↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Piramideprincipe-onderzoek

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Voortgang nieuwe lichting piramideprincipe-onderzoekers

Louise Cornelis Geplaatst op 15 november 2012 door LHcornelis15 november 2012  

Zoals ik hier had gemeld, ben ik in september van start gegaan met een nieuwe editie van het piramideprincipe-onderzoekscollege. Met meer dan 40 studenten nogalliefst, in twee groepen! De studenten hebben het een maand zonder me moeten stellen, toen ik in Nepal was.

Dat lukte goed: er verviel toch al een keer (tentamenweek), een collega heeft één college overgenomen (Mike Huiskes, met wie ik sowieso samenwerk, zie hier), en de andere twee colleges hebben de studenten zelf vormgegeven, of althans: ze hadden twee grote opdrachten die ze zelfstandig en met elkaar (‘peer review’) konden uitvoeren. Dat hebben ze goed gedaan.

De eerste opdracht behelsde het piramidaal herschrijven van een zelf ergens vandaan gehaald rapport. Net zoals in de eerdere jaren was geen van de 40 gevonden rapporten piramidaal, al kwam er voor het eerst wel eentje enigszins in de buurt. Mijn indruk was sowieso dat de gemiddelde kwaliteit van de rapporten dit jaar iets hoger lag dan de vorige, maar dat kan ook aan mij liggen.

Welke kwaliteit ook hoger lag, was die van de herschrijvingen door de studenten. Ik had in voorgaande jaren niet eerder peer review ingebouwd, dus dat ze feedback gaven op elkaars herschrijvingen. Kennelijk helpt dat erg goed! Je kunt alleen maar een rapport goed piramidaal herschrijven als je het piramideprincipe goed beheerst, en fijn dat het daarvoor helpt om met elkaar over zo’n tekst te praten.

De andere opdracht was het bedenken van zinvol onderzoek, nog altijd op zoek naar de effectiviteit van het piramideprincipe. De studenten hebben hun eerste ideeën ingeleverd direct na mijn thuiskomst, en ze zijn nu bezig die uit te werken tot onderzoeksvoorstellen. Die leveren ze maandag in, en ik zal daarna hier een overzicht geven van de onderwerpen en vraagstellingen.

Ik heb natuurlijk al een indruk. Het meeste onderzoek bouwt logisch voort op dat van de eerste twee jaar en mijn scriptiestudenten, maar er komen ook enkele nieuwe invalshoeken aan bod. Daar laat ik het even bij; ik maak het binnenkort concreter.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Piramide-tips

Louise Cornelis Geplaatst op 21 september 2012 door LHcornelis21 september 2012  

De studenten van mijn piramideprincipe-college moesten als eerste opdracht een adviesbrief schrijven waarin ze een adviseur aanraadden te gaan schrijven volgens het piramideprincipe. De brief ging dus over het piramideprincipe en moest ook nog eens piramidaal van vorm zijn – de studenten zijn bezig het piramideprincipe onder de knie te krijgen.

Ik heb de brieven nagekeken en algemene aanwijzingen geformuleerd, op basis van problemen die ik meerdere malen tegenkwam. Ik kopieer die naar hier door, want ze zijn relevant voor veel meer piramideprincipe-leerders, zeker beginnende.

1. Gebruik in de structuur alleen maar de vragen ‘hoe’ (antwoord: maatregelen of instructies) en ‘waarom’ (antwoord: argumenten). Dat betekent dat er geen plaats is voor een beschrijvend onderdeel (‘wat is het’ of ‘hoe ziet het eruit’ ofzoiets). Hiervoor zijn drie redenen:

