ‘We kunnen dat begrijpen als we naar de derde manier van leren (…) kijken’ – gevolgd door een witregel, en dan een kopje ‘Leren: stadium 3’.

Het laatste type aankondigingen laat zien dat de manier van aankondigen kettingvormig is: de laatste zin van de eerdere alinea maakt een bruggetje met de volgende alinea. Net zoals die ‘vooruitblikken’ aan het eind van hoofdstukken vooruitblikken op het volgende hoofdstuk of de volgende hoofstukken. Ik houd meer van hiërarchische structuren en dito aankondigingen, en dan één keer goed en niet steeds opnieuw. Ik weet niet in hoeverre dat een kwestie is van persoonlijke smaak. Ik kom ook wel eens mensen tegen die een hekel hebben aan álle structuuraankondigingen, maar misschien zijn er ook wel voor wie het in Het Snapgevoel nog niet te veel is?

Ik ervaar de combinatie van wetenschapsfilosofie, die parasolmieren en de vele aankondigingen als arrogant: de schrijver wil veel kennis kwijt en schat mij als lezer als zo dom in dat ik veel aankondigingen en vooruitblikken nodig heb. Met een minstens 50 pagina’s dunner boek had ik het aardiger gevonden.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Eén-op-één

Louise Cornelis Geplaatst op 25 januari 2016 door LHcornelis25 januari 2016  

Afgelopen zaterdag stond er in de krant een advertentie voor een film met daarin een verschijnsel dat mij doet denken aan wat ik wel eens zien in presentaties en teksten: het ontbreken van een één-op-één-relatie tussen verwante opsommingen:

Reclame sportlight met 5 foto's en 6 namen

Ik zie daar vijf portretten maar ik lees eronder zes namen. Wie is nou wie? Dat is puzzelen, en dan nog ontbreekt er een foto. Ik zou het logischer vinden als de namen een één-op-één-relatie zouden hebben met de foto’s.

Dat doet me denken aan presentaties en teksten waarin bijvoorbeeld enerzijds vijf problemen staan en anderzijds bijvoorbeeld zes of vier oplossingen. Vooral met vier oplossingen denk ik dan: pak je dan wel vijf problemen aan? En sowieso is het een puzzeltje om uit te zoeken hoe de ene opsomming zich tot de andere verhoudt.

Het is het type logica dat over het algemeen door het toepassen van het piramideprincipe opknapt, omdat je daar de oplossing onderbouwt met ‘omdat het dit probleem oplost’. Je zet die twee inhoudselementen niet naast elkaar, maar hiërarchisch onder elkaar. Dat dwingt dus wel tot nadenken over hoe ze zich precies tot elkaar verhouden. Anders gezegd: dat puzzeltje los je dus als schrijver op, dan hoeft de lezer het niet te doen!

Met dank aan Henk voor het spotten van de discrepantie in de advertentie – ik had er zelf overheen gekeken, want zo gaat het ook nog eens een keer.

Geplaatst in Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Weer zo’n boek

Louise Cornelis Geplaatst op 15 januari 2016 door LHcornelis15 januari 2016  

horstEen nieuw boek met de titel Begrijpelijk schrijven voor iedereen moet ik wel kopen, vind ik, omdat ik een up-to-date en representatieve schrijfhandboekenkast wil hebben. Maar eerlijk gezegd denk ik vooral: weer meer van hetzelfde. Zoiets lijkt de auteur zelf ook te denken, want de eerste zin van het voorwoord luidt: ‘Was er nu wel behoefte aan weer een taalkundig boek?’ Zelf beantwoordt hij die vraag natuurlijk positief, want er is volgens hem weinig aandacht voor begrijpelijk schrijven.

Nou is er misschien inderdaad weinig aandacht voor wat nou écht begrijpelijk schrijven is, maar juist de invalshoek die dit boek kiest, die is wat mij betreft uitgekauwd. Het is namelijk een lange lijst met ge- en verboden, wat ik wel de moeten’s en mag-niet’s noem. Wat moet is bijvoorbeeld afwisseling van zinstype, expliciteren van de structuur en persoonlijk schrijven; wat niet mag is lange zinnen, lange aanlopen, tangconstructies, naamwoordstijl, te veel voorzetsels, moeilijke woorden, enzovoort. Niet slecht, maar wat mij betreft niets nieuws onder de zon.

