↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Opvallend

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

De plek van de hoofdboodschap onderweg

Louise Cornelis Geplaatst op 17 juni 2024 door LHcornelis17 juni 2024  

In de tijd dat we nog in Rotterdam woonden maar al bezig waren in ons nieuwe huis in Kapelle, reden we regelmatig tussen die twee huizen heen en weer. Langs de snelweg in West-Brabant stonden gele omleidingsborden die ik wel fascinerend vond. Zaterdag reden we er weer, manlief aan het stuur; ik zat klaar met m’n telefoon om ze te filmen voor dit blog- weg. Werkzaamheden klaar, neem ik aan. Maar goed ook natuurlijk.

Nou, dan maar zonder filmpje. Ik weet niet meer wat er letterlijk stond, ik parafraseer zeer vrijelijk. Het ging om de opeenvolging van drie borden:

  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.
  3. Voor Oud-Gastel omrijden via knooppunt X.

(3) is volgens mij de hoofdboodschap. Ik denk dat beginnen met (1) nodig is om de chauffeurs te attenderen. Dan zou dit dus ‘hoofdboodschap voorop’ zijn:

  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. Voor Oud-Gastel omrijden via knooppunt X.
  3. De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.

Je kan daarmee mooi de verschillende relaties en bijbehorende signaalwoorden illustreren:

  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.
  3. Voor Oud-Gastel DUS/DAAROM omrijden via knooppunt X.
  1. Opgelet: omleiding naar Oud-Gastel!
  2. Voor Oud-Gastel omrijden via knooppunt X.
  3. WANT/OMDAT De gewone weg naar Oud-Gastel is dicht.

Nou ben ik in het algemeen een voorstander van hoofdboodschap voorop, maar hier twijfel ik toch. Enerzijds denk ik: ik vind het vaak al heel snel gaan, de informatie die ik langs snelwegen moet lezen en verwerken, dus dan is het handig als de strekking pas komt na die extra stap opwarming.

Anderzijds denk ik: ik moet dan wel paraat hebben wat die gewone route naar Oud-Gastel is, anders heb ik er nog niet veel aan. Het bord met de uitleg (‘de gewone weg is dicht’) is niet relevant als ik niet weet wat de gewone weg is of daar sowieso niet aan denk. Als ik alleen maar een keer naar Oud-Gastel wil rijden, heb ik het niet nodig. 

Ik ben benieuwd of hier onderzoek naar is, dus of de belangrijkste informatie beter op het tweede of derde bord kan staan, en of het helpt als de uitleg erbij staat. Niet bij mijn weten. Ik houd me aanbevolen!

Ik hoefde nooit naar Oud-Gastel. Komende zaterdag wel. Maar dat kan nu dus weer over de gewone weg.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Gedachten over de verplichte AOV

Louise Cornelis Geplaatst op 12 juni 2024 door LHcornelis12 juni 2024  

Gister werd bekend dat de plannen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen vorderen. Ik vind dat een interessant thema en ik vind het op zich goed dat zoiets in de maak is. Ik heb het wel eens zo geformuleerd: van niet-verzekerde vakgenoten heb ik twee keer last, nu omdat ze tegen een lager tarief met me kunnen concurreren, en later (mochten ze arbeidsongeschikt worden) als ik hun bijstand mee mag helpen ophoesten. Bovendien komen met een collectief systeem ook de moeilijker te verzekeren zelfstandigen aan hun trekken, zoals die met een ziekte of beperking, en in risicoberoepen zoals de bouw.

Voor mijzelf komt de verplichting als het ware te laat: ik heb een paar jaar geleden mijn AOV weloverwogen opgezegd, omdat ik het resterende risico tot mijn 67e wel kan dragen, uit eigen vermogen en dankzij een verdienende partner. Ik kan dat sowieso wel, en zeker als ik uitga van de beoogde uitkering in het voorstel: minimumloon. Met mijn winst uit onderneming haal ik precies het maximum aan te betalen premie, dus dat is dan toch straks € 195 per maand ophoesten uit solidariteit, niet voor mezelf. Nou goed dan, en als het nog even duurt, ontspring ik wellicht die dans.

Maar die solidariteit… de maximum premie betekent dat de nog beter boerende zelfstandigen relatief weinig betalen. Nou heeft een deel daarvan een BV, maar toch, helemaal kloppen doet dat niet, als je uitgaat van de sterkste schouders die de lasten moeten dragen. Al is het natuurlijk ook zo dat voor de rijke zelfstandigen minimumloon wel een grote terugval in inkomsten is.

