↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Piramideprincipe-onderzoek

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Schrijfmodellen en organisatiecultuur

Louise Cornelis Geplaatst op 12 september 2013 door LHcornelis12 september 2013 1

In juli heeft Sven Koster zijn masterscriptie CIW voltooid. Die scriptie ging over de relatie tussen schrijfmodellen (piramideprincipe versus methodologische structuur) en organisatiecultuur. Sven was één van de studenten van mijn piramideprincipecollege, en ik was dan ook tweede begeleider bij zijn scriptie. Het is een interessant onderzoek geworden!

Sven heeft zeven schrijvende professionals geïnterviewd over hoe zij schrijven, en enkele resultaten daarvan geanalyseerd (tekstanalyse). Die professionals verschilden in de mate waarin zij het piramideprincipe kenden: doorgewinterde piramideprincipegebruikers, beginnende piramideprincipeleerders en schrijvers die niet bekend zijn met het piramideprincipe. Daarnaast verschillen zij ook in rang en in het type organisatie waarin zij werken: van (semi-)overheid tot bedrijfsleven. Het ging om een klein aantal, dus Svens conclusies zijn voorzichtig, maar er komt wel een beeld uit naar voren. Ik haal daar de opmerkelijkste zaken uit.

Wat uit dit onderzoek is gebleken zou ik willen verwoorden als goed nieuws en slecht nieuws (Sven zelf doet dat veel neutraler natuurlijk).

Het goede nieuws is dat kennis van het piramideprincipe inderdaad leidt tot anders schrijven. Ook al is het al jaren geleden dat de schrijver het principe heeft leren kennen, en ook al ‘moet’ het helemaal niet meer per se zo. En ook al schrijft die professional lang niet alles 100 % piramidaal.

Het slechte nieuws is dat van alle teksten die Sven had verzameld, er wat mij betreft maar één door de beugel kan als ik er de niet eens allerstrengste regels van het piramideprincipe op loslaat. Vooral van de teksten van de leerders schrok ik: die maken een mengelmoesje van piramideprincipe en methodologisch, en dan heb je vlees noch vis.

Niet alleen concludeer ik hieruit dat het piramideprincipe nog moeilijk onder de knie te krijgen is dan ik al dacht, maar ook zie ik dat schrijvers het nog te zeer opvatten als teksttrucje, als vormgeving van een tekst, en daarmee dus de grootste kracht van het piramideprincipe niet benutten. Die kracht, dat is de mate waarin het je uitdaagt om glashelder te denken. Maarja, denken, dat kost moeite en is vervelend…

De relatie tussen schrijven en organisatiecultuur is niet zo eenduidig. Zowel bij de (semi-)overheid als in het bedrijfsleven wordt kort en bondig geschreven; het meest uitvoerig en omslachtig juist bij één van de bedrijven. Wat ik wel herken is dat bij de overheid de manier van schrijven het meest dwingend is vastgelegd, in de vorm van vaste formats. Dat typeert de bureaucratie inderdaad.

Goed nieuws was verder nog dat alle schrijvers bewuste keuzes maken over hoe ze schrijven, en dat velen ervan dat doen in overleg met hun lezers, de klanten. Dat maakt het niet altijd makkelijker, zeker niet als je met één stuk diverse lezers moet bedienen. Maar gelukkig wordt er dus wel over teksten nagedacht én gepraat.

Bron: Koster, Sven. Schrijfmodellen en organisatiecultuur. Hoe werkt organisatiecultuur mee of tegen bij het kiezen voor een schrijfmodel? Masterscriptie CIW Rijksuniversiteit Groningen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | 1 reactie

Anders schrijven leidt tot eigenzinnig adviseren

Louise Cornelis Geplaatst op 21 mei 2013 door LHcornelis21 mei 2013  

Vorige week beloofde ik iets te laten zien van de nieuwe positionering van het boek waar ik mee bezig ben. Even wat achtergrond: tegen het eind van 2012 realiseerde ik me dat anders (meestal: piramidaal, maar dat hoeft niet) gaan schrijven voor een organisatie tot een veel diepere verandering leidt dan alleen maar betere teksten. Daarom is het ook zo moeilijk: het gaat om veel meer dan een teksttrucje. En puur voor de tekst hoef je het ook niet te doen (omdat, zo bleek onder andere in mijn piramideprincipe-onderzoek, zakelijke lezers helemaal niet zo gevoelig zijn voor tekstkwaliteit). Het gáát juist om die verder gaande verandering. Je kunt schrijven daar als instrument voor zien.

