↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Opvallend

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

In Amst Erdam

Louise Cornelis Geplaatst op 24 juni 2019 door LHcornelis24 juni 2019 2

Een uit mijn verzameling ’tekst in de openbare ruimte’. Meestal zijn dat opvallende bordjes, dit is een tegeltableau op metrostation Weesperplein in Amsterdam – daar was ik vrijdag.

Althans, ik noem dat Weesperplein, maar op het tableau zit een groot en onverklaarbaar gat tussen Weesp en erplein. Ik kreeg het niet in één keer op de foto, maar zo zag het eruit: eerst zag ik dit:

En daarna dus dit:

En daar zit dit gat tussen, en volgens mij zit de roltrap niet in de weg:

Ik was dus op het Weesp Erplein. In Amst Erdam?

Geplaatst in Opvallend | 2 reacties

Ander NS-beleid?

Louise Cornelis Geplaatst op 5 juni 2019 door LHcornelis5 juni 2019  

In Een sprinter is een stoptrein zonder wc schrijft Ronny Boogaart een vermakelijk stukje over hoe de trein van Amsterdam naar Hoofddorp de trein naar Hoofddorp blijft heten, ook als hij, bijvoorbeeld vanwege werkzaamheden, niet verder rijdt dan Schiphol. Dan is het dus eigenlijk de trein naar Schiphol geworden. Maar op de borden staat nog steeds Hoofddorp als eindbestemming, met ‘rijdt niet verder dan Schiphol’ in kleine letters eronder.

Nou had ik laatst het omgekeerde. Ik wilde naar Utrecht, kwam op het station en liet mijn ogen over het scherm met vertrekkende treinen dwalen om het juiste perron te bepalen. Ik las niet echt, zo werd ik me bewust, mijn ogen zochten naar de woordbeelden Utrecht, Amersfoort, Leeuwarden of Groningen, want dat zijn de mogelijke eindbestemmingen van de goede trein.

Stond er niet tussen. Huh?

Toen ging ik wat beter kijken, en via de juiste vertrektijd vond ik de trein naar Akkrum. Akkrum? Waar ligt dat?

Het bleek wel degelijk te gaan om de trein naar Leeuwarden, die vanwege werkzaamheden niet verder zou rijden dan Akkrum. Aha, Akkrum ligt net onder Leeuwarden. En heeft een station. En die trein moet ik hebben.

Probleem opgelost, maar ik realiseerde me wel dat het dus verwarrend is om de trein die normaliter naar Leeuwarden rijdt, de trein naar Akkrum te noemen als dat niet kan. Ook als is dat logisch misschien beter.

Zo zie je maar weer: taal is niet zo logisch; het draait niet om de letterlijke betekenis. Wat overigens de strekking is van Boogaarts boek!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

♫ Into my arms. Always and evermore. ♫

Louise Cornelis Geplaatst op 15 mei 2019 door LHcornelis14 mei 2019  

Hoe muziek zorgt voor foregrounding van tekst

De vorige twee weken ging het vak Tekst- en Gespreksanalyse (zie eerder) over multimodaliteit: wat als een tekst gecombineerd wordt met beeld en met muziek? Met beelden houd ik me wel eens vaker bezig, maar met gezongen tekst niet anders dan als luisteraar/liefhebber. Het boek deed alleen aan beelden, dus ik moest op zoek naar literatuur over songteksten en vond een artikel van onderzoeker Yke Schotanus (via hemzelf – dank voor de tip) waarin hij een model presenteert voor het verwerken van tekst-op-muziek

Nouja, ‘moest’, ik wilde dat zelf graag, om recht te doen aan multimodaliteit. Daarbij speelde een rol dat enkele studenten, net als ikzelf, een songtekst hadden uitgekozen voor het vak: we analyseren een eigen tekst, ik op college, zij als opdracht.

Mijn songtekst was ‘Into my arms’, een nummer van Nick Cave dat ik vorig jaar had leren kennen in de versie van Roger Daltrey. Het staat op diens solo-plaat ‘As long as I have you’ met allemaal covers. Bij de eerste keer luisteren viel het nummer mij meteen enorm op: het volgt op een aantal uptempo, Amerikaans aandoende gitaarnummers, en dan ineens start deze piano en zingt Daltrey ineens veel lager, romantischer, melancholieker.

