↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Opvallend

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Lezen met hindernissen

Louise Cornelis Geplaatst op 11 augustus 2009 door LHcornelis11 augustus 2009  

Gister was de dag van de kleine obstakels bij het lezen – van die dingen waar je even over na moet denken. Het gebeurde op vier plekken:

1. Op de site van Schrijven las ik een aankondiging voor een cursus Stipvertalen. Ik denk: stipvertalen, wat is dat? Ik ga lezen, en dan blijkt er een r in te ontbreken: het gaat om stRipvertalen. Aha! Blijft nog steeds beetje typisch woord, maar nu begrijp ik het wel. Inmiddels is de titel trouwens verbeterd, maar de oude schrijffout is nog zichtbaar in de URL: http://www.schrijvenonline.org/nieuws/elv-geeft-cursus-stipvertalen

2. Ik kreeg een nieuwsbrief van een groep coaches waarvan ik er één ken. BIj snel scannen wat zij doen, bleef ik twee keer haperen:

  • Ik struikel over het woord empowerbility (p. 4). Ik ken employability en empowerment, maar deze combi ken ik niet. Moet het dan niet empowerAbility zijn? Ik begrijp de betekenis van het woord wel, al weet ik niet helemaal zeker wat het vermogen tot empoweren je oplevert, dus wat empowerbility meer is dan empowerment – en de woordvorming blijft lichte kortsluiting in mijn hoofd geven (terzijde: dezelfde kortsluiting die ik nog altijd ervaar bij verkeershinder: ik snap het wel, maar toch klopt het niet). Google kent overigens empowerbility noch empowerability.
  • Verderop gaat het over een workshop over het doorbreken van het gekleurde plafond (p. 7). Opnieuw iets wat ik wel begrijp, maar wat toch niet klopt. Het kostte me enig denkwerk om precies te doorgronden wat de kortsluiting opleverde: ook voor ‘gekleurde’ mensen is dat plafond van glas. De onzichtbaarheid en daardoor onbespreekbaarheid ervan is juist de essentie van het verschijnsel. Gekleurd plafond is goed bedoeld, maar toch een rare term. Was het maar gekleurd!
    Overigens begrijp ik dat de term vaker gebruikt wordt. Maar als het roze, zwarte en groene plafond bestaan, dan moet het voor vrouwen ook niet van glas genoemd worden. Wie (bij de overheid?) verzint zulke termen?

3. ’s Avonds las ik in de Vogelvrije Fietser, het blad van de Fietsersbond, een ingezonden brief over de kant van het fietspad waar voetgangers het veiligste kunnen lopen. Interessant onderwerp, maar wat de briefschrijver bedoelde, kon ik niet achterhalen, onder andere door deze zin:

Door het snelheidsverschil tussen fietsers en wandelaars/lopers heb je veel minder tijd om je te vergewissen van de mogelijkheid veilig voor die mensen uit te wijken in geval van links lopende tegemoet komende wandelaars las in het geval van rechts lopenden die je als fietser achterop komt en aan hun linkerzijde passeert.

Toen ik had bedacht dat las qua spelling als moet zijn en volgens de officiële regels dan (en dat kostte even wat tijd…), werd het ietsje makkelijker, maar nog steeds is het een ondoorgrondelijke zin die veel te veel gedachten in één keer probeert te verwoorden.

4. In het blad voor alumni van de VU staat een interview met cabaretier Hans Sibbel, genomineerd voor de poelifinario-prijs. Poelifinario, dacht ik, het is toch polifinario? Ik heb het inmiddels opgezocht, en nee, het is wel degelijk poelifinario. Doet me beseffen dat ik dat woord wel vaak heb gehoord, maar nog nooit geschreven had gezien.

Moraal van dit verhaal? De laatste is anders dan de eerste drie, want een soort persoonlijke hapering die niet ligt aan de schrijver of redacteur van de tekst en waarvan ik denk: okee, weer wat geleerd! De eerste drie laten zien dat ogenschijnlijk kleine verzorgingsdingen (spelling, woordkeus, lengte van zinnen) een lezer behoorlijk kunnen afleiden, op het verkeerde been zetten en zelfs doen afhaken.