Maar wat is die verandering precies? Daarover heb ik de afgelopen maanden nagedacht en gepraat met ervaringsdeskundigen (enkele van mijn eigen opdrachtgevers). Ik wil de verandering nu als volgt omschrijven:

Door anders te schrijven, kun je leren eigenzinnig te adviseren aan steeds veeleisender klanten.

Dat klanten in de zakelijke dienstverlening steeds veeleisender worden, dat hoorde ik van mijn opdrachtgevers, en ik merk het zelf ook, in beide rollen (als klant en als dienstverlener). Het heeft waarschijnlijk te maken met de krappere financiële middelen, dat klanten meer waar voor hun geld wensen. En daar vind ik niets mis mee: ik kan me er wel over verbazen hoe veel middelmatigheid er verkocht wordt – maar dat terzijde.

Wat die klanten eisen, is dat hun adviseur hen helpt bij het nemen van duurzame beslissingen. Onder ‘duurzaam’ versta ik dat de klant er echt wat mee opschiet, op de lange termijn. Dus als er een spanning is tussen de snelle oplossing die goed klinkt en lekker voelt, maar die op de lange termijn problemen oplevert, en de moeizamere weg die juist op de lange termijn houdbaar is, dan is die moeizamere weg toch de beste. En dat zul je dan dus als adviseur goed moeten uitleggen en beargumenteren. Op basis van solide vakkennis, maar met zeer goed begrip van de situatie en de belangen van de klant. Daarom moet je je klant dus heel goed kennen.

Hoezo is dat eigenzinnig? Een ander woord op die plek was klantgericht geweest, maar dat voldeed niet. Als term is het platgetreden, adviseren is altíjd klantgericht dus inhoudelijk is het te vanzelfsprekend, en klantgericht is soms verworden tot een wat al te slaafs doen wat de klant wil, ook al is dat níet duurzaam. Dat is het eigenzinnige eraan (deel 1): het ook tegen de klant durven zeggen als je vindt dat hij verkeerd bezig is. Daarin jezelf, je eigen expertise, serieus nemen.

Deel 2 van de eigenzinnigheid is dat je durft je vakkennis te overstijgen. De meeste professionals hebben in hun opleiding geleerd dat je elke uitspraak moet kunnen verantwoorden. Bij eigenzinnig adviseren durf je nét een stap verder te zetten. Niet alleen maar de data op een rijtje zetten, maar ook zeggen wat ze voor je klant betekenen. Dat is altijd enigszins een sprong in het duister: eigenzinnigheid vraagt om een beetje lef.

Eigenzinnig adviseren, zodat je je klanten steeds beter helpt bij het nemen van beslissingen. Dat kun je bereiken met schrijven. Beter schrijven, anders schrijven dan hoe je het in je vakopleiding hebt geleerd. Hoe? Nou, daarover gaat dat nieuwe boek. En morgen daarvan een vooruitblik: mijn nieuwe conceptuele model van zakelijk schrijven!

 

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips, Veranderen | Geef een reactie

Cognitieve Minto

Louise Cornelis Geplaatst op 17 mei 2013 door LHcornelis17 mei 2013  

Afgelopen maandag was er in Leiden weer eens een taalbeheersingslezing, dit keer door Jos Hornikx. De inhoud van zijn betoog ga ik hier niet samenvatten: het ging over een model voor het berekenen van de kracht van argumentatie.

Eén dingetje deed bij mij wel een kwartje vallen: Hornikx gaf een overzicht van de manier van denken over de kracht van argumenten in verschillende tradities. Hij vertelde dat het juist de cognitief psychologen zijn geweest daarover hebben gedacht in termen van logische redeneerschema’s, zoals het syllogisme en de modus tollens en podens. Die schema’s, dat zijn de enige die ‘mogen’ volgens Barbara Minto in The Pyramid Principle.