Die klankkleur komt daar weliswaar als verrassing, maar ik ken hem wel van Daltrey. Eén van de redenen waarom ik hem beste popzanger aller tijden vind, is dat hij zo’n breed repertoire aan gevoelens kan uitdrukken: van agressief tot liefdevol. Beide kanten ken ik vanaf het allereerste begin: in 1981 had hij een romantische solo-hit (‘Without your love’– ik vind het nu zelfs over-sentimenteel, typisch jaren ’80 over-geproduceerd) tegelijk met iets agressievers als zanger van The Who (‘You better you bet’ – ook niet hun beste nummer, vind ik nu). Toen ik ontdekte dat die twee songs door dezelfde kerel gezongen werden, raakte ik geïnteresseerd en, kort samengevat: inmiddels noem ik mezelf al 38 jaar Who-fan. Daltreys stem is een rode draad door mijn leven.

En dan zingt hij (achtergrond: Londense working class) daar ineens, bij die piano, ‘I don’t believe in an interventionist God’ – heel nadrukkelijk, heel verstaanbaar. Zo verstaanbaar dat ik meteen bij de eerste keer luisteren dacht ‘welke halve gare schrijft er nou zo’n beginzin van een popliedje, met het woord interventionist erin?’ Ik greep meteen naar het CD-boekje (ja, ik luister nog naar van die ouderwetse schijfjes) en zag: Nick Cave. Tsjonge.

Dat is wat Yke Schotanus foregrounding noemt, of ook wel strikingness: omdat het een songtekst is, kan zo’n zin en zelfs zo’n woord een veel grotere indruk maken dan in wat voor andere context dan ook. Dat zit hem in mijn kennis over muziek en Daltrey die mijn verwachtingen bepaalt, ook die op basis van de eerdere nummer sop de CD: ineens is daar een verrassing, een aandachtstrekker, en dat geeft attention, arousal en emotion. Nogal. Buiten deze context zou de zin me mogelijk niet eens opgevallen zijn.

Dat zit allemaal in het model van Schotanus en het klinkt misschien een beetje nogal wiedes, toch had ik me dit nog nooit zo gerealiseerd. Overigens, goede theorieën in de taalwetenschap hebben wel vaker een hoog nogal-wiedes-gehalte, omdat ze kennis expliciet maken die we allemaal hebben en dagelijks gebruiken – impliciet. Maar dat expliciteren moet je dus wel dóen!

Als ik wel…

Toen ik op zoek ging naar het boekje bij de CD, hoorde ik de rest van de tekst niet meer goed: ik was afgeleid. In Schotanus’ model heeft afleiding een plek, maar dan ‘distraction from elsewhere’, terwijl dit me eerder ‘distraction from within’ leek. Ik heb dat wel vaker, dat ik blijf haken aan een woord of aan een bijzonder grammaticaal dingetje, en dat ik daardoor even niet meer goed luister.

De tekst van ‘Into my arms’ is volgens mij sowieso lastig in één keer te begrijpen, omdat Nick Cave speelt met voorwaardelijkheid, met iets wat hij zegt en toch niet: hij gelooft niet in God, maar ALS hij in God zou geloven, zou hij Hem vragen…. Dus hij vraagt dat eigenlijk niet, maar zingt het wel. Daardoor is het geen simplistisch liefdesliedje; het bezingt geen ongecompliceerde liefde (het wordt dan ook wel aan Cave’s echtscheiding gekoppeld). Dat is wat me in tweede instantie trof aan de tekst: ik houd erg van gelaagdheid in een tekst.

Maar daarmee is het ook geen prototypische songtekst. Schotanus heeft het over de ‘moment-by-moment’ perception van een songtekst: de vluchtigheid van zang/muziek. Daardoor zijn songteksten in principe noodzakelijkerwijs eenvoudiger dan poëzie. Ik had bij vluchtige beluistering de ‘twist’ in dit nummer niet begrepen. Dan is het een liefdesliedje met een vreemde, zware beginzin.

Dat het geen simpele tekst is, bleek me wel kort nadat ik het nummer had leren kennen. Het werd toen in het Nederlands vertolkt bij DWDD in hun ‘Songs in the key of life’-serie, door Frank Boeijen. Als ik het me goed herinner, zei die ter introductie dat hij dat met God maar ingewikkeld had gevonden en er dus uit had gelaten. Ik dacht meteen: wat blijft er dan van over? Nou, niet zo veel inderdaad, en hier is het wél een simpel liefdesliedje – passend bij het thema ‘ware liefde’. Maar interessant is de tekst zo niet meer. Vind ik.