Als het in mijn trainingen om dit soort lokale tekstverschijnselen gaat, lijkt dat vaak geneuzel. De eerste drie voorbeelden laten zien dat dat neuzelen toch belangrijk kan zijn.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Twitter viel zowel mee als tegen

Louise Cornelis Geplaatst op 5 augustus 2009 door LHcornelis5 augustus 2009 4

Tijdens de afgelopen Tour de France heb ik geëxperimenteerd met Twitter. Andere jaren schreef ik tijdens de Tour een dagelijkse column, Vrouw Kijkt Tour. Dit jaar Twitterde Vrouw Tour. Ik heb zelf Tour- en fietstweets geschreven en ik heb de twitterende Tour-deelnemers gevolgd, plus wat aanverwanten.

De bedoeling was om erachter te komen wat de lol en/of het nut van Twitter is. Ik vind dat ik daar ervaring mee moet hebben en een mening over, aangezien het een vorm is van schrifteljike communicatie en dat mijn vak is. Ik was sceptisch over Twitter: wat kun je nou kwijt in 140 tekens, hoe interessant is dat, en kost het niet heel veel tijd om in die grote brij aan berichtjes de diamantjes op te sporen?

Ik snapte bijvoorbeeld niet hoe, wat ik had gehoord, de serieuze journalistiek gebruik kon maken van Twitter – want hoe weet je wie je op welk moment moet volgen om een scoop te hebben? En de hele tijd iedereen volgen kan niet, of je wordt er gek van – het kan in elk geval niet rendabel zijn. En ik snapte ook niet precies wat de lol ervan was voor de gewone gebruiker. Twitteren ‘ik ga nu een pizza eten’ – lekker belangrijk. Wie is daarin geïnteresseerd?

Welnu, Twitter is me zowel mee- als tegengevallen.

Wat me meeviel, was het zoeken naar die diamantjes in de chaos. De Tour de France is een overzichtelijk universum. Ik volgde een stuk of twintig renners, plus een tiental ‘aanverwanten’, variërend van de officiële twitters van de Rabobankploeg en enkele ploegleiders tot de vrouw van renner Bradley Wiggins. Dat was goed te overzien, al betekende het wel pagina’s lang tweets bijlezen als ik eens even een dagdeeltje niet achter de computer had gezeten, soms radend naar de betekenis van Engelse SMS-afkortingen en specifieke Twitter-conventies.

Maar dat ging toch wel, en dan stonden er wel degelijk die diamantjes tussen. Mijn persoonlijke diamantjes, zoals de schattige berichtjes met foto’s en in gebrekkig Engels van mijn grote held Ekimov over zijn pasgeboren dochtertje. Ik vond het ook leuk om bij te houden wie wanneer als eerste na de finish weer twitterde, en dat was soms ongelofelijk snel. Zo vermaakte ik me er wel mee.

Maar ik las ook de diamanten waar journalisten naar op zoek zijn, de scoops. In deze Tour werd immers een deel van de (schijn-?)machtsstrijd binnen de Astana-ploeg tussen Lance Armstrong en Alberto Contador van Armstrongs kant uitgevochten via Twitter, met als hoogte- of dieptepunt de lullige tweet van 27 juli, vlak na de Tour-finish:

hey pistolero, there is no “i” in “team”. what did i say in March? Lots to learn. Restated.

Die en andere tweets werden door mij en door zeer veel anderen (Armstrong heeft meer dan een  miljoen volgers) binnen en buiten de reguliere media gewikt en gewogen – wat bedoelt hij daar nou mee?

Zelf Twitter volgen heeft als voordeel dat je die tweets ziet voordat de media ermee komen. Je kunt je dan dus eerst zelf een oordeel vormen. Het geeft bovendien een soort gevoel van ingewijd zijn. Op één van de eerste dagen van de Tour twitterde renner Steven de Jongh dat hij had ontdekt dat zijn hotel vlak bij de plek stond waar ’s avonds Mart Smeets zijn Avondetappe zou presenteren. Toen De Jongh die avond dus bij Smeets opdook, ervoer ik een triomfantelijk: ‘dat wist ik al’. In de Metro verschenen de interessantste tweets, en die kon ik met een blasé glimlach overslaan: weet ik allemaal al. Ik volg Twitter immers zelf, ik zit eerste rang.