  • Een te grote hoeveelheid verschillende vragen maakt de structuur onoverzichtelijk. Dat gaat richting: ‘hieronder zal ik eerst beschrijven wat het is, dan waarom het een goed idee is, vervolgens hoe je het gebruikt en daarna…’ –> twee vragen is echt het maximum, een lezer moet het in één keer kunnen overzien!
  • ‘Wat is het’ is een te algemene vraag: vaag en zelfs misleidend. Iets neutraal beschrijven is namelijk amper mogelijk. Daarmee bedoel ik: in de uitwerkingen van de opdracht zag ik eigenlijk nooit een neutrale beschrijving van het piramideprincipe. Probeer dat maar eens te doen, zonder waarde-oordeel en zonder alvast een idee te geven van hoe je ermee kunt werken! Dat betekent dus dat de dingen die onder ‘wat is het’ staan, makkelijk geïntegreerd kunnen worden in ofwel ‘waarom’ ofwel ‘hoe’. Dat is eenduidiger voor de lezer, want anders zouden er bijvoorbeeld ‘stiekem’ in het ‘wat is het’-gedeelte toch al twee argumenten zitten.
  • Waarschijnlijk kent de lezer het PP al, in ieder geval een beetje, en is een uitleg dus niet nodig. Het zou namelijk vreemd zijn als jullie er nog totaal géén contact over gehad zouden hebben. We zagen immers op het afgelopen colleges al dat er bij adviesrapporten vrijwel nooit sprake is van echt ‘nieuws’, en dat voor goed adviseren contact nodig is tussen adviseur en cliënt (= tussen schrijver en lezer).
    Een aantal had dat aardig recht gedaan door in de eerste zinnen van de brief terug te verwijzen naar een voorafgaand gesprek (en soms ook, eveneens terecht, aan het eind voor te stellen verder te praten – dat is heel reëel: de brief is dan een tussenstap in jullie conversatie, en zo gaat adviseren inderdaad).
    Ik kan het nog wel iets sterker zeggen: als de lezer geen flauw benul heeft van wat het PP is, bereik je met die brief vermoedelijk helemaal niets. Papier is immers helemaal niet zo goed in overtuigen. Dat gebeurt in persoonlijk contact.

2. Maak de structuur expliciet in de vorm van boodschappen: antwoorden in plaats van vragen. Dus niet boven een tekstonderdeel zetten ‘waarom het piramideprincipe gebruiken?’ maar bijvoorbeeld ‘het PP biedt veel voordelen aan lezer en schrijver’. Een boodschap is specifieker en biedt zo de lezer meer houvast en duidelijkheid. Vergelijk: boven een nieuwsbericht in de krant staat ook niet ‘wat is er gebeurd vandaag?’
Overigens zijn tussenkopjes niet verplicht. Je kunt in een brief de structuur ook voldoende expliciet maken door goede eerste alinea-zinnen. En ook dat is dan dus niet in de vorm van een vraag, maar met een boodschap.

3. Zorg voor een één-op-één-relatie tussen de structuuraankondiging en de structuur van de tekst. Dus als je twee onderdelen aankondigt, mag de tekst er echt geen drie bevatten!

4. Maak de structuur zo expliciet dat het voor jou als schrijver overdreven aanvoelt. Twee voorbeelden:

  • Je kondigt aan dat je argumenten voor het piramideprincipe gaat geven en gaat uitleggen hoe je het gebruikt. Als de alinea daarna begint met ‘In de eerste plaats…’ is dat net niet expliciet genoeg. Want wat is dat nu, uitleg of argumentatie? Wel expliciet genoeg is:  ‘De eerste reden om te kiezen voor het PP is…’
  • Je begint ergens met het noemen van argumenten voor het PP. In één alinea noem je er drie. In de volgende alinea heb je het over drie voordelen van het PP. Zijn dat nou ook losse argumenten (in totaal zes), of is het samen één (het vierde) argument ‘het PP heeft veel voordelen’, of herhaal je de eerdere argumenten (het zijn er drie), of misschien zijn sommige onder- dan wel bovengeschikt (geen idee hoe veel het er zijn)…??? De lezer mag daar geen moment twijfel over hebben. Kwestie van heel zorgvuldig structureren (= precies bedenken hoe die argumenten/voordelen met elkaar samenhangen) en dan voor je gevoel overdreven expliciet opschrijven. Opsommingen werken daar heel goed voor (zoals in deze post).
Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

De eerste piramidale masterscriptie

Louise Cornelis Geplaatst op 14 september 2012 door LHcornelis14 september 2012

Ik had het hier al eerder over de scripties die studenten bij mij schrijven over het piramideprincipe. In die gevallen ben of was ik eerste begeleider. Maar ik was ook van een scriptie tweede begeleider, namelijk die van Marlies Ruitinga, Masterstudent CIW in Groningen. Marlies volgde vorig jaar ook mijn piramideprincipe-college, en ze besloot daarop om haar scriptie te structureren volgens het piramideprincipe. Vandaar dat ze mij erbij betrok. Inhoudelijk vond ik het ook interessant, maar veel verder van mijn bed dan piramideprincipe-onderzoek, want de scriptie ging over het toegankelijk maken voor ouderen van een website.

Marlies is net klaar, en bij mijn weten is zodoende de allereerste piramidale masterscriptie verschenen. Het is immers een genre dat altijd volgens het methodologische stramien gestructureerd wordt, toewerkend naar de conclusie. Een scriptie is geen adviesrapport, en zo moest Marlies dus op zoek naar een manier om het piramideprincipe toe te passen binnen een genre waarin dat ongebruikelijk is.