Herhaling en verrassing

Terug naar Daltrey. Gaandeweg het eerste couplet stijgt de muzikale spanning: het tempo versnelt en de toonhoogte stijgt. Die spanning wordt ingelost met tekstuele herhaling: ‘into my arms, o Lord’. En net als die herhaling saai dreigt te worden, komt er variatie en blijft ‘o Lord’ weg – dat is allemaal precies zoals Schotanus het voorspelt.

Het tweede couplet heeft dezelfde soort opbouw en herhaling, maar het derde is iets anders: er zitten minder lettergrepen op de muziek, het couplet eindigt niet al met de eerste ‘into my arms’ maar met ‘always and evermore’ en de laatste ‘into my arms’ in het refrein is anders geïntoneerd. Schotanus voorspelt meer verrassing tegen het eind, en dat klopt dus. Op een verwachtingspatroon dat in twee coupletten is opgebouwd kun je de derde keer variëren.

Bovendien moeten volgens Schotanus verrassingen en herhalingen inhoudelijk bij het nummer kloppen, en ook dat is het geval: de herhaling drukt de wens uit van de zanger en in het meest verrassende gedeelte, dat derde couplet, zet hij uiteen waar hij zelf wel in gelooft, nadat hij eerst heeft verklaard waarin niet: God en engelen. Hij gelooft wel in love – en net daar bereikt Daltreys stem een bijna peilloze diepte.

Always and evermore

Ik vind het een briljante tekst, die mij ontroert en raakt en die ik door hem zo te analyseren nog beter ben gaan begrijpen. Het was bovendien erg leuk om ‘m heel vaak te draaien – voor mijn werk, en op college zelfs.

Wel vind ik de tekst ondertussen een klein tikje seksistisch – dat ontdekte ik naar aanleiding van een eerder onderwerp in het college: het móet bijna wel door een man gezongen worden en – cliché – die wil niet dat z’n geliefde vrouw ooit verandert.

Aan de andere kant vind ik Daltrey een rolmodel in gracieus ouder worden. Zijn stem is er sowieso bepaald niet slechter op geworden met het klimmen der jaren, terwijl hij niet doet alsof hij nog 30 is. Toen hij dit opnam, was hij 74 en hij zingt de tekst veel zwoeler dan Cave in het origineel. Dat vind ik gaaf: op je 74e nog zo veel erotiek in je stem hebben. Cave’s origineel vind ik vlakker en moeilijker te verstaan, al kan ik dat laatste niet meer goed beoordelen: ik ken de tekst van buiten.

Ik ga de tekst ook nooit meer vergeten. Dat is nog iets wat ook Schotanus benoemt: dat songteksten wonderbaarlijk goed in je geheugen blijven hangen. Ik was vorige maand naar een concert van Paul Young, wiens nummers ik zo’n 30 jaar nauwelijks meer had gehoord, en ik zong ze nog zo allemaal mee. Een goede songtekst, die heb je voor always and evermore!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Niks spoedig herstel

Louise Cornelis Geplaatst op 8 april 2019 door LHcornelis16 april 2019  

Eentje voor mijn verzameling ‘opvallende borden en aanverwanten’. De laatste weken moet ik wat meer moeite doen om in Leiden te komen, want ze zijn daar aan het spoor aan het werk. Nogal heftig, vind ik, zulke werkzaamheden in gewone werkweken en dus heel veel reizigers hinderen. Ik ben niet de enige natuurlijk die daar wat van gaat fronsen, iemand anders heeft zich uitgeleefd op stickers op de gele borden:

Ik kan me die krasneiging wel voorstellen. Het is inderdaad een rare sticker. ‘Tijdelijk buiten gebruik’ lijkt te slaan op een technisch mankement, bijvoorbeeld op de digitale borden. Maar dit is heel anders. De gele borden gelden nu niet, de hele dienstregeling is anders. ProRail en de NX zijn helemaal niet bezig aan een ‘spoedig herstel’ van de gele borden, want daar is op zich niks mis mee.

Het enige wat wél ergens op slaat is ‘Excuses voor het ongemak’. Nou, vooruit dan maar: geaccepteerd…

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Chille windeieren

Louise Cornelis Geplaatst op 4 april 2019 door LHcornelis4 april 2019  

Op het college van vandaag ging het over de relatie tussen taal (‘discourse‘) en identiteit. Eén van de aspecten van identiteit is leeftijd: aan een manier van praten kun je iemand identificeren als zijnde van een bepaalde leeftijd. Het leuke aan zo’n college-situatie is natuurlijk dat ik zo’n 30 jaar in leeftijd verschil met de studenten, en dat we dus over en weer uit elkaars manier van praten dingen kunnen afleiden over dat aspect van taal.