Daar komt bij dat Twitter een soort eigen wereldje is, waarin je de beroemde twitteraars ‘tegenkomt’ op een manier die daarbuiten onzichtbaar is. ‘ik ga nu een pizza eten’ is inderdaad niet zo interessant. Wél als het van een beroemde wielrenner afkomstig is. Of liever gezegd: ‘ik ga nu twee uur trainen’ is iets wat ik normaal gesproken niet zo meekrijg van mijn wielerhelden. Laat staan dat Steven de Jongh mij elke dag, zoals hij op Twitter doet, goedemorgen en goedenacht wenst. Dat gaf mij een gevoel van erbij horen, hoe ‘nep’ dat ook eigenlijk is.

De Jongh twittert sympathiek, portretteert zichzelf als family man, en schetst zo een ander beeld dan dat van alleen maar de stoere fietser. Zo leer je ze nog eens van een andere kant kennen, met als kanttekening dat ook Twitter natuurlijk een bepaald filter is: het is niet ‘de’ werkelijkheid, de tweets ondersteunen een bepaald imago. Dat is niet fout, dat is interessant. Zoals Laurens ten Dam als stuntel op een surfplank: het is gewoon wel grappig bij kerels die ik alleen op de fiets ken. 

Wat me tegenviel, was mezelf uitdrukken in 140 tekens. Het wende wel, ik merkte zelfs dat ik op andere plekken ook veel beknopter en in telegramstijl ging schrijven, soms in bijzinsvolgorde, als een wist-je-dat-stijl, die op Internet ook veel gebruikt wordt. Maar veel interessants kun je in 140 tekens inderdaad niet kwijt. De meeste tweets, van mijzelf of van anderen, zijn dan ook helemaal niet zo interessant. Beroemd zijn scheelt, en dan nog is het, zoals ik hierboven schreef, zoeken naar de diamantjes tussen heel veel bagger.

Zelf produceerde ik soms ook bagger, daar was ik me ook wel van bewust. Bagger produceren is namelijk heel makkelijk. Elk idee, elke losse gedachte, kun je eruit mikken. Het is niet alleen niet nodig, maar zelfs niet mogelijk om een doorwrochter betoog op te stellen. Enige escape is meerdere tweets achter elkaar plaatsen, maar dan nog: het is iets heel anders dan ‘echt’ schrijven.

Dat heeft nadelen, maar het heeft ook voordelen: je hoeft er amper echt over na te denken. Was ik in vorige jaren vanwege Vrouw Kijkt Tour verplicht om een standpunt in te nemen en dat te beargumenteren, nu hoefde dat niet. Elke losse flodder kon ik wel in 140 tekens proppen. Dat is ook wel makkelijk. En zo niet, dan toch niet? Twitter is ook zeer vrijblijvend.

Dat gemak, die vrijblijvendheid dat is precies het nadeel van Twitter: het is een medium voor losse flodders, afgeschoten door zenders die niet gedwongen worden om echt na te denken bij wat ze schrijven – na te denken over hun publiek, bijvoorbeeld. Het grootste gedeelte van die losse flodders is daarom totaal oninteressant. Ze zijn hooguit een enkele keer interessant als die zender als persoon interessant is – beroemdheden, je beste vrienden. En zelfs dan is het zoeken.

Misschien is het anders als je jezelf helemaal in die wereld stort, en dat gevoel van ‘erbij horen’ cultiveert, met talloze volgers over en weer. Twitteraars vormen dan een soort eigen universum – waar veel tijd en moeite in gaat zitten. Voor mij is dat echter veel te veel een surrogaat voor echt contact.

Als experiment was drie weken twitteren zeer geslaagd: ik heb het medium zo leren kennen en ik weet wat ik eraan heb en wat niet. Ik volg ‘mijn’ profs nog steeds, en dan is het makkelijk om er zelf ook af en toe nog iets uit te twitteren. Ik denk dat dat afkicken is, en dat mijn getwitter wel zal doodbloeden. Want je uitdrukken in 140 tekens, dat is toch niet echt mijn ding. En die belangrijkste tweets van anderen, die lees ik dus wel in de krant.