De conclusie van zowel mij als haar eerste begeleider is dat ze daar goed in is geslaagd. Ze heeft lef getoond door zo te pionieren, en het eindproduct mag er zijn. De structuur bestaat uit een inleiding met de hoofdboodschap, vervolgens enkele argumentatieve hoofdstukken (‘waarom’) die de wetenschappelijke verankering verzorgen. Daarna een praktisch hoofdstuk waarin staat hoe de website beter is af te stemmen op senior gebruikers.

Bijkomend voordeel van die indeling is dat de wetenschappelijke lezers dat praktische hoofdstuk minder grondig hoeven te lezen, en de eigenaar van de website juist dat ene hoofdstuk goed – een wel vaker voorkomend voordeel van piramidale teksten: lezers kunnen goed selecteren omdat de hoofdstukken inhoudelijk zijn ingedeeld.

Ook de eerste begeleider is positief. Dat was nog wel even spannend, want lang niet alle docenten op universiteiten zullen zo’n afwijkende aanpak waarderen. Je krijgt immers als docent minder rechtstreeks inzicht in precies alle stappen die de student gaandeweg het onderzoek heeft gezet.

Maar Leonie Bosveld, de eerste begeleider, vond de scriptie prettig om te lezen. Van haar mag het zo wel vaker, want piramidaal is to-the-point, de structuur dwingt tot echt uitspraken doen (zeggen wat de feiten betekenen) en verband aanbrengen, en dat maakt de logica is transparanter. Ja, inderdaad – en fijn dat het ook zo werkt in een scriptie.

Die transparante logica heeft wel ook een risico: het lijkt erop dat zwakke plekken in de logica ook eerder opvallen. Als je alles een beetje losjes aan elkaar verbindt en aan het eind een ‘slappe’ conclusie trekt, dan zal dat allemaal wel. Maar als je verhaal bestaat uit duidelijke en goed onderbouwde ‘so-what’s’, dan valt die ene wat zwakkere paragraaf extra op. Iets om rekening mee te houden – en Marlies dus bepaald niet op af te rekenen.

Ik ben blij met Marlies’ durf en resultaat, en ik hoop dat het navolging gaat krijgen!

(bron: Ruitinga, M. Houd bij web usability rekening met senior users als aparte gebruikersgroep. Specifieke heuristiek en een case study met multi-method-aanpak. Masterscriptie CIW, RU Groningen, 2012)

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek

Je gaat het pas zien als je voorkennis hebt

Louise Cornelis Geplaatst op 5 september 2012 door LHcornelis5 september 2012  

Vorige week was ook Fleur Snelder bij mij klaar met haar Masterscriptie CIW, net als die van Albert een voortvloeisel uit het piramideprincipe-onderzoekscollege (waarvan ik overigens afgelopen maandag de derde editie heb afgetrapt, met maar liefst 40 studenten – daar volgt natuurlijk te zijner tijd meer over op dit weblog).

Fleur heeft in haar onderzoek geprobeerd meer licht te werpen op het verschijnsel dat weliswaar een boel niet-ingewijden in het piramideprincipe de structuur niet doorzien (door mij het ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’-verschijnsel genoemd), maar dat er toch een aantal zijn die het piramidale rapport wél snappen. Vanwaar dat verschil?

Uit eerder onderzoek, onder andere in dat van Fleur en Jan tijdens het college, hadden we wel wat vermoedens over het verschil tussen de begrijpers en de niet-begrijpers. Het leek erop dat lezers met inhoudelijke kennis van het onderwerp beter uit de voeten konden met het piramidale rapport, en wellicht kunnen ook jongere, schoolse lezers er beter mee uit de voeten dan oudere, zakelijke lezers. Immers, jongere lezers hebben nog minder vaak traditioneel opgebouwde rapporten gelezen en dus nog minder ‘vastgeroeste’ genre-verwachtingen, en bovendien zijn schoolse lezers eerder geneigd om een tekst ‘braaf’ van A tot Z te lezen, waar zakelijke lezers hun eigen strategie hebben en soms recht-toe-recht-aan naar het hoofdstuk ‘aanbevelingen’ doorbladeren – maar zo’n hoofdstuk is er niet in een piramidaal rapport.

Dus heeft Fleur die twee variabelen, inhoudelijke voorkennis en leeftijd/lees-aard met elkaar vergeleken – tenminste, een verkenning gedaan op dat gebied, het was geen dusdanig grootschalig onderzoek dat ze ‘harde’ conclusies kon trekken, maar haar onderzoek leverde wel inzichten op.