Het lijkt mij dat deze regeling gericht is op een soort gemiddelde zelfstandige: niet te arm, niet te rijk, en zeker ook niet met iets ingewikkelds als ook nog loondienst erbij ofzoiets. Maar niemand is gemiddeld.

Bovendien vind ik dat er maar iets schraals tegenover die € 195 per maand staat: na een jaar een uitkering op niveau minimumloon. Mijn commerciële, niet-collectieve verzekering was beter. Ik zou eigenlijk iets meer verwachten voor zoveel geld, opgebracht door zoveel mensen.

Wat ik me tot slot ook nog afvraag: wie gaat straks bepalen of controleren of je wel echt arbeidsongeschikt bent? Dat is een notoir probleem bij de AOV’s op de vrije markt: dat het moeilijk is je recht te halen.

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat.

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

B1 helpt niet tegen de toenemende zuurte

Louise Cornelis Geplaatst op 27 mei 2024 door LHcornelis27 mei 2024  

Het wordt een drieluik, hopelijk blijft het hierbij: mijn zure ervaringen met de communicatie van mijn voormalige gemeente over de ’transformatie’ van de kerk naast ons oude huis. Ik schreef hier ongeveer twee weken geleden over de ongegrond verklaarde zienswijzen en de verleende vergunning. Die verlening vond plaats op 7 mei en de stukken waren vanaf 10 mei in te zien. Afgelopen donderdag kregen manlief en ik van iemand van de afdeling bouw- en woningtoezicht een mailtje met dit als tekst:

Excuus,

Geachte heer en mevrouw,

Naar beneden scrollend stond er:

Geachte heren,

Zie bijgaande ter info.

Er ging niks bij, behalve dan dat eronder de ontvangstbevestiging van en onze mail bij het indienen van onze zienswijze hing. Geen idee dus waar het op sloeg, maar we hadden wel een vermoeden: ontbrekende bijlage en mogelijk was dat een meer gerichte reactie op onze zienswijze.

Teruggemaild, en ja, er had een bijlage bij moeten zitten, maar dat lukte niet, dus die hebben we vervolgens opgediept uit WeTransfer. Het betrof drie bestanden: de zienswijzenota, het besluit zelf (allebei al lang in ons bezit want gepubliceerd bij de verlening) en een brief.

Verwachtingsvol opende ik de brief. Wat een koude douche: dat was alleen maar het formele geneuzel, van dit type:

Het enige wat het verder inhoudelijk toevoegt, is dat de ondertekening dit keer níet is zwartgelakt.

Maarre, wacht eens even… we krijgen dus op 23/24 mei een brief die gaat over iets wat per 10 mei ter inzage ligt, en waardoor de reactietermijn zes weken na die datum is. De dagtekening van de brief is 14 mei. Dat is al vier dagen te laat, maar vervolgens heeft de brief dus ergens nog bijna tien dagen vertraging opgelopen. Als we het hadden moeten hebben van die brief, was er twee weken van die reactietermijn afgesnoept. Hoe dat zo?

Het is zelfs eigenlijk nog gekker, want de dagtekening zit er ook een jaar naast:

We hebben een pinnig mailtje teruggestuurd, met onder andere deze zin erin:

Het is allemaal al zuur voor ons, maar dit maakt het helaas nog erger.

En vragend naar het waarom van de vertraging.

Geen antwoord.  Edit paar uur later: het antwoord bleek in m’n spam te zitten (?): we hebben ondertussen dus wel excuses gehad en als verklaring ‘slordigheid’.

Ik blijf denken: worden we nou expres besodemieterd of is het gewoon zo achteloos en slecht allemaal?

En wat we ook regelmatig tegen elkaar zeggen: dankzij onze verhuizing zijn we net op tijd ontsnapt. Want zuur is het, en mijn – hierdoor opnieuw gegroeide – verlies aan vertrouwen in de overheid is met me mee verhuisd, maar gelukkig gaat het ons verder niet meer aan.