(deze post is een licht bewerkte co-productie met http://vrouwkijkttour.wordpress.com/2009/08/05/evaluatie-van-het-twitter-experiment/ )

Geplaatst in Opvallend | 4 reacties

Knullige phishing

Louise Cornelis Geplaatst op 21 juli 2009 door LHcornelis21 juli 2009  

Even een tussendoortje: hoe knullig kan een phishing-bericht geschreven zijn. Ik krijg net dit, van ‘customer care’ met als topic ‘Je account loopt af in 3 (Dag) s’ (dat alleen al….):

Geachte klant is dit om u van de recente veranderingen / verbetering dat zullen er binnenkort in uw e-mail account wilt u ons uw e-mailadres (ID) en e-mail (Password) dus we kunnen uw gegevens in onze data basis-besturingssysteem voor de modernisering en te voorkomen dat uw account is close.you zijn van een antwoord binnen de komende 24 uur na ontvangst van deze mail.Copyright © 2009 Klant Dienst.

Om dat ‘copyright’ kan ik ook nog hartelijk lachen!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Wandelen voor tekst- en beeldliefhebbers

Louise Cornelis Geplaatst op 29 juni 2009 door LHcornelis29 juni 2009 1

De afgelopen weken heb ik in het noorden van Engeland het Coast to Coast pad gelopen, een langeafstandswandeling van de Ierse Zee naar de Noordzee, door drie nationale parken: Lake District, Yorkshire Dales en North Yorkshire Moors. We hadden het er niet op uitgezocht, maar het bleek een prima keuze te zijn voor iemand die houdt van tekst, taal en beelden, om een aantal redenen:

  • Het pad loopt door enkele gebieden met een hoog literair gehalte, zou je kunnen zeggen: in het Lake District wordt Grasmere aangedaan, waar de dichter Wordsworth woonde, en de Yorkshire Dales zijn het gebied waar de gezusters Brontë woonden en schreven.
  • Het pad is beroemd geworden door een boekje dat tekst en beeld combineert. Het gaat om A Coast to Coast Walk, van Alfred Wainwright. Wainwright schreef halverwege de vorige eeuw meerdere boekjes over het beklimmen van de bergen van het Lake District. Daarna volgden enkele andere, waaronder dit, inmiddels waarschijnlijk zijn beroemdste en populairste. Hij maakte zijn wandelgidsen helemaal handmatig: ze zijn handgeschreven, met getekende kaarten erbij en tekeningen van het landschap en de bezienswaardigheden onderweg (voorbeeld). De uitgever kon ze zó laten afdrukken. Bijzondere visualisering zijn ook de diagrammen die laten zien welke toppen je vanaf uitzichtspunten kunt zien. Het is dus visueel genieten, en daarnaast heeft hij een fraaie stijl voor een vrij saai genre, en een heerlijk Brits gevoel voor humor.
  • Een subtiel taalkundig dingetje: het lidwoord. Wainwright schreef A Coast to Coast Walk begin jaren zeventig als voorbeeld van hoe je zelf een interessante lange route uit kunt stippelen. Vandaar het ‘a’ in de titel, niet ’the’: het was zijn bedoeling je te laten inspireren, niet hem slaafs na te wandelen. Daar is hij niet helemaal in geslaagd: tegenwoordig proberen juist vele wandelaars, wij ook, zijn route juist op de voet te volgen. Dat kan nog steeds prima: er is niet eens veel veranderd in die bijna veertig jaar. We hadden er een gewone, moderne gids naast voor de praktische zaken, maar de route is amper aangepast. En hij is zo mooi dat het erg verleidelijk is om hem slaafs te volgen. Wainwright wist wel waar hij het over had…
  • De route volgt de leesrichting. En dat is met opzet. Het pad is door Wainwright beschreven van west naar oost. Daardoor heb je het meest spectaculaire landschap, het Lake District, eerst. Risico daarvan is dat het een anticlimax wordt – wat wij het overigens zeer zeker níet vonden. Daar staan twee voordelen tegenover: je hebt het weer in de rug, vanwege de westenwinden, en je kunt de kaart lezen in de normale leesrichting, van links naar rechts. Dat wordt door Wainwright serieus als argument opgevoerd – mij spreekt het wel aan!
Geplaatst in Leestips, Opvallend | 1 reactie

Komische kop

Louise Cornelis Geplaatst op 27 mei 2009 door LHcornelis27 mei 2009  

Komische kop in de Spits van afgelopen vrijdag: “Slimmer door mediteren. Groei geheugen en leervermogen door ondezoek bewezen.” Ja, daar ontbreekt een r. De correctoren van Spits kunnen misschien wel wat meditatie gebruiken?