Fleur legde een rapport over griepvaccinaties voor aan studenten en zakelijke lezers met een medische opleiding (zoals HBO-V) of werkzaamheden aan de ene kant, en andere studenten en zakelijke lezers aan de andere.  Ze vroeg hen de hoofdlijn uit het rapport te halen en ze stelde enkele interviewvragen naar hun begrip en leeservaring.

Uit de resultaten blijkt niet dat de genre-verwachtingen uitmaken bij deze groep, maar wel de inhoudelijke voorkennis. Net als we al vermoedden, hadden de lezers met voorkennis het rapport beter door dan de lezers zonder die kennis. Waarschijnlijk komt dat simpelweg doordat ze bekend zijn met de inhoud en de gebruikte termen. Ook uit de literatuur is het belang van achtergrondkennis tijdens het lezen bekend, zowel voor schoolse als voor zakelijke lezers.

De lezers zonder voorkennis vonden het maar ‘moeilijk’ en onbekend terrein. Maar dat was voor een deel koudwatervrees, want vaak rapporteerden lezers een geringer begrip van het rapport dan wat ze lieten zien: hun samenvatting van de hoofdlijn was best wel goed, en toch zeiden ze dan het maar een moeilijk rapport te vinden (‘best wel lastig’). De deelnemers aan het onderzoeken leken een beetje onzekere lezers te zijn – en die onzekerheid was onnodig.

Tussen schoolse en zakelijke lezers was dus weinig verschil. Hooguit gaven de zakelijke lezers aan dat het rapport ‘anders’ was dan ze gewend waren. Maar ze konden er redelijk tot goed mee uit de voeten.

Dat viel ook op: waar in eerdere experimenten wel eens geen enkele respondent het rapport snapte, viel dat hier wel mee. Hoe kan dat nou? Nou, dat is mooi voor vervolgonderzoek. Wat we namelijk vermoeden, is dat onder studenten de leeftijd uitmaakt: jongerejaars zijn waarschijnlijk nog minder ‘geïndoctrineerd’ met de traditionele, methodologische opbouw, en snappen een piramidaal rapport eerder, waar ouderejaars al sterkere genre-verwachtingen hebben.  In Fleurs onderzoek waren de schoolse lezers vooral jongerejaars, en al eerder vond Jan in zijn scriptie iets soortgelijks. Het wordt tijd om daar eens wat systematischer naar te kijken!

Bron: Snelder, Fleur (2012) Het piramideprincipe: Is de piramide zonder de nodige bagage een zware beproeving? een exploratief onderzoek naar de rol van voorkennis en genreverwachtingen bij verschil in doorzien van piramidale rapporten tussen zakelijke en schoolse lezers. Masterscriptie RuG.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Piramidale pleitnota’s

Louise Cornelis Geplaatst op 27 augustus 2012 door LHcornelis27 augustus 2012 1

Vorige week heeft Albert Heikens bij mij zijn masterscriptie afgerond (nouja, hij was al eerder klaar, maar vrijdag heeft hij zijn cijfer gekregen). Albert heeft onderzoek gedaan naar de wenselijkheid van het gaan schrijven volgens het piramideprincipe in de juridische sector, meer in het bijzonder: naar hoe rechters (als lezers) en advocaten (als schrijvers) een piramidale pleitnota ervaren. Welnu, dat is best wel positief, al is er een verschil tussen lezers en schrijvers.

Bijzonder aan Alberts onderzoek is vooral dat hij ‘echte’ lezers en schrijvers als respondenten heeft gebruikt: rechters en advocaten. Hij kon dat dankzij een uitgebreid netwerk in de juridische wereld.

Albert heeft twaalf rechters en zes advocaten twee versies van een pleitnota voorgelegd: het origineel en een samen met de advocaat gemaakte piramidale herschrijving. Hij liet de respondenten hun voorkeur uitspreken en interviewde ze daarover.

De rechters (elf van de twaalf!) hadden een voorkeur voor de piramidale variant, bijvoorbeeld omdat de hoofdboodschap aan het begin staat. In hun eigen woorden:

Je leest als lezer meteen in de eerste alinea duidelijk wat het bestreden besluit is

(… dat deze versie) in het begin direct aangeeft waar het om gaat

We hebben het in ons werk druk en dan is een advocaat die direct zijn punt maakt zeer welkom.

Maar ook wel omdat de rest van het stuk goed gestructureerd is:

Doordat vervolgens zeer duidelijk de argumenten uiteen worden gezet, en worden aangeduid met kopjes, weet ik precies wat er gezegd gaat worden, zonder dat ik het hele stuk heb hoeven lezen.