En met cursussen schrijven in B1 of wat dan ook los je dit natuurlijk absoluut niet op. Er is op de tekstkwaliteit van die formele brief ook nog wel heel wat af te dingen, dat zie je al aan het eerste geknipte citaat eruit hierboven, maar dat scheelt niet voor de zuurtegraad ervan.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Alle tijd voor vakliteratuur

Louise Cornelis Geplaatst op 24 mei 2024 door LHcornelis24 mei 2024 1

Dit keer geen vakinhoudelijke post, maar over het reizen voor mijn werk. In de aanloop naar mijn verhuizing naar Kapelle heb ik het een aantal keren gezegd: het allerspannendste vind ik de trein. De Zeeuwse lijn is al een tijdje nogal krakkemikkig en er is dan geen ander alternatief dan de auto. Als ik om de haverklap met de auto naar de Randstad moet, of op de terugweg uit Dordrecht of Roosendaal opgevist moet worden door mijn echtgenoot, dan heb ik er toch echt wel een probleem bij in mijn zelfstandigenbestaan. Bij de kwaliteit van werk die mijn opdrachtgevers verwachten, hoort ook op tijd komen.

Ik heb al een beetje wat ondervangen door extra bepalingen in mijn voorwaarden op te nemen over het al dan niet productief kunnen benutten van mijn reistijd (een groot voordeel van de trein) en over het mogen omzetten van afspraken naar online in geval van reis-overmacht. Ook vermijd ik afspraken in de vroege ochtend, omdat ik dan alleen reservemarge in kan bouwen door nog vroeger op te staan, met het risico dat dat voor niks is. Later op de dag kan ik het aankijken en zo nodig eerder vertrekken.

Gister moest ik voor het eerst sinds mijn verhuizing voor werk naar de Randstad – twee afspraken ’s middags in Rotterdam. Er reden geen treinen tussen Roosendaal en Dordrecht vanwege een breuk in de bovenleiding. Dat gaf even stress, maar al gauw had ik uitgeknobbeld dat ik via Breda kon reizen met de trein die over de hogesnelheidslijn naar Rotterdam gaat. Dat scheelt niet veel tijd, dat was leerzaam. Het was alleen wel druk.

Op de terugweg leek het erop dat het probleem net hersteld was en dat ik de eerste trein zou hebben die weer gewoon naar Zeeland door kon rijden. Zo stond het in de NS-app en op het bord op het perron. Ik heb daarom de trein naar Breda laten gaan. Helaas strandden we toch in Dordrecht. Daar had de NS ‘stopbussen’ in de aanbieding – voor een enorme meute reizigers. Met een paar andere  Zeeuwen besloten we om terug te reizen naar Rotterdam en alsnog via Breda te reizen. Dat was nog best wel gezellig, maar het betekende wel een uur vertraging – die te voorkomen was geweest. Uiteindelijk heeft de storing nog uren langer geduurd.

Nou, zal ik maar zeggen: een goed begin… Ik ga inventariseren hoe vaak ik problemen ondervind op het spoor hiervandaan. Eens kijken of ik de streefwaarde van de NS van zo’n 90 procent ga halen. Op dit moment sta ik, met de privé-reizen erbij, op 62,5 procent. Eén keer (12,5 procent) reed de trein helemaal niet – toen moesten we naar Rotterdam voor de overdracht van ons oude huis, en dat werd dus de auto.

Ik heb gister mijn afspraken keurig netjes gehaald en een prima middag in Rotterdam gehad. Uiteindelijk was het daarna lekker om in de rust en ruimte van Kapelle terug thuis te komen. Ik heb het hier erg naar mijn zin. Klein voordeeltje van de vertraging is nog dat ik het geld voor m’n eersteklas kaartje zonder korting terug kan vragen. En ik heb een leuk vaktijdschrift zitten lezen. Helemaal uit!

 

Geplaatst in Opvallend | 1 reactie

Nog een zure ervaring met overheidscommunicatie

Louise Cornelis Geplaatst op 14 mei 2024 door LHcornelis14 mei 2024  

Eind februari schreef ik hier twee keer over slechte overheidscommunicatie, wat samen neerkwam op een rare spagaat: wat manlief en ik ontvingen, was te veel en complex, óf kinderachtig en onvolledig. Ik las daarom met belangstelling het artikel over het ‘monitoren’ van overheidscommunicatie van Mischa Corsius, Els van der Pool en Wouter Sluis-Thiescheffer in Tijdschrift voor Taalbeheersing (nummer 1 van 2023, pas onlangs in de brievenbus gekomen, en helaas met onleesbaar kleine afbeeldingen).

Het artikel gaat vooral over dat monitoren: het meten van tekstkwaliteit. Drie onderzochte methoden daarvoor zijn complementair: automatische begrijpelijkheidsanalyse, ‘check-gesprekken’ met de schrijvende ambtenaren en lezersonderzoek. Het eindigt echter met enkele algemene aanbevelingen voor de praktijk van schrijven bij de overheid (p. 59):

  1. Maak teksten helder en kort
  2. Gebruik een vriendelijke toon
  3. Geef lezers meer mogelijkheden om een (web-)tekst te vinden
  4. Personaliseer informatie waar mogelijk
  5. Test met lezers of de communicatie afdoende is.

