Ik herlees net even m’n blogpost van hieronder. Key line, best practice en sense of urgency in één post?! Ja, het is wel te merken: Louise heeft vorige week weer een dagje tussen de managementconsultants doorgebracht (;
Categorie archieven: Opvallend
Argumentatietheorie in de praktijk
Een mooi voorbeeld van een argumentatieve analyse is het artikel ‘Ieders waarheid, een geconstrueerde waarheid’ . Het gaat erover hoe makkelijk Alberto Contador tot dopingzondaar werd uitgeroepen toen er 0,00000000005 gram per milliliter clenbuterol tijdens de Tour de France in zijn bloed werd aangetroffen. Schrijver Bram Brouwer laat zien hoe vervolgens de drogredenen/valse beschuldigingen over elkaar heen buitelden.
Een mooi voorbeeld van kritische argumentatieve analyse in de praktijk – al laat dit artikel ook wel zien dat je naast kennis van argumentatie ook veel vakkennis nodig hebt om je goed te kunnen verweren.
Taalergernissen van het jaar
Het is weer december en dus begint het terugblikken op 2010. Op http://irritantstewoord.nl/ staat de verkiezing van de grootste taalergernis van het jaar: me moeder. Vind ik ook ergerlijk, ja, maar het is geen taal- maar een spellingsergernis. En dat vind ik iets heel anders. Eerlijk gezegd vind ik dan hij krijgd en wat dat betrefd nog veel erger – dat doet nog meer pijn aan mijn ogen. Al dit soort spelfouten zie ik vooral op internetfora – en al jaren, niet alleen in 2010.
Hun hebben, wel een echt taalverschijnsel, maar ook niet bepaald nieuw, eindigde nipt op 2, en daarvan denk ik altijd: ik wed dat een groot aantal van de 1657 stemmers dat wél zelf ook zeggen. Het is al zó ingeburgerd immers. Ik erger me er eigenlijk helemaal niet meer aan, vind het wel een interessante taalverandering, en hoor het mezelf ook zeggen.
Mijn grootste taalergernis van het jaar beschreef ik al in oktober. Mijn nummer 2: het tot een gewoon zelfstandig naamwoord worden van majesteit. Hare majesteit (dus het woord gebruikt als aanspreekvorm) zie ik bijna nooit meer, de majesteit des te vaker. Majesteit wordt dan op dezelfde manier gebruikt als koningin, en dat vind ik jammer – koningin is een prima woord. Het veranderen van majesteit werd halverwege de jaren negentig al beschreven, ik zou benieuwd zijn naar de nieuwe getallen. De majesteit is mij nog in geen enkel jaar zo sterk opgevallen als in 2010.
Maar ach, al dat geërger, het is allemaal heel willekeurig. Echt heel druk kan ik me er niet over maken. Maar me moeder zal ik echt nooit schrijven. Ik heb gelukkig nog fatsoenlijk leren spellen.
Twitter als klaagmuur
Een oud-klasgenoot van mij blogde gisteren over het verschijnsel dat je bij een klacht via Twitter meer voet aan de grond krijgt bij een bedrijf dan op andere manieren: Twitter als klaagmuur. Ik heb zelf ook al gemerkt dat ik een keer heel snel een reactie had na een Twitter-verzuchting over een bank. Men noemt dat reageren op de sociale media ‘luisteren’, met de ‘Chief Listening Officer’ als aanjager. Goed dat dat gebeurt – maar waarom niet gewoon reageren op brieven, telefoontjes en dergelijke? Nou goed, daar is Youp van ’t Hek mee bezig…
Woorden zeggen iets over je gedrag
Ik wilde net vandaag hier een stukje schrijven over een opmerkelijk artikel in Psychologie Magazine van deze maand, maar Tekstblog heeft dat net al prima gedaan, dus ik volsta met een link: http://www.tekstblog.nl/gedrag-voorspellen-op-basis-van-woordgebruik/
‘Mijn eigen schrijfstijl’
Afgelopen week heb ik het boek Volg je hart. 12.000 kilometer door Zuid-Amerika van Dirk van Asselt gelezen, een boek dat verwant is aan mijn Afzien voor beginners, want het gaat over een vergelijkbare reis, maar dan op een ander continent. Ik zal er dan ook binnenkort meer inhoudelijk op ingaan op mijn Fietsen-in-Afrika-weblog. Hier één dingetje eruit dat me opviel omdat het over schrijven gaat.
In de inhoudsopgave zag ik staan dat er aan het begin van het boek een kopje ‘Schrijfstijl’ in stond. Dat maakte me wel nieuwsgierig. Ik ging lezen en kwam het op p. 15 tegen. Dit is wat er staat:
Ik wil benadrukken dat de gehanteerde schrijfstijl mijn geheel eigen persoonlijke schrijfstijl is. Ik heb mij niet verdiept in heersende richtlijnen. Ik heb mijn verhaal opgeschreven zoals ik het beleefd en ervaren heb. In mijn eigen ‘Dirk’ schrijfstijl.
Ik vond het frappant omdat ik zoiets nog nooit in een boek heb zien staan, en eigenlijk ook niet zo goed weet wat het betekent. Kun je schrijven in een andere stijl dan je eigen? Je beheerst er bijna altijd wel meerdere – je hoeft maar een klein beetje te kunnen schrijven om al verschil in stijl te kunnen maken tussen, zeg, een e-mail aan je geliefde en een sollicitatiebrief. Of bedoelt hij te zeggen dat het boek niet geredigeerd is?