Het totale aantal moeten’s en mag-niet’s in dit boek is 18, op 215 pagina’s gepresenteerd. Probeer dan nog maar eens überhaupt te schrijven, als je je aan 18 regels moet houden. Want dat is volgens mij één van de problemen van dit type schrijfadvies: het leidt tot writer’s block. En alleen al daarom gaat het volgens mij voorbij aan de essentie van écht begrijpelijk schrijven voor iedereen: dat is geen kwestie van het opvolgen van 18 regels. Er is weliswaar een correlatie tussen begrijpelijkheid en een heleboel tekstkenmerken zoals zinslengte, maar geen causaal verband. Ik bedoel: men neme een onbegrijpelijke tekst, men passe de 18 regels toe… kans is groot dat de nieuwe versie nog steeds onbegrijpelijk is. Bijvoorbeeld als (ik berijd even een stokpaardje) de hoofdboodschap verstopt staat. Of als je helemaal niks hebt met het onderwerp – dan is een tekst algauw niet te volgen.

Eén van de dingen die maken dat écht begrijpelijk schrijven zich onttrekt aan dit type schrijfadviezen is dat ze op zinsniveau zijn. Maar wat zeggen losse zinnen nou eigenlijk? Van der Horst vindt deze passief onduidelijk:

EcoSchoon is een sensationele uitvinding waardoor uw tapijt met schoon koud water gereinigd kan worden

Want, zegt hij, wie doet dat reinigen dan? En hij stelt dus voor: ‘waardoor u uw tapijt … kunt reinigen’. Ik vind die nadruk op de u die moet reinigen echter arbeidsintensiever klinken, met meer werk voor die u en dus mogelijk een commercieel minder swingende boodschap. De lijdende vorm suggereert dat ‘het gebeurt’, door een (was-)machine. Dat lijkt op wat ik vond in de computerhandleidingen die ik voor mijn proefschrift analyseerde waarin stond dat ‘het document wordt afgedrukt’ – dat doet de printer automatisch voor je (zegt Van der Horst overigens ook, op p. 98, daar vermoed ik zelfs enige invloed van mijn onderzoek). Maar ik weet niet wat EcoSchoon is – is het een apparaat? Dus zonder context kan ik er verder niets over zeggen.

Overigens niet toevallig dus dat ik een passief eruit haal, want dat regeltje (‘Ga de lijdende vorm zo veel mogelijk uit de weg’, p. 93-105) heeft altijd mijn bijzondere belangstelling. En ook daarvoor geldt in dit boek: niets nieuws onder de zon. Toen ik begon met mijn onderzoek naar de lijdende vorm, inmiddels 25 jaar geleden, waren de schrijfadviezen van gelijke aard. Is het gebruik van de lijdende vorm veranderd, verminderd, in die 25 jaar? Nee, ik geloof het niet, en Van der Horst denk ik ook niet, want anders zou zo’n advies inmiddels overbodig zijn. De hardnekkigheid van sommige schrijfproblemen laat ook zien dat boeken met schrijfregels weinig effect hebben op waar het werkelijk om gaat.

 

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Het jaar van de piramide

Louise Cornelis Geplaatst op 11 januari 2016 door LHcornelis11 januari 2016  

Leuk om te lezen: volgens Henri Raven in Intermediair wordt 2016 het jaar van de piramide! Dat hoop ik natuurlijk ook, en ik hoor de roep om lezergericht schrijven inderdaad ook steeds harder klinken. Tenminste… ik hoor ook andere dingen, ik had net vorige week nog een gesprek met schrijvers van voorstellen die me vertelden dat opdrachtgevers steeds strakker voorschrijven van precies welke inhoudsingrediënten een voorstel gekookt moet worden, en dat staat er dan weer haaks op, minstens ten dele (goed schrijven is maatwerk, niet het invullen van een door een ander bedacht stramien).