Wel willen ze aan het eind een conclusie:

(…) doordat er geen conclusie is, gaat het met het verzoek op het einde mis. De pleitnota of het pleidooi gaat als het ware als een nachtkaars uit. Mijn advies is herhaal de conclusie en het verzoek gewoon nog een keer op het laatst.

Waarschijnlijk zien we hier de al bekende genre-verwachtingen aan het werk: aan het eind van een pleitnota ‘hoort’ een conclusie te staan, en als dat niet zo is (omdat die al aan het begin stond, als hoofdboodschap) is dat gek en ervaren de lezers een gemis.

De advocaten, als schrijvers, hadden een minder duidelijke voorkeur: vier van de zes kozen voor piramidaal, twee andere twijfelden. Eén van de twee met de traditionele vorm als voorkeur, zei dat hij het nou eenmaal zo had geleerd van zijn patroon. De ander vond de traditionele vorm zakelijker. De piramide-kiezers zeiden dat ze ‘al zo schrijven’. In het onderzoek is dat niet verder nagegaan, er is wel reden om aan die uitspraak te twijfelen (sociaal-wenselijk?).

Waar de rechters (lezers) dus een duidelijke voorkeur hebben voor piramidale pleitnota’s (eventueel met extra conclusie aan het eind), hangen de advocaten (schrijvers) meer aan de traditionele opbouw. We zien dus een discrepantie tussen de wensen van de lezers en de mate waarin de schrijvers daaraan gehoor kunnen of willen geven.

Die kloof, tussen lezerswens en schrijversdaad, is mij eerder opgevallen – ik schreef er een Tekstblad-column over. Het is en blijft mijn ambitie om schrijvers te leren die kloof te verkleinen.

Bron: Heikens, A. (2012) Komt een advocaat bij de rechter…. Een kwalitatieve analyse over de wenselijkheid van de structuur in een pleitnota. Masterscriptie CIW RU Groningen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Een heel andere wereld in mijn hoofd

Louise Cornelis Geplaatst op 5 juli 2012 door LHcornelis5 juli 2012  

Zoals ik op dit weblog al had verteld, ben ik bezig geweest met het schrijven van twee wetenschappelijke artikelen op basis van het piramideprincipe-onderzoek van de afgelopen jaren. Zoals dat gaat in de wetenschap, zijn de artikelen doorgestuurd naar elk twee anonieme reviewers. In de afgelopen weken heb ik hun werk teruggekregen.

De reviews zijn alle vier negatief, van ‘een beetje’ tot ‘heel erg’. Het grotere artikel, voor een tijdschrift, is daarmee afgewezen en dat leg ik voorlopig in de koelkast. Het andere, grotere, voor een conferentiebundel, wil de redactie toch graag hebben en dat ga ik dus herschrijven.

Afwijzingen en kritiek op de stukken, ach, dat kan ik wel hebben. Het komt ook niet helemaal onverwacht. De manier waarop heeft me echter wel geschokt: twee van de reviews schenden mijn fatsoensnormen, in toon en aanpak, en ze zijn geen van vieren ook maar in de verste verte constructief. Het is natuurlijk bekend dat het zo gaat, hè, in de wetenschap, en dat het proces van anoniem reviewen zijn nadelen heeft (zie hier bijvoorbeeld), maar ik was er persoonlijk nooit zo mee geconfronteerd geweest.

Een wereld waarin het kennelijk normaal is om het werk van goedbedoelende vakgenoten zo te behandelen… tsja. Ik zit de hele tijd met dat prachtige nummer ‘Heel andere wereld’ van De Dijk in mijn hoofd! (songtekst, muziek)

Nouja, wordt vervolgd – over dat ene artikel dat er (waarschijnlijk) wél gaat komen dus.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, verschenen | Geef een reactie

Genre-verwachtingen in adviesrapporten

Louise Cornelis Geplaatst op 2 juli 2012 door LHcornelis2 juli 2012 1

Uit het piramideprincipe-onderzoek van de afgelopen tijd is gebleven dat genre-verwachtingen een grote rol spelen bij het lezen en schrijven van adviesrapporten. De twee belangrijkste symptomen daarvan waren:

  • Een adviesrapport ‘hoort’ opgebouwd te zijn volgens de stappen van het onderzoek, dus met een methodologische structuur, met de conclusie en adviezen aan het eind.
  • Een adviesrapport ‘hoort’ wollig van stijl te zijn. Een frissere, krachtigere stijl is dan ongewenst, te direct bijvoorbeeld.