‘Aha,’ zo viel bij mij dat kwartje, ‘alweer een teken ervan dat Minto zeer schatplichtig is aan de cognitieve psychologie!’ Dat blijkt namelijk ook uit haar opvatting dat onze hersenen in piramide-structuren zouden denken, logisch zouden ordenen.

Nou is de cognitieve psychologie een prachtig vakgebied, maar…

  • er is meer te zeggen over communicatie en argumentatie enerzijds en onze hersenen anderzijds.
  • die beide inzichten, dus dat wij redeneren op basis van logsiche schema’s en dat onze hersenen ordenen in logische schema’s, zijn verouderd – ze zijn afkomstig uit de tijd dat de computer opkwam, en daarmee werden toen onze cognitieve vermogens maar wat graag vergeleken (jaren ’70 en ’80).

Dat Minto alleen maar verwijst naar verouderde cognitief-psychologische bronnen, dat wist ik (de meest recente bron in haar boek is uit 1980!). En dus ook dat haar claims over onze hersenen niet houdbaar zijn (daarom is het piramideprincipe ook juist zo moeilijk: onze hersenen werken helemaal niet zo!).

Dat ook haar voorkeur voor logische redeneerschema’s uit diezelfde bron komen, dat wist ik niet. En dat vind ik toch leuk om te weten! Alleen al daarom vond ik het maandag een geslaagde lezing. En dat was nog maar een heel klein dingetje eruit!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Anders dan verwacht

Louise Cornelis Geplaatst op 3 mei 2013 door LHcornelis7 mei 2013  

In de meest recente Tekstblad staat een artikel dat mij opluchtte. Het is van Mark van Bogaert, heet ‘Tests met tekstversies. Tien frustrerende voorbeelden’, en de eerste zin luidt: ‘Uit onderzoek blijkt dat lang niet altijd de leukste, creatiefste of meest voor de hand liggende versie van een tekst het beste scoort bij de ontvanger.’ Dat is zo’n beetje de frustratie van 2,5 jaar piramideprincipe-onderzoek in een notedop! Vandaar dat ik nieuwsgierig verder las.

In het artikel staan tien voorbeelden van ‘splitruntests’, onderzoeken waarin twee versies van een tekst gebruikt worden, zodat je kunt zien welke versie de meeste respons oplevert. En dat is verrassend vaak juist níet de leuke, goeie, mooie, creatieve en anderzins meest veelbelovende versie. De recht-toe-recht-ane kopregel doet het beter dan de woordspeling; het lelijke lettertype beter dan het mooie; het goedkope papier beter dan het dure; de blanco envelop beter dan de bedrukte; zonder folder beter dan met; de irritante onderwerpsregel (in een mail, namelijk met je naam erin) beter dan een niet-irritante; de lelijke lay-out beter dan de mooie, enzovoort, en als je net denkt dat je het doorhebt, levert wéér de onverwachte variant de meeste respons op. En ik kan daar dus zelf aan toevoegen: heb je zo’n hartstikke mooi, super-lezergericht piramidaal rapport gemaakt, snappen lezers er níks van omdat ze de ‘conclusie’ niet kunnen vinden, en hebben ze dus een voorkeur voor die saaie, traditionele versie…

De conclusie van het stuk is: ‘nooit denken dat je het al weet. Blijven testen is de boodschap.’ Helemaal mee eens – eigenlijk weten we nog maar heel weinig van wat lezers écht willen, en hoe je ze écht in beweging krijgt. Als adviesrapportenschrijver heb je wel één voordeel ten opzichte van de schrijvers van massale mailings: je kunt het je lezer vragen. Doen!

Aanvulling 7 mei: de hele tekst van het artikel staat inmiddels online bij Tekstblad.

 

Geplaatst in Leestips, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Piramide in de steigers zetten

Louise Cornelis Geplaatst op 24 april 2013 door LHcornelis24 april 2013 1

Ik was de afgelopen dagen naar Rome, om die stad te leren kennen. Op het metrokaartje zag ik een station ‘Piramide’ staan, en even neuzen in de reisgids bevestigde dat Rome inderdaad zijn eigen piramide heeft. Hij is gebouwd vlak voor het begin van onze jaartelling, toen Egypte net veroverd was, en daardoor ‘hip’ onder de Romeinen.