Met die recente twee ervaringen onderschrijf ik dit van harte. Ik bedoel: ik herken ze alle vijf. Er is daar nog een wereld te winnen.

Er kwam gister nog een ervaring bij, zij het door mijn verhuizing op afstand: de vergunning waar ik het in februari over had, werd onlangs verleend. In de ‘zienswijzennota’ zijn alle 25 ingediende zienswijzen ongegrond verklaard, op één na: een positieve. Daarvoor is een elf pagina’s lange (punt 1), vaak slecht beargumenteerde tekst nodig, met de bittere hoofdboodschap aan het eind. De toon ervaar ik als niet-empathisch en op cruciale punten ronduit lomp (punt 2). Dat zit ‘m in formuleringen als ‘men beweert dat’  en ‘men eist’, maar ook gaat het over een aantal door ons ingebrachte zaken niet, wat als genegeerd worden voelt. De tekst is sowieso algemeen en onpersoonlijk (punt 4) en er volgt niets meer op, nouja, formeel gezien bezwaar maken, maar de communicatie stopt hier (punt 5). Ik heb ‘m bovendien zelf ergens uit overheid.nl moeten opdiepen (punt 3).

In de specifieke aanbevelingen van het artikel van Corsius e.a. staat ook nog dat het goed is om een contactpersoon te vermelden (p. 60). Dat is wel heel treffend: de naam onder die zienswijzennota (geen brief – het ‘Met vriendelijke groet’ vind ik ook al gek) is zwartgelakt:

Ik ben blij met onze verhuizing, maar ik hield er toch een zuur gevoel aan over. En de volgende deuk in mijn vertrouwen in de overheid.

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Vanaf de nieuwe plek

Louise Cornelis Geplaatst op 2 mei 2024 door LHcornelis2 mei 2024  

De afgelopen weken ben ik en is mijn bedrijf verhuisd naar Kapelle. Dat is allemaal goed gegaan, en geheel volgens plan pik ik vandaag de draad van het werken weer op. Dus dit is mijn eerste post op dit blog vanuit mijn fijne nieuwe werkkamer. Met als leuk extraatje waar ik me al maanden op verheug: ik hoor af en toe het ping-ping-ping van de overweg hier net verderop en als ik me uitrek, kan ik de trein zien rijden. 

Hier nog wat observaties van de verhuistijd. Ik houd van tekst in de openbare ruimte, welnu, in dit dorp kom je – gelukkig – niet om de beroemdste persoon heen die er geboren is: Annie M.G. Schmidt. Er zijn diverse sporen van haar, in beeld (van Fiep Westendorp) en tekst. Dit fragment, in het schitterende fietstunneltje onder het spoor door, vol met teksten en tekeningen uit haar werk, fotografeerde ik toen ik de nieuwe werkkamer aan het schilderen was:

Verder is het dialect hier duidelijk aanwezig. Ik ervaar de omgeving als soort-van tweetalig, met sprekers van standaardnederlands met of zonder accent, en echte dialectsprekers, en die laatste groep switcht naar ‘met accent’ in contact met anderen. Interessant, ik heb nog niet eerder in een omgeving gewoond waar het dialect zo’n rol speelde. Schriftelijk heb ik er nog niet veel van gezien, op dit bordje na:

En de vele straatnamen op -wegeling, zoals deze:

Gekke straatnamen hebben ze hier wel meer, dit is het snelfietspad naar Goes:

Maar je kunt hier ook – serieus – wonen in Floddertje, stampen door de Stampertjes, of lopen door de Petteflet:

 

En dan tot slot deze – we hebben veel op en neer gereden tussen het oude en het nieuwe huis, en dit zagen we vanuit de auto toen we terugkwamen van het schoonmaken van het oude:

 

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Van Donny Ronny naar Europapa

Louise Cornelis Geplaatst op 19 maart 2024 door LHcornelis11 maart 2024 2

Ik schreef hier al eens eerder over mijn liefde voor cabaret, als heel talige vorm van humor en theater. Ik maak nu mee hoe verrassend en waardevol theaterbezoek kan zijn – op de lange termijn. Wat is namelijk het geval? Dankzij een bezoek aan de voorstelling ‘Bossen’ van Donny Ronny (voorheen Stefano Keizer) volg ik nu met belangstelling de ontwikkelingen rond Europapa. Oftewel: voor het eerst sinds mijn kinderjaren kan ik weer belangstelling opbrengen voor het Eurovisiesongfestival, want eigenlijk kan me dat verder altijd gestolen worden.