Of, dacht ik een paar pagina’s verderop… is het een excuus of vrijbrief voor het maken fouten? Want er staan in het boek nogal wat spel-, interpunctie- en stijlfouten, waarvan vooral de vele d/t-fouten me storen (antwoordt als zelfstandig naamwoord – auw!). Maarja, dat klopt dan ook, want als je je niets gelegen laat liggen aan heersende richtlijnen, dan mag je natuurlijk ook spellen zoals je wilt. Of je de lezer daarmee een dienst bewijst, is een tweede, maar daar gaat het dus kennelijk niet om.
Het boek is trouwens verder wel leuk, hoor. Maar dit is zeker niet het enige symptoom van individualisme erin. Want zo noem ik het maar: individualistisch schrijven. Een interessante benadering – maar mijn kijk op schrijven is een andere.
Edit, 16 november: volledige recensie nu op http://fietseninafrika.web-log.nl/mijn_weblog/2010/11/-maar-gebruik-ook-je-hoofd.html
Weduwe-wees
Empty spot
Begin van dit jaar beleed ik op dit blog mijn liefde voor de tekst van het nummer ‘Mijn van straat geredde roos’ van De Dijk. Er zit zo’n prachtige lege plek in: ‘En ik maar denken dat ik jou, maar wedden dat jij mij uitkoos’. De Dijk was de afgelopen dagen volop in het nieuws vanwege het overlijden van hun samenwerkingspartner Solomon Burke. Met hem hebben ze net een CD uitgebracht met vertalingen van Dijk-nummers. En ja, ook ‘Mijn van straat geredde roos’ staat erop. In het Engels heet het ‘My rose saved from the street’. Maar de lege plek is weg. Burke zingt:
I might have thought that I found you
But I bet you knew we were meant to meet.
Vertalen – het blijft lastig. Want hoe vertaal je een lege plek? Maar een prachtig nummer blijft het.
Een product die het met een slechte tekst moet doen
Schreef ik gister over ‘het kabinet, die’, sta ik een paar uurtjes later opnieuw oog-in-oog met het oprukkende betrekkelijk voornaamwoord die. Ik zie het sowieso wel vaker, maar dit vond ik toch wel frappant. Het ging namelijk om de tekst op het etiket van mijn flesje echinacea – ik ben verkouden en dan gebruik ik dat als weerstandsverbetering (ik geloof dat het baat, en het schaadt niet). Mijn huidige flesje bevat nog een aantal andere kruiden en aanverwanten, waar ik níet in geloof, maar waarvan ik zeker hoop dat ze niet schaden, en zelfs met die toevoegingen was dit nog het goedkoopste merk (Bloem).
Enfin, daar sta ik dus, met m’n snotneus en m’n flesje, en dan lees ik:
Door Echinacea te combineren met Sambucus nigra (vlierbes) is er een superieur product ontwikkeld, die het herstel na ziekte enorm versnelt.
‘Het product, die’… auw!
Maar daar blijft het niet bij. Is dat latijn nodig? En wat is het versnellen van het herstel na ziekte? Dan ben je toch al beter? Wat versnelt er dan? Zoiets zou wel een ongelukkige formulering kunnen zijn omdat dit soort ‘voedingssupplementen’ geen misleidende medische claims mogen doen (bron).
En het wordt nog erger. Zo gaat de tekst verder:
De combinatie van de Echinacea met Sambucus nigra verhoogt niet alleen de weerstand van het organisme, maar ook ondersteunen en stimuleren zij krachtig het immuunsysteem.
Nóg een grammaticale fout: de combinatie is enkelvoud, en daarnaar verwijst zij in de tweede zin met een meervoud terug, wat blijkt uit de meervouden van de werkwoorden ondersteunen en stimuleren. Twee zinnen, twee grammaticale fouten – dat vind ik heftig.
Wat me ook opvalt, zijn de dure woorden – nog een keer dat Latijn, immuunsysteem en organisme. Wat een poeha, en ik vind dan het enorm in de eerste zin een stijlbreuk. Met het organisme en de lijdende vorm in de eerste zin is het ook nog eens een heel onpersoonlijke tekst – terwijl het gaat om mijn verkouden hoofd.
Ik weet het: er wordt veel slecht geschreven. Maar dit vond ik toch wel een opvallend knap staaltje, zeker omdat er aan etiket-teksten vanuit marketingoogpunt wel aandacht besteed wordt. Helemaal opvallend is dat het op Bloems website wel beter kan:
De combinatie van Echinacea met Sambucus (vlierbes) verhoogt de weerstand van ons organisme.
Van ons organisme zou ik graag uw lichaam maken, maar misschien is dat al misleidend?
Het kabinet, die
Nog een politiek taalobservatietje dan. Ik weet dat er al lang iets aan het verschuiven is in de betrekkelijk voornaamwoorden – vooral ‘het meisje die daar staat’ rukt op. Deze week heb ik in een uurtje radio luisteren minstens vijf keer ‘het kabinet, die’ gehoord.
Ik weet dat het inhoudelijk om heel belangrijke zaken ging en die stond mijn (on-)begrip daarvan niet in de weg. En ik weet ook dat het taalverandering is, dat het goed verklaarbaar is, dat het niet tegen te houden is, dat ik het zelf waarschijnlijk binnen enkele jaren ook ga zeggen… maar nu doet het nog echt pijn aan mijn horen. Veel meer dan ‘hun hebben’ of ‘ik irriteer me aan’.
Ach ja, ik weet: het is heel willekeurig. Maar ik heb ook wel eens medelijden met m’n oren. Daarom: beste Ad, Kathleen en Radio-1-journalisten, het is ‘de regering, die’ of ‘het kabinet, dat’.