Nou, vanwege mijn bemoeienis met het piramideprincipe wilde ik daar wel heen natuurlijk, en dat kon met de metro ook erg makkelijk. Wat bleek? Hij stond in de steigers:

piramiderome piramiderome2

Enerzijds jammer, maar anderzijds ook wel weer heel grappig, want zo zeg ik het ook vaak: zet om te beginnen je piramide in de steigers… daarmee bedoelende dat je werkt vanuit een hypothese, schets, begin, en dat verfijn je gaandeweg.

Dus zo ziet dat eruit, een piramide in de steigers!

Geplaatst in Opvallend, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 1 reactie

Leer studenten schrijven voor de praktijk

Louise Cornelis Geplaatst op 11 maart 2013 door admin11 maart 2013  

Van de piramideprincipe-onderzoekers was er één groepje dat (met mijn toestemming) wat langer over het onderzoek heeft gedaan, want ze hadden moeite met het vinden van respondenten. Ze zijn op drie blijven steken, wat heel jammer is – maar hun resultaten zijn toch interessant.

Fleur, Annemarie, Bianca en Irene deden onderzoek naar de vraag in hoeverre afgestudeerde studenten Nederlands en CIW een kloof ervaren tussen hoe ze tijdens hun studie hebben leren schrijven en hoe ze dat in de praktijk moeten doen. Die kloof blijkt er wel degelijk te zijn.

De vier studenten raden daarom aan de aansluiting van schrijfonderwijs op de praktijk te verbeteren, vooral in de maatschappelijke master. Immers, die studenten hebben al gekozen voor een ander beroep dan in de wetenschap. Beetje gek eigenlijk dat ze dan in hun opleiding toch nog steeds alleen wetenschappelijk schrijven. De geïnterviewde afgestudeerden hebben het wel gered, anders leren schrijven, dankzij de analytische en algemene tekstvaardigheden die ze in hun studie wel hadden meegekregen

Maar toch zeggen ze een voorbereiding op de schrijfpraktijk gemist te hebben: andere genres, ‘echte’ doelen en doelgroepen (niet alleen de docent, maar ook een MT van wie het best stellig mag in plaats van met alle wetenschappelijke nuances),  in een realistischere aanpak (veel peer- en andere feedback, zoals het in organisaties ook gaat), of zelfs de echte confrontatie met de praktijk, in de vorm van een stage.

Ik kan me dit allemaal heel goed voorstellen. Wel roept het vragen bij me op. Wie zouden de docenten zijn van wie studenten meer praktijkgerichte genres leren? Immers, universitaire docenten zitten tot over hun oren in het academische schrijven, niet het praktijkgerichte. Is een ‘praktijkschok’ überhaupt wel te voorkomen – misschien is er wel geen betere manier om praktijkgericht te leren schrijven dan in de praktijk? Als er iets bij moet in een studie, moet er eigenlijk ook iets af, qua studiebelasting en onderwijscapaciteit, wat zou dat dan moeten zijn? Dat is voor wat betreft dit onderzoek een goed teken, want goed onderzoek roept altijd een boel vervolgvragen op, en je kunt in één zo’n onderzoekje niet alles doen.

Het onderzoek van deze vier studenten ging niet over de techniek van het piramideprincipe. Toch is de relevantie er wel degelijk. Adviesrapporten zijn een genre waar veel afgestudeerden mee te maken krijgen. Ze weten dan niet beter of ze pakken dat wetenschappelijk aan. Het piramideprincipe is dan heel vreemd. Zou het helpen als ze zoiets al in hun studie leren? Wie weet!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Hypermodern adviseren

Louise Cornelis Geplaatst op 25 februari 2013 door admin25 februari 2013  

Meer dan tien jaar geleden bedacht ik dat de hiërarchische structuur van een piramidale tekst zich prima leent om gestalte te krijgen in een hypertext. Ik schreef daar in Adviseren met perspectief een paragraafje over (eerste druk is van 2002).  Ik verwachtte en voorspelde toen dat binnen een paar jaar het digitale adviesrapport, in een andere dan lineaire vorm, gestalte zou krijgen.