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Slordige correctie van boeken

Louise Cornelis Geplaatst op 21 mei 2009 door LHcornelis21 mei 2009  

Op mijn andere weblog schreef ik vandaag een stukje over een paar boeken met als thema hun slordige verzorging. Titel: ‘Over komma’s, spaties, haakjes en cursief‘.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Tekstverklaren voor gevorderden

Louise Cornelis Geplaatst op 19 mei 2009 door LHcornelis19 mei 2009  

Vandaag in het nieuws: gesteggel over een tekst van het HAVO-eindexamen Nederlands. Het is jammer dat het zo politiek gemaakt wordt, het was ook gewoon een heel slechte vraag. Puur op basis van de tekst is hij namelijk niet te beantwoorden. ‘Doodgeknuffeld worden’ zegt immers iets over de knuffelaars, niet over de geknuffelden, dus niet over uitkeringsgerechtigden.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

‘Te ingewikkeld voor een A4’

Louise Cornelis Geplaatst op 5 mei 2009 door LHcornelis5 mei 2009  

Eind oktober schreef ik op dit weblog een keer iets over de drang van ‘zet het maar op een A4’tje’ . Een paar dagen geleden viel mijn oog op een vette tekst in het blad Eigen Baas van FNV Zelfstandigen: ‘De regels rond werken in de WW zijn ingewikkeld en kunnen niet op een A4 worden uitgelegd’ (april 2009, p. 13). Ha, leuk! Dat is precies wat ik ook zo vaak roep: sommige inhoud is te complex om tot één A4 gereduceerd te worden. Als alle besluitvorming in organisaties op basis van A4’tjes plaats gaat vinden, houd ik mijn hart vast. Ik zeg in trainingen altijd maar: als Einstein de relativiteitstheorie op één A4’tje had uitgelegd, had niemand het begrepen.

Overigens pleit de schrijver van het Eigen Baas-artikel met dit citaat, Henk van der Schaft, niet voor lange, complexe en ingewikkelde teksten. Hij zegt, terecht: ga praten. Het gaat om mensen die vanuit de WW starten met een eigen bedrijf. Die moeten zich gewoon goed laten voorlichten door het UWV. En dat kan het beste en het meest precies in een gesprek.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Presentatie verschoven

Louise Cornelis Geplaatst op 5 mei 2009 door LHcornelis5 mei 2009  

Verandering in de aankondiging van hieronder: de datum is niet 12 mei, maar 2 juni. De avond is verschoven op verzoek van de organisatie. Dinsdag 2 juni is het dus, mijn Ubuntu-presentatie! Ik heb het in het bericht hieronder meteen ook aangepast.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Passief imago

Louise Cornelis Geplaatst op 15 april 2009 door LHcornelis15 april 2009 2

Het lijkt soms wel mijn vorige leven: ruim 12 jaar geleden promoveerde ik op onderzoek naar het effect in teksten van het passief, de lijdende vorm. Ik ben er niet veel meer mee bezig. Af en toe zeg ik nog wel eens wat ter verdediging ervan, want in talloze adviesboeken en trainingen wordt schrijvers afgeraden de lijdende vorm te gebruiken (sic).

Functies
In mijn onderzoek heb ik laten zien dat de constructie juist heel goed te gebruiken is als het in een tekst niet mogelijk of niet gewenst is dat de lezer zich identificeert met de verantwoordelijke handelende persoon. Dat betekent dat de lijdende vorm bijvoorbeeld geschikt is als:

  • De handeling automatisch verricht wordt: ‘als u op F7 drukt, wordt het document afgedrukt’
  • De actie door een niet-levend iets veroorzaakt wordt: ‘hij werd door de bliksem getroffen’.
  • De actie door een onbekende veroorzaker in gang gezet wordt: ‘hé, er wordt gebeld’.
  • Iedereen zich een beetje aangesproken moet voelen, maar niemand in het bijzonder, de ‘wie-de-schoen-past-trekke-hem-aan-passieven: ‘racisme moet met kracht bestreden worden’
  • De handeling bedreigend is voor de lezer: ‘het geld kan niet worden teruggestort’.