Vanaf het begin waren me al dingetjes opgevallen. Voor mij is heel typerend voor de leeftijdscategorie van de studenten hun gebruik van het woord chill als bijvoeglijk naamwoord. Het werkwoord chillen kan ik nog net wel gebruiken, al vind ik dat dan wel erg hip klinken van mezelf, maar zeggen dat iets chill ís, nee, dat gaat niet. Op het allereerste college gebruikte een van de studenten chill zo, en dan voel ik meteen een generatiekloof openen, zal ik maar zeggen. Grappig hoe elke generatie eigen woorden kiest om ’toffe’ dingen mee uit te drukken: vet vond ik ook al lastig, dat heb ik nooit gebruikt; ik denk dat gaaf uit mijn tijd komt, eventueel met onwijs ervoor, en van nog eerder is bijvoorbeeld mieters.

Andere voorbeelden vandaag waren awkward, wat ik wel begrijp uit het Engels maar zelf nooit zou zeggen, en bae, wat ik helemaal niet kende en me dus moest laten uitleggen.

Eén van de studenten merkte op dat een ander kenmerk van de taal van hun generatie is dat ze minder spreekwoorden en uitdrukkingen gebruiken. Daar heb ik inderdaad wel eens wat over gelezen, ja (voorbeeld), en ik had net daarvoor zelf iets gezegd wat de studenten wel begrepen hadden maar niet zelf zo zouden kunnen zeggen: dat iets me ‘geen windeieren had gelegd‘. Voor mij is dat een heel gewone manier van dat zeggen. Maar dat ‘verraadt’ dus mijn leeftijd.

Eerder had ik me ook al gerealiseerd dat het hebben over nieuwe media in plaats van over sociale media ook wat zegt over mijn leeftijd, en zeker als ik dat dan ook nog doe in een context als ‘vroeger had je geschreven tekst en gesprekken (waar het vak over gaat: tekst- en gespreksanalyse), in recente jaren zijn daar de nieuwe media als tussenvorm bijgekomen’ – ik hoorde het mezelf zeggen op het eerste college en dacht vrijwel meteen al: ai, dat klinkt ouwelijk – alsof ik dat toch nog steeds maar gekke nieuwlichterij vind!

De studenten het hebben over bae en ik over windeieren leggen – en toch begrijpen we elkaar het grootste deel van de tijd wél. Chill!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Herkenning

Louise Cornelis Geplaatst op 3 april 2019 door LHcornelis3 april 2019  

Grappig: ik bladerde laatst door het ledenblad van FNV Zelfstandigen (#1 van 2019) en toen ik bladzijde 14 opensloeg en de kop begon te lezen, had ik een en al herkenning. Het was een interview met een zelfstandige; dit stond er:

‘Ik train en adviseer op het snijvlak van taal en organisatie’

Ik ook! dacht ik.

Net daarboven stond:

‘Als je mensen helpt in hun ontwikkeling, moet je jezelf ook blijven ontwikkelen

Mee eens! dacht ik.

Meteen erna zag ik naam en foto en schoot ik in de lach – ik snapte dat het geen toeval was: in het artikel komt niemand minder dan Marjan Huisman aan het woord. Met haar werk ik regelmatig samen, we kennen elkaar al uit onze studententijd, en we zijn ook al jaren bevriend. Erg leuk om een interview met haar te lezen!

Over dat tweede citaat, Marjan zegt over die noodzaak tot je blijven ontwikkelen:

Voor mij is het heel nuttig om – als ik zelf een training volg of aan m’n eigen gedrag werk – te weten hoe dat voelt en hoe moeilijk dat kan zijn. Het is een verrijking voor je trainerschap.

Inderdaad!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Record!

Louise Cornelis Geplaatst op 1 april 2019 door LHcornelis29 maart 2019  

Vorig jaar begon ik in april weer met werken, nouja, een beetje gewerkt had ik de tweede helft van maart ook al, maar pas in april ging ik weer wat verdienen – half maart waren we teruggekomen van onze reis ‘Down Under’.