Als ik kijk naar hoe de ontwikkelingen zijn gegaan, met de opkomst van e-readers en smartphones bijvoorbeeld, zou ik denken dat ik inmiddels al lang een keer gelijk had gekegen. Maar nee. Raar eigenlijk, want lezers willen eigenlijk heel graag meer digitaal kunnen lezen, ook rapporten (bron). En ze willen meer plaatjes en hapklare brokken – dat kan digitaal en met hypertext ook makkelijker.

Tegen die lezerswensen afgezet blijft de standaard rapportagevorm erg ouderwets. Moet dat niet eens veranderen? In de afgelopen maanden deed Alieke Zelhorst voor haar masterscriptie CIW aan de RuG onderzoek naar de haalbaarheid van adviesrapporten in hypertext. Daaaruit blijkt dat het écht kan, zo rapporteren, en dat een deel van de lezers het waardeert. Ik daag hierbij adviseurs uit om het zo eens te gaan proberen!

Dat het kan, blijkt allereerst uit de teksten die Alieke maakte, daarbij gebruik makend van de vaardigheden die ze heeft als communicatieadviseur en webdesigner van Bureau iMAGO. De teksten staan online, dus ze zijn te bekijken: twee adviesrapporten, allebei gestructureerd volgens het piramideprincipe, en allebei vormgegeven alsof het een website is, in elk geval: gebruik makend van de design-mogelijkheden van hypertext. De ene is voor MKB Energie, de ander voor ‘Terug naar het begin‘, gefingeerde bedrijven, maar beide rapporten zijn gebaseerd op echte (niet-piramidaal en lineair). Ze komen overigens het beste tot hun recht als je ze op een tablet leest, en dat is hoe Alieke het in haar onderzoek gebruikte.

In het onderzoek legde ze 20 zakelijke lezers het adviesrapport voor. De helft kreeg eerst de lineaire tekst te zien (letterlijk dezelfde tekst, maar dan als linaire tekst in PDF op de tablet aangeboden), de andere helft eerst de hypertext, en beide helften waren nog eens gelijkelijk verspreid over de twee rapporten. Alieke vroeg in een semi-gestructureerd interview naar de gebruiksvriendelijkheid van het document: bruikbaarheid, efficiëntie, leerbaarheid (mate van benodigde gewenning) en tevredenheid met deze rapportagevorm, eerst van de eerst aangeboden vorm, en daarna in een vergelijking met de andere.

De respondenten hebben geen uitgesproken voorkeur. De meeste vinden het menu van de hypertext handig en efficiënt, maar sommige respondenten vinden de PDF handiger. In de woorden van twee van de respondenten:

Ik vind het heel erg makkelijk dat je al die kopjes hebt en dat alles heel overzichtelijk hiernaast in een linker kolom staat. (over de hypertext)

Meer integraal. Ik vind het makkelijker eigenlijk. Je kan even door swipen terug en dan weer zo. Alles staat compleet. Deze vind ik makkelijker eigenlijk (over PDF)

Aan de hypertext moeten ze (natuurlijk) wat meer wennen. Maar al met al ontlopen de twee vormen elkaar niet zo erg.

Ongeveer evenveel respondenten hebben dus voorkeur voor de PDF als voor de hypertext. Dat is geen uitgesproken juichverhaal voor hypertext, maar er liggen wel degelijk kansen. Alieke adviseert om de hypertext nog eens onder de loep te nemen: die kan gebruiksvriendelijker, bijvoorbeeld door de hoeveelheid verplichte kliks te beperken. Die irriteerden namelijk sommige gebruikers:

Ik vind de linkjes niet handig. Het is te veel subsubsubpagina. Het voelt een beetje als verborgen info.

Ik mis het swipen. Het totaaloverzicht ben ik hier kwijt.

Maar hoe dan ook: sommige lezers, namelijke degene met een voorkeur voor de hypertext, zou je dus als schrijvende professional gelukkig kunnen maken door je adviesrapport zo aan te bieden. Nogmaals: wie durft dat experiment aan? Check wel eerst even bij je lezer, of die het ziet zitten. Zo ja, dan kun je hypermodern adviseren.

Bron: Zelhorst, Alieke (2013) ‘Hypermodern’ adviseren. Piramidaal adviseren in de vorm van hypertext. Masterscriptie CIW, Rijksuniversiteit Groningen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Wat gebeurt er in het hoofd van de lezer?