Beide zaken spelen piramidale rapporten parten, want die zijn anders van structuur, maar ook vaak van stijl (want meer lezer- en actiegerichter). Als je onvoorbereide lezers ineens zo’n heel ander rapport voorlegt, vinden ze dat dus maar raar: zo hoort het niet, een adviesrapport. Ze snappen het niet en oordelen negatief.

Negatieve oordelen over afwijkende rapporten zijn we meermalen tegengekomen in het onderzoek, waardoor ik wel zeg dat voor het piramideprincipe geldt ‘onbekend maakt onbemind’ (of: ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’, want dat geldt ook: na een beetje uitleg vinden ze het piramidale rapport juist wel heel fijn).

Wat echter tot nu toe nog niet duidelijk was, was of het nou de structuur of de stijl is die lezers het meest in de weg zit. De afgelopen maanden deed Marit Nijssen daar aan de Universiteit Leiden onderzoek naar, in het kader van haar Bachelorscriptie. Vrijdag heeft ze die afgerond, dus nu wat over de resultaten.

Hoofdboodschap: de ‘gekke’ structuur is doorslaggevend. De meerderheid van de respondenten (9 van de 12) gaf inderdaad de voorkeur aan een rapport volgens de conventies. In zeven gevallen gaf structuur de doorslag, in twee de stijl. Het onderzoek bevestigt dus opnieuw dat lezers voorkeur hebben voor conventionele rapporten.

Marit gaf de respondenten steeds twee versies van een rapport, en vroeg hen naar hun voorkeur. De rapporten verschilden van stijl en/of structuur. Daarna vroeg ze hen hun keuze te motiveren. Vier respondenten verwoordden expliciet iets over genreverwachtingen, bijvoorbeeld:

De structuur van rapport 3 vind ik persoonlijk prettiger, maar ik ben het ook zo gewend. (over de methodologische structuur)

Ben ik ook meer gewend, want ik mocht tijdens mijn studie ook nooit ‘ik’ of ‘wij’ gebruiken. (over de ‘wollige’ stijl)

Wat de voorkeur van de andere vijf precies bepaald heeft, is niet helemaal duidelijk. Hun voorkeur is wel in lijn met de genre-conventies, maar zou ook door iets anders bepaald kunnen zijn.

Opvallend is dat over de stijl de respondenten tegengestelde dingen zeggen. De ene respondent vond de krachtige stijl vriendelijk en minder belerend, de ander vindt diezelfde stijl gebiedend en dus minder vriendelijk. De woorden ‘positief’ en ‘negatief’ zijn ook door verschillende respondenten voor dezelfde stijl gebruikt – soms met te ervoor.

Ook dat bevestigt iets wat al eerder in het onderzoek duidelijk was geworden: lezers van adviesrapporten verschillen in hun voorkeuren. Om als schrijver je lezer optimaal te bedienen, is het dus handig om die voorkeuren te kennen.

Bron: Marit Nijssen. ‘Bekend maakt bemind’ Over genre-verwachtingen bij het lezen van adviesrapporten. Eindwerkstuk Taalbeheersing Universiteit Leiden.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Eindelijk de nieuwe Minto binnen

Louise Cornelis Geplaatst op 18 juni 2012 door LHcornelis18 juni 2012  

Ik werk altijd met het originele boek over het piramideprincipe van Barbara Minto, dat voor het eerst verscheen in 1987, met een  nieuwe editie in 2009, en dat The pyramide principle. Logic in writing and thinking heet. Dat boek is algemeen verkrijgbaar. Ik wist dat er al een tijdje een nieuwe editie was, met een iets andere titel: The Minto pyramide principle. Logic in writing, thinking and problem solving. Ik had die ook al eens proberen te kopen, maar dat was niet gelukt: bij een online boekwinkel kreeg ik de editie die ik al had, en bij de website van Minto’s bedrijf kon je alleen met Paypal betalen, en dat werkte niet met mijn credit card.

Kort geleden probeerde ik het nog een keer, en zowaar: Paypal is ietsje veranderd en accepteerde mijn credit card nu wel. Inmiddels heb ik dus de ‘nieuwe Minto’ in huis. Hoe nieuw hij is, is me niet duidelijk meer: ik dacht dat deze versie ook alweer een flinke tijd op de markt was (1996), maar er staat 2010 in.

Zo op het eerste gezicht is er niet zo heel veel veranderd, behalve dan dat het ‘problem solving’ gedeelte is uitgebreid en duidelijker is vastgeknoopt aan de situatie-complicatie-vraag uit de inleiding. Ik ken dat al van horen zeggen; een aantal opdrachtgevers maakt zo slim gebruik van het principe, en ook in het boek De consultancy methode staat het zo. Dat vind ik interessant en daar ga ik me nog eens verder in verdiepen.