Scriptie
Het is leuk om te merken dat mijn onderzoek na al die jaren een medestander gekregen heeft. Want aan mijn eigen alma mater, de VU, is een paar maanden terug Remco Verhezen afgestudeerd op de functie van de lijdende vorm. Het onderwerp sluit aan bij het laatste voorbeeld van net hierboven: het passief gebruiken voor negatieve handelingen. Het theoretische kader van zijn scriptie wordt voor het deel over het passief gevormd door mijn proefschrift, vandaar dat Remco contact met me heeft gezocht en me een exemplaar van zijn scriptie heeft toegestuurd. De scriptie heet Dat wordt nog onderzocht. De invloed van passieve formuleringen in het Nederlands op het imago van de afzender.

Remco onderzocht in hoeverre het imago van een bedrijf beïnvloed kan worden door strategische gebruik te maken van lijdende vormen in slecht-nieuwsbrieven. Hij manipuleerde daartoe fictieve maar in mijn ogen zeer realistische brieven van energiebedrijven en zorgverzekeraars over vervelende zaken als afwijzing van een verzoek of klacht en administratieve fouten in het nadeel van de klant. In de ene variant gebruikte het bedrijf actieve zinnen, in de andere passieve. ‘We verhogen de prijzen voor energie vanwege de hogere inkoopprijzen’ werd ‘De prijzen voor energie worden verhoogd vanwege de hogere inkoopprijzen’ en ‘De vordering dragen we vervolgens over aan de gerechtsdeurwaarder’ werd ‘De vordering wordt vervolgens overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder’.

Inderdaad invloed op imago
Remco’s hypothese was dat de passieve varianten gunstig zouden uitpakken voor het imago. Immers: het bedrijf komt niet als handelende persoon en daarmee verantwoordelijke voor de ellende naar voren in de tekst. Deze hypothese werd bevestigd, zij het krapjes. Maar dit soort onderzoek naar stilistische verschillen leidt nooit tot grote effecten; een klein maar significant effect is al heel wat en meer dan ik zou hebben durven voorspellen.

En wat scheelt dat?
Gister zaten we in een training over een memo gebogen en de formuleringen onder de loep te nemen en toen vroeg een deelnemer: maar maakt dat nou echt uit, de details van zo’n formulering? Het ging ook om een passief: een memo begon met ‘Door de directie is besloten dat…’ en dan voel je als lezer afstand, net alsof de schrijver wil zeggen ‘maar daar ben ik het niet mee eens’. Dat blijft dan impliciet en daardoor wat slapjes. Ik zei: ik durf erom te wedden dat dit enig effect heeft op het imago van de schrijver.

Andere naam
Het passief heeft zijn naam niet mee, met ook nog eens lijden erin. Het imago van de constructie zelf is uiterst negatief. Een overdaad aan passieven is inderdaad een kenmerk van bepaalde slecht geschreven teksten, maar het passief is daarin symptoom, geen oorzaak of schuldige. Het is een symptoom van bijvoorbeeld geen ik durven te zeggen (‘hieronder wordt ingegaan op…’) of het vermijden van het neerleggen van de verantwoordelijkheid waar zij thuishoort (‘er moet iets worden gedaan’).

Goed gebruikt is het passief juist één van de vele subtiele instrumenten die de taal ons biedt: het passief kan een tekst effectiever maken. De constructie zou daarom eigenlijk iets als ‘identificatievermijder’ moeten heten. Maar dat krijgen Remco en ik er vast niet in…

 

(Meer weten? Ik praat nog steeds graag over het passief. Aarzel dus niet om contact op te nemen.)

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | 2 reacties

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Een klap op de tekst
  • Een middag bij de bond
  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (551)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (896)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • november 2025
  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