Louise Cornelis Geplaatst op 11 februari 2013 door admin11 februari 2013  

Vrijdag sloot ik af met een korte opmerking over dat het nog steeds lastig is in het piramideprincipe-onderzoek om het principe op zijn waarde te meten. Eén van de redenen daarvoor is dat de onderzoekssituatie zo kunstmatig is; een andere is dat we ook nog steeds op zoek zijn naar meetinstrumenten. Vandaar dat ik het leuk vond dat één groep studenten zich daar specifiek mee bezig heeft gehouden. Sven, Myrthe, Sander en Aislinn onderzochten of Q-sorting geschikt zou zijn, en inderdaad zijn zij enthousiast.

Ik had zelf nog nooit met Q-sorting gewerkt en vond het dus ook lastig om dit groepje op methodologisch vlak te begeleiden, maar ze konden er gelukkig zelf goed mee uit de voeten. Voor de te meten variabelen ‘eerste indruk’ (na een snelle blik van 30 seconden), ‘vindbaarheid’, en ‘overzichtelijkheid’ ontwierpen ze kaartjes met uitspraken die door de respondenten geordend moesten worden, voor een methodologische en een piramidale inhoudsopgave. De respondenten konden hun keuzes mondeling toelichten, wat past bij het pionierende karakter van dit onderzoek. Vooraf hadden de studenten voor elk van die variabelen een aantal hypotheses opgesteld, op basis van het inzicht in de structuur van adviesrapporten tot nu toe.

Uit het onderzoek bleek vooral dat de methodologische rapporten het precies zo deden als in de hypotheses uitgedrukt, maar de piramidale helemaal niet. Dat betekent vooral dat we kennelijk beter begrijpen hoe methodologische rapporten gelezen worden dan piramidale.

Een voorbeeld was dat we verwachtten dat voor de eerste indruk van de piramidale versie ‘Ik heb nu een globaal beeld van de inhoud van het rapport’ hoger zou scoren dan ‘De inhoudsopgave ziet eruit zoals ik had verwacht’. Daar zit natuurlijk een idee achter over de rol van genre-verwachtingen. Maar die laatste uitspraak scoorde echter verrassend hoog: volgens de respondenten was het de meest toepasselijke uitspraak! Ook al gaven de respondenten in hun eigen woorden aan dat ze wel ‘conclusie’ misten. Geen idee wat er precies in die hoofden gebeurt bij het sorteren van de kaartjes.

En zo ging het dus steeds. Sven, Myrthe, Sander en Aislinn raden aan om de mogelijkheden van Q-sorting nader te verkennen in vervolgonderzoek. Dat kan zeker, maar ook laat dit onderzoek volgens mij zien hoe weinig we eigenlijk nog maar weten van hoe lezers (inhoudsopgaven van) adviesrapporten lezen – ook na drie lichtingen onderzoekscollege en enkele scripties. Het rapporteren over de derde lichting rond ik hiermee bijna af – er volgt nog één groepje, maar dat is nog bezig (vanwege een probleem met het vinden van respondenten). Maar het onderzoek is nog zeker niet afgelopen: er zijn bijvoorbeeld nog enkele scripties in de maak, en bij twee daarvan staat dat lezen van adviesrapporten centraal. Wordt vervolgd dus!

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Piramidaal beter te onthouden?

Louise Cornelis Geplaatst op 8 februari 2013 door admin8 februari 2013  

Daarnet rapporteerde ik over het piramideprincipe-onderzoek resultaten waaruit bleek dat de piramidale versie van een adviesbrief niet tot hoger tekstbegrip leidde dan de traditionele. Er was echter dit jaar ook positiever resultaat voor het piramideprincipe: uit onderzoek van Denise, Lisa, Esma en Lennart bleek dat van een piramidale tekst wél meer bleef hangen!

Deze studenten legden twee groepen van tien respondenten een versie van een samenvatting van een adviesrapport voor: methodologisch opgebouwd of piramidaal. Ze kregen maximaal vier minuten leestijd, en daarna moest de tekst weg en kregen ze negen kennisvragen voorgelegd: open vragen, in een paar woorden te beantwoorden. De antwoorden zijn gescoord, door er punten aan toe te kennen. De maximale score was 190.