Dat zit zo. Voor ‘Bossen’ nodigt Donny Ronny telkens een groepje bevriende bekende Nederlanders uit. Pas kort van tevoren wordt bekend wie dat zijn. Zo zagen wij vlak voor ons vertrek naar het theater dat wij Filemon Wesselink gingen meemaken en de rest zei ons eigenlijk niet zo veel, nouja, Loes Luca van naam.

Tot onze verbazing zaten er een heleboel jonge mensen in de zaal die compleet uit hun dak gingen voor ene Joost Klein. Daar hadden wij nog nooit van gehoord, maar we vonden hem die avond wel goed en apart. Makkelijk had hij het niet, en de andere bekenden ook niet, want het was alleen maar improvisiatie-theater. Het was best een ongemakkelijke voorstelling en we wisten na afloop niet zo goed wat we nou gezien hadden. In elk geval iets interessants: een aanzet tot nadenken over wat echt is en wat gespeeld. En af en toe konden we ook lachen.

Eenmaal thuis hebben we zitten googlen wie die populaire Joost Klein nou eigenlijk was. Conclusie: qua muziekstijl niet voor ons, maar wel een interessant persoon, zeker toen we begrepen hoe veel hij betekent voor jongeren die vroeg hun ouders verliezen. En hij zou dus naar het songfestival.

Nouja, dan heb je toch een link, en we kijken Lubach, dus we konden niet om Europapa heen. Niet mijn  muziekstijl, okee, maar ik moet zeggen: ik vind het een dijk van een nummer. Er zit zo veel in, van catchy meezinger tot een gevoelig einde, en dat nog met een politiek gewaagde strekking naar mijn hart ook – geweldig gedaan.

En als je dan óók nog naar Papaoutai verwijst, een van de beste popmuzieknummers ooit gemaakt, dan heb je mij helemaal om. Beide nummers realiseren het ideaal dat mijn allergrootste held Pete Townshend ooit zo verwoordde (bron onbekend, ik heb het ooit in een schriftje overgeschreven, op de middelbare school nog):

Een rockplaat is een zwart plastic ding dat je koopt en afspeelt op je pick-up en dat je iets van een sociaal bewustzijn geeft en je na doet denken over de wereld, over het leven, en je vervolgens aan het dansen zet om dat allemaal te vergeten.

En dat had ik dus allemaal niet ontdekt zonder die wat ongemakkelijke voorstelling van Donny Ronny. Met terugwerkende kracht wordt die steeds bijzonderder!

Maar wat Europapa gaat doen qua stemmen en klassering en weet-ik-veel-wat op het Songfestival, dat interesseert me nog steeds geen biet, moet ik zeggen.

 

Geplaatst in Opvallend | 2 reacties

Acrobatiek bij het water?

Louise Cornelis Geplaatst op 20 februari 2024 door LHcornelis11 februari 2024 2

Hier weer eens eentje voor de collectie opmerkelijke bordjes.

Vlakbij ons huis loopt een (bijna) doodlopende tak van de Schie, met een wandelpad ernaast. Laatst liep ik daarover en zag ik in het water dit bordje, haaks op de oever, en vast aan een ding dat ze daar een paar jaar geleden gemaakt hebben om de oevers natuurvriendelijker te maken:

Van een afstandje had ik vage associatie met een trimbaan, dus dat je vanuit het water een acrobatische oefening moest doen. Iets dichterbij zag ik dat het om duiken ging. Het duurde nog langer voor ik zag dat die wiebeltjes de waterlijn zijn. Kennelijk gaat het erom dat je niet van dat ding af moet duiken met je hoofd voorover, omdat je je dan kan stoten aan hobbels in de oever.

Ik kan me bij dat gevaar wel iets voorstellen, maar dan vind ik dit geen helder bord. Het is sowieso te priegelig. Het staat ook nog eens gericht in de lengterichting van het water, dus gaat het er kennelijk om dat je niet van boten af mag springen – maar het water loopt dood en de enige scheepjes zijn bestemmingsverkeer.