Verder wat nieuwe kleine dingetjes: grouping en argument heten nu inductive en deductive reasoning (geen vooruitgang, vind ik, die termen vind ik erg verwarrend als het gaat om argumentatie), er staan meer voorbeelden en vaste patronen in (handig) en de vraag uit de inleiding is geformuleerd vanuit het perspectief van de klant (wat gek is, want situatie-complicatie zijn dat niet, dus je krijgt dat de you in de zinnen ineens de ander is).

Een aantal zwakke dingen in het boek zijn ook niet veranderd: de structuur is nog steeds warrig, de lay-out verouderd en gebrekkig, en nog steeds is de recentste verwijzing in de literatuurlijst uit 1980. Dat vind ik genant, moet ik zeggen.

Ook onveranderd is natuurlijk dat de methode op zich subliem en onovertroffen is. En dus eigenlijk een beter boek zou verdienen. En waarom moet het zo duur zijn? Bij Minto zelf betaal je $ 135 en daar komt dan maar liefst $ 20 verzendkosten bij (daarvoor was het er dan weer wel heel snel). Daarmee is het één van de duurste boeken die ik ooit gekocht heb. Maarja, ik moet hem wel hebben, vind ik, en ik ben er ook blij mee. Ik zag net dat het ook bij Amazon te koop is, voor $ 175. Hallo zeg! Tweedehands is het daar goedkoper, maar ik ben bang dat er een groot risico is dat het dan weer de andere, breder verkrijgbare editie is.

Wordt vervolgd als ik er wat beter naar heb kunnen kijken!

Geplaatst in Leestips, Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

De piramide denken

Louise Cornelis Geplaatst op 12 juni 2012 door LHcornelis12 juni 2012 1

Gister had ik het erover dat het juist het denkwerk is dat schrijven zo lastig maakt, en beloofde ik iets te zeggen over de rol van het piramideprincipe bij al dat gedenk. Welnu, de kracht van het principe zit hem erin dat het een instrument is om je denken in goede banen te leiden. Het doet dat zowel op het gebied van de logica als van de lezergerichtheid: je zet niet alleen maar de feiten logisch op een rijtje, maar je vertaalt ze ook naar het perspectief (belang) van de lezer/cliënt.

Het piramideprincipe is daarin enig in zijn soort. Ik ken allerlei andere methoden om een tekst te structureren, maar er is er geen een die een instrument is waarmee je op die beide gebieden tegelijk resultaat boekt. In het Engels wordt dit effect wel uitgedrukt als ‘it pushes your thinking’ – onvertaalbaar, en het drukt precies uit wat het piramideprincipe doet.

Dát je bij schrijven veel moet denken, dat is logisch, maar dankzij het piramideprincipe weet je ook hóe. En dat helpt, zo is de ervaring van schrijvende professionals die graag goed voor de dag willen komen met hun communicatie. Altijd maar wat rondgerommeld of het op een onbevredigende manier aangepakt, maar nu zit er richting in dat denken – en in het schrijven!

Ik ervaar die kracht nog steeds ook zelf. In nog een keer slecht vertaalbaar Engels: ‘it’s still growing on me’. Ik werk al 15 jaar met het principe en nog steeds ben ik ervan onder de indruk wat je ermee kunt bereiken. Als denk-duwer, dus, hè, niet zozeer als tekstschrijfmiddel – want nogmaals, er zijn meer, en misschien zelfs betere, manieren om een tekst te structureren.

Maar dat denken-duwen heeft wel ook een nadeel. Want, zoals ik in mijn vorige post al schreef, denken is ‘often a disturbing and uncomfortable thing to do’ en het is niet makkelijk, zeker niet als je liever lui dan moe bent. Daar verandert het piramideprincipe niks aan. Je moet dat zien als investering: als je dat denkwerk goed doet, verbetert zowel de inhoud van je werk als de toegankelijkheid ervan voor je lezer (opdrachtgever/cliënt/baas).

Die investering moet wel lonen. Een keer moet je uitgedacht zijn, durven zijn. En dat moet je zelf bepalen, want de piramide geeft niet zelf aan wanneer hij ‘goed’ is. Voor een beetje perfectionistische denkers en schrijvers kan het frustrerend zijn dat de perfecte piramide niet bestaat, dat je nooit iets maakt bijvoorbeeld dat aan alle regels van de logica voldoet. De kunst is om het principe zo te gebruiken dat het vóór je werkt, niet tegen je. Dus dat het je uitdaagt om je gedachten op lezergerichte wijze te ordenen, maar je niet frustreert met al zijn hoge eisen.