De respondenten die de piramidale versie lazen, scoorden gemiddeld 117 punten; de anderen 74. Dat is overigens geen statistisch significant verschil: het kan op toeval berusten.

Interessant aan het onderzoek is dat de respondenten de tekst lastig vonden. Ik kan me dat voorstellen: hij ging over een specifiek type milieurvriendelijke LED-verlichting voor in de haven. Slechts één van de respondenten had enige voorkennis over dat onderwerp, en dat scheelt altijd een stuk. Bij het eerdere onderzoek waarover ik deze weken rapporteer stonden steeds juist ‘dichtbije’ onderwerpen centraal: studenten lazen brieven die van de universiteit zouden kunnen komen, zakelijke lezers e-mails van hun eigen organisatie, en ook kwam bijvoorbeeld de griepprik voorbij, een onderwerp dat iedereen wel kent. Dat was in dit onderzoek andere koek. Een lezer van een adviesrapport heeft altijd op z’n minst enige affiniteit met het onderwerp.

Alles bij elkaar roept ook dit onderzoek vragen op. Wat gebeurt er met een makkelijkere tekst? Hoezo bleef de piramidale beter hangen, was dat omdat de tekst ‘beter’ was, of omdat de respondenten juist meer moeite moesten doen – en door die extra inspanning ging er ook meer het geheugen in? Welke rol speelde de volgorde van de vragen – sloot die misschien meer aan bij de piramidale tekst, en maakte dat het makkelijker? En natuurlijk: is het verschil er nou wel of niet – is het toeval of niet? Het zou op zijn minst onder een grotere groep herhaald moeten worden. En wat als je een heel rapport gebruikt in plaats van alleen een samenvatting?

Toch stemt dit onderzoek me voorzichtig hoopvol: dat er iets van een rapport blijft hangen, dat wil je toch als schrijver. Als het inderdaad zo is dat dat met een piramidaal rapport beter lukt, dan pleit dat voor het piramideprincipe! Want tot nu toe is de rode draad door het onderzoek dat het piramideprincipe het ‘slechter’ doet dan verwacht. En nog steeds ben ik ervan overtuigd dat dat komt dat we de ‘echte’ werking ervan nog niet hebben weten te meten. Al is het maar omdat de situatie in een ‘laboratorium’ ver af staat van hoe adviesrapporten in de praktijk worden gelezen en gebruikt.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | Geef een reactie

Het kwartje laten vallen

Louise Cornelis Geplaatst op 8 februari 2013 door admin8 februari 2013  

Ik sloot de blogpost van gister af met de observatie dat voor het piramideprincipe niet alleen ‘onbekend maakt onbemind’ geldt, maar ook ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’. Hoe kun je lezers het door laten krijgen? Vorig jaar deden studenten daar veel onderzoek naar, met wisselend resultaat; dit jaar ging één groep daar wat systematischer op verder.

Bram, Karolina en Lisette hadden een twee-bij-twee-ontwerp in hun onderzoek: ze gaven lezers een piramidale of traditionele adviesbrief, en steeds de helft wel en de andere helft geen instructie. Die instructie was een korte, geschreven uitleg over de opbouw van de tekst. De studenten bepaalden het tekstbegrip op twee manieren: met begripsvragen en door de lezers aan te laten geven in hoeverre ze het gevoel hadden de tekst te begrijpen (‘gepercipieerd tekstbegripo’).

Instructie hielp inderdaad bij het ervaren tekstbegrip van de piramidale tekst (statistisch significant). Niet bij de traditionele variant: die informatie was waarschijnlijk al bekend, dus had instructie geen effect.

Nuancering: gemiddeld was er geen verschil in begrip tussen de piramidale en traditionele versie. Je kunt dus niet concluderen dat de piramidale versie ‘beter’ is. Wel dat instructie helpt om de lezers het gevoel te geven dat zij de tekst begrijpen.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Intern sijpelt door naar extern
  • Zeeuws publicatietje
  • Verschenen: ‘Met AI wordt schrijven moeilijker’
  • De winnaar van Gent-Wevelgem klikt in
  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (891)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (204)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