Wat me echter nog meer bevreemdt, is dat je in dat water helemaal niet mag zwemmen. Verderop staat dit bord:

Natuurlijk, daar wordt wel eens de hand aan gelicht, maar niet veel: het water staat erom bekend dat er botulisme in kan zitten. Dus ik vraag me af welk probleem dit bordje oplost. Of, om preciezer te zijn: deze bordjes, want het was een hele serie: op elk van die ‘dingen’ voor de natuurvriendelijke oever twee, aan beide kanten.

Ik vind het maar verwarrend: als je er niet mag zwemmen, hoezo moet je dan gewaarschuwd worden voor als je erin springt?

 

Geplaatst in Opvallend | 2 reacties

Hoe kan die, uh, dat?

Louise Cornelis Geplaatst op 5 februari 2024 door LHcornelis3 februari 2024  

In het ‘Magazine‘ bij de NRC van afgelopen weekend stond op p. 17 een advertentie voor cosmetica met daarin deze zin:

Een compleet verzorgingsconcept voor de veeleisende, rijpere huid die de huid intensief hydrateert (…) en beschermt tegen invloeden van buitenaf.

Die moet dat zijn, want het slaat op het het-woord concept. Je hoeft er niet eens voor te ontleden: het valt extra op omdat die alleen op de-woord huid kan slaan, waardoor dat woord raar herhaald wordt (‘de huid die de huid hydrateert’). Deze zin is knetter ongrammaticaal. Gewoon hartstikke fout.

Nou kan ik niet altijd zitten met een taalfout, maar bij deze vraag ik me wel sterk af: hoe kan zoiets nou gebeuren? Dat Magazine is gericht op een welvarende doelgroep, de advertentie is over de hele pagina, met veel wit – dat mag wat kosten. Dit is een sjieke advertentie dus. Het is de enige echte zin, het is niet dat dit een detail is dat verloren is gegaan in een lap tekst. Hoe kan het dan zijn dat er niemand even een kritisch oog op dat ene zinnetje heeft geworpen?

Met die vraag heb ik het hele weekend rondgelopen.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

VIOT was weer de moeite waard

Louise Cornelis Geplaatst op 31 januari 2024 door LHcornelis31 januari 2024 4

Het VIOT-congres, de grote Nederlands-Vlaamse conferentie op mijn vakgebied is eens in de drie jaar, maar drie jaar geleden kon die niet doorgaan vanwege corona, zes jaar geleden was ik in Nieuw-Zeeland en zo was het voor mij ineens negen jaar (en een maand) geleden. Vandaar dat ik uitkeek naar mijn tripje naar Enschede vorige week. Sommige vakgenoten was ik elders nog wel eens tegen het lijf gelopen, maar anderen had ik echt negen jaar niet gezien, en alleen al dat maakte het leuk. De tijd om bij te praten leek zelfs te kort, zeker omdat ik af en toe mijn eigen gang ben gegaan tussendoor, vooral uit beweeg-behoefte, en ook dat (zwemmen, hardlopen) was prettig. Hieronder een verslag van de rest, en op sommige aspecten daarin kom ik vast later nog eens terug ook, dus het was weer de moeite waard!

Dat het leuk was, was belangrijk, want als ik het puur zakelijk bekijk (wat ik niet doe, en wat niet hoeft), zou ik wel twijfelen of de investering rendeert. Die is behoorlijk, met inschrijfgeld, de verblijfkosten en de treinreis. Verdien ik dat terug? Ik keek wat bedenkelijk toen ik het programma voor het eerst zag: zakelijk schrijven en lezen is ‘uit’, het onderwijs is terug van weggeweest. Het is me al vaker opgevallen hoe zeer de wetenschap aan trends onderhevig is, en de huidige trend is nogal ver af van mijn eigen werk. Dat vind ik een beetje jammer, maar ik kan dat ook relativeren: als ik de afweging moet maken tussen het belang van hoog-opgeleide professionals en slecht lezende 15-jarigen, dan weet ik het ook wel. De vertaalslag maak ik bovendien zelf wel. En dat terugverdienen, dat is niet heel belangrijk – inspiratie is me ook veel waard.

De trend betekende echter wel dat er maar één presentatie een direct raakvlak had met mijn werk. Op vrijdagochtend vertelde Geerke van der Bruggen over onderzoek naar de begrijpelijkheid van rechterlijke uitspraken. Eén van de variabelen in haar onderzoek is de plek van de hoofdboodschap (mijn woord): voorop of achteraan. Ze had daarover geen eenduidige resultaten te melden (helaas), wel een intrigerend, maar ook niet eenduidig, gender-effect. Dat zette mij aan het denken, maar dat was wel speculatief – ik kom er nog een keer op terug hier, en wie weet ook nog met haar, dat zou ik wel waarderen.