Twee andere kanttekeningen bij het verder dus leuke en verheugende stuk:

  • Piramide in de zin van Ravens stuk is niet hetzelfde als wat ik piramidaal noem. Raven bedoelt de directe structuur: hoofdboodschap voorop. Dat is slechts één element van het piramideprincipe.
  • Wat Raven beweert over slechtnieuwsberichten is niet in lijn met het (o-zo-beperkte) wetenschappelijke onderzoek naar structuur en volgorde in teksten: Utrechtse onderzoekers vonden onder lezers van slecht nieuws een voorkeur voor de indirecte structuur (zie één van de bronnen).

Verder wens ik dus iedereen, en vooral alle lezers, een piramidaal 2016 toe! En dank aan @annekenunn voor het retweeten van de link naar Ravens stuk.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Binair schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 4 januari 2016 door LHcornelis4 januari 2016  

Laat ik het nieuwe jaar eens beginnen met een goeie tip die ik vorige week (30 december) tegenkwam in de NRC (p. E5). In een artikel over delegeren staat een pleidooi voor de binaire e-mail aan de leidinggevende, waarop die alleen maar met ja of nee kan antwoorden:

pleidooi voor binaire e-mails

Dat binaire schrijven, inclusief het dwingen tot denkwerk over een oplossing, doet mij denken aan piramidaal schrijven. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs te leiden tot een hoofdboodschap waar de baas alleen met ja of nee op kan antwoorden, maar dat ligt wel heel mooi in het verlengde ervan: het is piramidaal schrijven met nog een extra eis.

En die eis is niet alleen beperkt tot e-mails. Ik weet bijvoorbeeld van allerlei beslisstukken, zoals memo’s voor MT’s, directies en Raden van Bestuur, dat die beslissers graag een concreet voorstel voorgelegd krijgen. Eén voorstel, met onderbouwing; niet allerlei opties en alternatieve en scenario’s en analyses daarvan, en al helemaal niet alleen maar of vooral uitgebreid het probleem.

Consequentie is wel wat er in de laatste hierboven overgenomen alinea staat: elkaar vertrouwen. Dat vraagt het, maar dat vertrouwen bouw je zo inderdaad ook op.

Ik wens jullie allemaal een vertrouwensvol 2016 toe!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Hoofdboodschap verschilt per ontvanger

Louise Cornelis Geplaatst op 24 december 2015 door LHcornelis24 december 2015  

Eén van de kenmerken van een hoofdboodschap is dat het een op de ontvanger (lezer/publiek) gerichte interpretatie is van de feiten: de hoofdboodschap geeft de so-what. Ik geef dan vaak het voorbeeld dat ook in Adviseren met perspectief is terug te vinden: dat een boel geel fruit op een gele fruitschaal voor een schilder die een stilleven gaat maken ‘je hebt vooral gele verf nodig’ en voor een kleine fruiteter ‘er is nog meer dan genoeg’, enzovoort.

Vorige week schudde één van mijn trainingsdeelnemers een voorbeeld uit zijn mouw dat in zakelijke contexten sprekender zal zijn. Ik heb ze ietsje aangepast.

De auditor schrijft: We hebben vastgesteld dat de problemen aan het IT-systeem onjuist en onvolledig worden opgelost

Voor de werkvloer wordt dit: De problemen worden veroorzaakt door de gebruiksonvriendelijkheid van het helpdesksysteem.

Voor het management: De klanttevredenheid loopt gevaar omdat het dienstverleningsniveau niet wordt gehaald vanwege de IT-problemen.

Er zit hier ook iets in van constatering – oorzaak – gevolg/risico, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. En het voorbeeld is uit te breiden naar adviserende hoofdboodschappen, gericht op degene die het probleem zal moeten aanpakken.

Merk ook op dat ook de rol van de schrijver een rol speelt: een auditor is geen adviseur, en zal dus andere hoofdboodschappen formuleren.

Met dank aan San!

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