Motto: een goede structuur is goed genoeg; perfect hoeft niet.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Dat lastige denken

Louise Cornelis Geplaatst op 11 juni 2012 door LHcornelis11 juni 2012 2

Schrijven is moeilijk. Dat komt voor een belangrijk deel omdat het zo nauw verweven is met denken. Je begint met een hoop informatie en enkele gedachten daarover, en het kost al denkwerk om daarvan een verhaal te maken – en dan komt dan nog bij dat het niet ‘zomaar’ een verhaal is, maar gericht op een lezer. Vandaar dat ik als motto van Adviseren met perspectief het nummer ‘It’s hard‘ van The Who koos (‘Any kid can chatter – few can inform. It’s hard.’)

De laatste tijd ben ik die last van denken bij schrijven een paar keer tegengekomen. In de eerste plaats was dat in de wetenschappelijke literatuur. In een artikel van Davies en Birbili gaat het over ervaringen met schrijven in het dagelijkse werk en zij concluderen dat denken daarbij ‘often a disturbing and uncomfortable thing to do’ is.

Ten tweede: één van de Groningse piramideprincipe-studenten, Marit Holman, deed in haar scriptie onderzoek naar het schrijven van gemeente-ambtenaren en daarvan zeggen er ook veel hoe belangrijk denken is voor schrijven. Maar het is niet altijd makkelijk, ik citeer een uitspraak van één van de schrijvende ambtenaren uit Marits scriptie:

Schrijven en denken gaat voor mij tegelijkertijd. Ik had laatst anderhalf uur achter elkaar door geschreven maar toen viel de computer uit. Ik kreeg het niet meer terug en heb het ook niet meer zo mooi gekregen. Soms zit je in zo’n flow en dan ga je. Soms kan je meteen schrijven wat je denkt. Af en toe is het echt werken.

En ten derde kwam ik het tegen in het piramideprincipe-onderzoek. Een de ene kant zeiden geïnterviewde schrijvers daarin:

Het is goed dat je bij het piramideprincipe eerst even nadenkt over hoe ziet het eruit en wat is nou het belangrijkste wat je wilt vertellen, ik denk dat dat veel toevoegt.

Maar aan de andere kant:

Je wordt er onrustig van omdat je je afvraagt of je het wel helemaal goed hebt gedaan. Het gevaar is dat je er te veel tijd aan gaat besteden.

In die laatste uitspraak klinkt door dat vooral voor veeleisende, perfectionistische schrijvers dat denkwerk lastig is. Perfect is een tekst nooit, en ook de structuur en de logica niet. Waarschijnlijk verklaart dat voor een deel de last van dat denkwerk.

Want dat valt me wel op: dat dat denken zo lastig is. Want het is toch niet alleen maar lastig? Het is een essentieel onderdeel van het werk, op twee manieren. Aan de ene kant ben je, met een beetje consultant-jargon, waarde aan het toevoegen door de informatie te interpreteren. Iedereen kan feiten op een rijtje zetten, maar daar een zinnig verhaal over vertellen, dat is vakmanschap (it’s hard!).

Aan de andere kant ben je dienstverlenend bezig: jouw moeite is het gemak van de lezer (je cliënt, opdrachtgever, baas – noem maar op). Dáárom schrijf je het goed op: leesbaar, begrijpelijk, toegankelijk, overtuigend, instructief. Dat doe je niet voor jezelf en zeker niet voor je eigen gemak. Dat doe je voor een ander, en dat is loffelijk.

Zo is schrijven en denken een prachtige uitdaging, toch?! Ik kan in ieder geval de lol ervan wel ervaren: dat ineens de puzzelstukjes op hun plek vallen en dat ik denk: nou staat er wat ik wil dat er staat. Maar ik herken ook de worsteling wel, dat het er maar níet wil komen te staan. En ik begrijp ook wel: liever lui dan moe. Wat zou het fijn zijn als die prachtige tekst er vanzelf uit zou rollen.

Maar helaas, schrijven is niet makkelijk. Wie heeft ons eigenlijk wijsgemaakt dat het dat wél zou (moeten) zijn? Enne: morgen iets over wat het piramideprincipe doet bij al dat gedenk.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 2 reacties

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Zomerpauze
  • Consultants, leer zelf schrijven!
  • Blij met een leerzaam schrijfproces
  • Pluk in de canon
  • “Beter leren schrijven is eigenlijk organisatieverandering”

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (317)
  • Opvallend (545)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (893)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