Beperking op het onderzoek lijkt me wel dat het niet tot panklare schrijfadviezen kan leiden. Het gaat alleen om begrip van het brede publiek kijkt, en niet het effect op meer gespecialiseerde en dichter betrokken lezers. In de praktijk hebben schrijvers te maken met een spanningsveld tussen die diverse lezersgroepen. Voor die verschillende lezersgroepen had Van der Bruggen wel een mooi model met cirkels dat ik vast wel eens ga ontlenen.

Twee andere sessies hadden een inspirerend indirect raakvlak:

  • Op donderdagochtend ging de ‘keynotepresentatie’ over de grote taalmodellen van AI, zoals ChatGPT en aanverwanten. Ik verdiep me daar al een tijdje in, vooral om antwoord kunnen geven op de vraag die ik al een paar keer gesteld heb gekregen: ‘waarom zouden we nog zelf moeten leren schrijven, dat kan AI toch overnemen?’ Willem Zuidema en Katrin Schulz hielpen me weer een stapje verder bij het formuleren van mijn antwoord daarop, en ze deden dat ook nog met voortreffelijke visueel materiaal, het beste van de drie dagen. De drie belangrijkste bouwstenen die ze aandroegen waren:
    • Het toeschrijven van intelligentie en creativiteit aan ChatGPT is eigenlijk projectie (mijn woord): we zien als output een voor ons betekenisvolle tekst en die kennen we alleen maar als afkomstig van andere intelligente wezens, vandaar dat we denken dat AI intelligent en creatief is, net zoals wij. Maar dat is niet zo: het is een ‘stochastic parrot’ die op basis van triljoenen woorden voorspellingen doet.
    • De soms rare en discriminerende output van grote tekstmodellen is niet zomaar een nog te fixen probleempje, het zit dieper dan dat: in de input, in de algoritmes en in het model. Bias en ‘hallucineren’ zit zodoende ingebakken; AI vergroot de bias die in onze maatschappij toch al aanwezig is. Een al te blind vertrouwen in technologie is daarom een ‘dode hoek’, het is zaak om zelf controle te houden.
    • Aan de ethische problemen van het gebruik van AI die ik al kende, kon ik er nog een toevoegen: in lage-lonenlanden zitten mensen voor een habbekrats handmatig de ’toxic content’ uit de output te filteren. Zodat onze intellectuele productiviteit groter wordt, want dat is de stap vooruit van AI. Maar dat komt dus met een prijs.
  • Op donderdag aan het eind van de middag was er een panel van maar liefst anderhalf uur over tekstanalyse, aan de hand van een nieuwe editie van een toonaangevend boek daarover (dat ik overigens zelf niet gebruik). De zes methoden in dat boek werden ultrakort gepresenteerd door de auteurs van de hoofdstukken erover, en daarna hebben we met z’n allen gekeken naar een voorbeeldtekst, een Volkskrant-column. We mochten die behandelen alsof we redacteur waren en de auteur feedback gaven, en de panelleden plaatsten onze reacties in het kader van die zes methoden. Ik vond dat erg leuk om te doen, en dat zat hem er vooral in dat ik het als bevestiging ervoer om te ervaren dat mijn vakgenoten tot overeenkomstige conclusies kwamen. Hun opmerkingen en ook dat kaderen binnen het boek zetten hier en daar ook nog een stapje verder. Ik kijk natuurlijk vaak als enige ‘deskundige’ naar een tekst, en als ik dat samen doe, is het vaak met dezelfde collega’s. Het was een feest om dat eens met zo’n twintig anderen te doen. Sowieso fijn dat er op de conferentie andere en actievere werkvormen waren dan de standaard-onderzoekspresentatie.

Van de presentaties over onderwijs in lezen en schrijven heb ik nog meegenomen dat:

  • ‘graphic organizers’ voor tekststructuur werken (Bogaerds e.a. – ‘piramides tekenen!’ dacht ik dus)
  • het oprukken van sociale media de leesvaardigheid op nationaal niveau beïnvloedt: als een land massaal online gaat chatten, daalt in dat land de PISA-leesvaardigheid, maar dat is wel deels een tijdelijk effect (Luyten – die het effect van het slechte Nederlandse onderwijs op die recente lage scores dus relativeerde)
  • een ‘leesklimaat’ de individuele leesvaardigheid positief beïnvloedt (Wyns)
  • een andere beperking op schrijven met AI is dat het dan alleen lijkt te gaan om het resultaat van het schrijven, niet om het denk- en schrijfproces (Hof)
  • je om met ChatGPT en aanverwanten te schrijven eigenlijk méér moet kunnen dan wanneer je zelf schrijft, want je moet de output kunnen beoordelen (discussie bij Van der Loo)
  • intensief schrijfonderwijs werkt (Bouwer e.a.).

En verder was er een boel vakinhoudelijk leuks. Ik vraag me bijvoorbeeld nog bijna elke dag een keer even af hoe je het equivalent van ‘hij twitterde’ schrijft als je twitter wilt vervangen door de nieuwe naam X. Hij xte, x’te, Xte of X’te? Die vraag stelde Alex Reuneker als een soort teaser aan het begin van zijn presentatie over de problemen die spellers ervaren  met leenwerkwoorden. Ik ervoer die trouwens zelf ook, want in een paar opdrachtjes maakte ik zelf ook fouten: in ‘hij browsede’ blijft de e en ‘zij chillt’ heeft 2 l’en (dûh, sommige regels zijn wel freaky). Precies dat type fouten zijn het meest frequent bij de gebruikers van Reunekers website om de werkwoordspelling te leren. 

Van een heel andere orde is dat ik (toch een beetje buitenstaander) leerde dat de taalbeheersing onder druk staat en wellicht een andere naam en/of afbakening en/of samenwerkingsverbanden nodig heeft (panel over de toekomst van het vak). Ik noem mezelf ook eigenlijk alleen maar ’taalbeheerser’ als het om dit congres gaat. Maar eerlijk gezegd zal het mij worst wezen hoe het vakgebied zich noemt.

Ook van een andere orde: de onderzoekspresentaties waren wel erg kort, met 20 minuten voor alles, dus inclusief vragen en van zaal wisselen als je dat wilde – wat in de praktijk lastig was. Dat maakte sommige sprekers zo gehaast dat ze ademnood kregen. Wat mij betreft zou er te besparen zijn op het bespreken van het onderzoeksmateriaal: hardop voorlezen van tekstfragmenten bijvoorbeeld is tijdrovend en onnodig voor een zaal vol met zeer bedreven lezers. Wel zou een handout dan af en toe fijn geweest zijn – het vakgebied lijdt al langere tijd aan Powerpoint-dwangmatigheid, vind ik. Niet altijd even goede Powerpoints ook, soms bijvoorbeeld te klein of te vol of te expliciet.

Wat ik dan wel weer fijn vond om te merken was dat er minder presentaties waren van het type ‘weinig theorie, vage constructen, maar wel statistiek tot drie cijfers achter de komma’. Daar heb ik me vanuit mijn positie aan de zijlijn in eerdere jaren wel aan gestoord. Ook viel me op hoe constructief de sfeer was, er werd ook echt met elkaar meegedacht – ook dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Het was niet alleen mij opgevallen: in het slotwoord zei organisator Menno de Jong er ook iets over.

Net voor dat slotwoord was de inhoudelijke uitsmijter van de conferentie ook zeer de moeite waard, niet voor mij in mijn professionele rol, maar wel voor mij als burger. Stef Aupers nuanceerde het idee dat complottheorieën ontstaan doordat de sociale media als ‘echo-kamers’ aanzetten tot radicalisering. Hij vindt dat overdrijving van een mono-causaal effect, techno-determinisme, de werkelijkheid is complexer dan dat. Complotdenkers zijn niet passief, ze geven actief zin en betekenis, al is dat vaak ‘oppositioneel’ aan de reguliere ideologie. En deels is wat er gebeurt op bijvoorbeeld YouTube een spel (vergelijk: ‘Wie is de mol’ gaat ook uit van complotdenken). Het was een boeiend en ook weer opvallend goed gevisualiseerd verhaal.

* * *

En zo ging ik vrijdagmiddag tevreden naar huis, de hele terugreis lang nog aangenaam in gesprek met vakgenoten. Het was zo een uitje dat ik als nuttig en aangenaam heb ervaren. Het volgende VIOT-congres is al over twee jaar – ik kijk er nu al naar uit!

 

Geplaatst in Opvallend, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 4 reacties

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren
  • Ik mag sturen
  • De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid
  • Doe toch echt maar het gewonere woord
  • Onder de indruk van de kracht van de piramide

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (312)
  • Opvallend (541)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (886)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