Het is mij zakelijk-financieel niet eerder zo goed gegaan als in de twaalf maanden sindsdien. Ik heb mijn omzet-record van alweer zo’n vijftien jaar geleden ongeveer geëvenaard. Anders dan toen heb ik echter net de laatste maanden ook nog wat in loondienst gedaan, dus financieel is dit een record (al is het dus niet precies aan één kalenderjaar toe te schrijven).

Het was ook nog eens niet alleen productie draaien: ik heb Sportkunstenaar opgericht, waar ik veel voor heb gedaan, inclusief een paar opleidingen waarvan één behoorlijk intensief, en de bijdrage van Sportkunstenaar aan mijn totale omzet is nog piepklein (wat okee is trouwens – ik had daar rekening mee gehouden). Verder heb ik ook als anders gelezen, geschreven, met collega’s en vakgenoten gepraat, enzovoort – waarvan acte op dit weblog.

Ik kijk dus terug op 12 intensieve maanden. Ik heb vooral in januari en februari wel gevoeld dat het veel was allemaal, overigens meer door omstandigheden dan puur door het werk. In de wintermaanden valt vroeg opstaan me zwaarder, de treinen reden niet altijd zoals dat zou moeten en ik heb lichamelijk wat gekwakkeld. Ik ben ondertussen de eerste vakantie in een jaar verder, weekje fietsen op Mallorca, en dat heeft me goed gedaan.

Desalniettemin: de komende twaalf maanden mogen best wel ietsje rustiger zijn. Ik ga weer vooral wat kritischer zijn op het aannemen van wat ik noem ‘losse flodders’: een training zonder goede opvolging in de organisatie. Het rendement daarvan is namelijk nihil en mijn inspanning is soms best groot – door dat opstaan en die treinen bijvoorbeeld. Die inspanning lever ik graag, het hoort bij mijn werk en ik krijg er goed voor betaald, maar ik vind het bevredigender als ik dan ook merk dat die inspanning resultaat heeft. Het is iets waar ik mijn opdrachtgevers altijd voor waarschuw: een losse training schrijfvaardigheid heeft heel weinig nut, verwacht niet dat de  organisatie dan echt beter gaat schrijven. Ik ga de komende tijd eerder ‘nee’ zeggen als ik vermoed dat het echt bij die losse flodder blijft.

 

 

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

De studie Nederlands maakte mij een expert-lezer

Louise Cornelis Geplaatst op 1 maart 2019 door LHcornelis1 maart 2019  

Het gaat in de algemene en mijn vak-media al dagen over het opheffen van de studie Nederlands aan de VU. Eén van de thema’s die vaak terugkomen is de vraag wat de meerwaarde is van de studie, los van de mogelijkheid tot het halen van een lesbevoegdheid. Waarom zou je de drie sub-disciplines – taalbeheersing, taalkunde en letterkunde (de laatste twee met hun historische benaderingen) – combineren tot één studie? Als je, zeg, in de praktijk van schrijven in organisaties wil werken, zoals ik, heb je dan niet meer aan alleen taalbeheersing, in combinatie met bijvoorbeeld Engels, communicatie of iets economisch of bedrijfskundigs? 

Het zette mij aan het denken over wat ik ervaar als de meerwaarde van mijn studie. Het is voor mij lastig om los te knippen: ik deed ook Algemene Letteren, ik ben daarna gepromoveeerd, en ik haalde mijn doctoraal lang (bijna 28 jaar) geleden. Toch durf ik wel een gok te doen. Bij historische taalkunde en bij letterkunde leerde ik twee dingen die voor mij van cruciaal belang zijn in het werk dat ik doe:

  • Bij een vak historische taalkunde van Arjan van Leuvensteijn leerde ik hoe je kritiek levert op de argumentatie in een wetenschappelijk artikel. Ik zie dat als cruciale stap in mijn ontwikkeling van lezen om te leren wat er staat (en als je het dan niet begrijpt of niet overtuigd bent, ligt het aan jou als lezer) naar écht kritisch lezen, waarbij het de schuld van de schrijver is als het niet duidelijk of overtuigend is. Met kritisch lezen verdien ik mijn brood – je kunt niet redigeren of feedback geven op een tekst als je bij twijfels over de tekst denkt dat het aan jezelf ligt. Sterker nog: inmiddels is ‘de lezer heeft altijd gelijk’ misschien wel  hét uitgangspunt in het werk dat ik doe. Als daar discussie over is, zie ik mezelf nog wel eens terug in dat kleine collegezaaltje, klein groepje studenten rond een tafel, Arjan aan het hoofd – en dan ben ik hem heel dankbaar. (Het grappige is: inhoudelijk kan ik me niets meer van het vak herinneren. En ik had ditzelfde natuurlijk ook bij een ander vak kunnen leren, maar het gebeurde hier.)
  • Bij letterkunde heb ik geleerd om overzicht te krijgen over grote hoeveelheden ongeordende stof (teksten). Ik deed een keer een bijvak psychologie en ik kon bijna niet geloven hoe gestructureerd die stof was: 13 colleges, boek met 13 hoofdstukken, elk hoofdstuk was even lang en begon met een vooruitblik en eindigde met een samenvatting en een checklist of je alles  wel begrepen had. Ik vond dat een lachertje: ik haalde het vak in minder dan een kwart van het aantal uren dat ervoor stond. Voor tentamens letterkunde moest ik me door enorme stapels heenlezen, van zowel primaire als secundaire literatuur, uit allerlei hoeken en gaten, deels zelf bij elkaar gezocht, nauwelijks ‘verdidactiseerd’ – en daar moest ik dus de hoofd- en bijzaken van leren scheiden, want anders was het niet te doen. Nog steeds merk ik dat ik in vergelijking met anderen heel handig ben in snel overzicht krijgen over documenten. Dat maakt me efficiënt in mijn werk, maar ook privé is het handig. Geef mij maar even een reisgids en binnen een paar minuten weet ik waar we heen moeten.

Deze twee dingen komen volgens mij samen neer op een heel grote expertise als lezer. Dat is waarom ik ooit Nederlands ben gaan studeren: omdat ik graag las (en schreef). Dat doe ik nog steeds, ik heb er mijn vak van gemaakt. De studie was wat mij betreft super waardevol. En dan gaat het dus niet eens zozeer om de inhoud, nouja, ook, en zeker voor wat betreft mijn specialisatie, de taalbeheersing. Maar van ‘de rest’ heb ik vooral vaardigheden en een bepaalde houding meegekregen. En die heb ik net zo hard nodig als die inhoudelijke kennis.

Ik ben er trots op neerlandicus te zijn.

 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Slik

Louise Cornelis Geplaatst op 26 februari 2019 door LHcornelis25 februari 2019  

Toch wel even slikken, hoor, afgelopen weekend: ‘mijn’ studie houdt op te bestaan. Ik studeerde Nederlands (en Algemene Letteren) aan de VU. Toen was het ook al niet heel groot, in vergelijking met de andere universiteiten, voor mij juist een reden om daarheen te gaan, want ik was de multiple-choice-tentamens en massale hoorcolleges enzo zat, daar leerde ik niet veel van, vond ik (ik had m’n propedeuse in Utrecht gedaan). Die aantallen zijn nergens meer, mede door de opkomst van studies als CIW en Taalwetenschap enzo. En door het inzakken van de interesse. Dat baart mij ook zorgen, ja, zeker omdat het veelzeggend is over het schoolvak Nederlands, al hoop ik ook wel op een varkenscyclus-effect.

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Lastig, die fietsers – so what?

Louise Cornelis Geplaatst op 12 februari 2019 door LHcornelis12 februari 2019  

Ik zag net een krantenkop die illustreert waarom het formuleren van een (één) hoofdboodschap zo belangrijk is:

Nederland ‘best voorbereid’ op autonome auto’s, fietsers maken komst lastig.

Dat zijn twee boodschappen; het deel voor de komma stuurt richting ‘dus die gaan er komen’, het tweede richting het omgekeerde. Dus wat moet ik nou denken/vinden, wat is de so what? 

Die blijkt pas als ik ga lezen: 

de opbouw van Nederland maakt het lastig om de zelfrijdende auto een prominente plek te geven in stedelijke gebieden

Okee, weet ik dat – maar dan vraag ik me af waar het deel voor de komma op slaat. ‘Goed voorbereid’ wil kennelijk zeggen: qua technologie, acceptatie van consumenten, wetgeving en infrastructuur. Ik zie het die consultants in een modelletje zetten en afvinken. Maar dan denk ik: dan heeft het criterium ‘overige weggebruikers’ ontbroken in de analyse. Dus het deel voor de komma is (denk ik) de uitkomst van de analyse, en ojee, toen waren er ook nog fietsers, model overhoop. 

En dat denk ik óók omdat ik zulke restantjes van een analyse wel vaker zie, en wel vaker ook zie dat die in de weg zitten voor het formuleren van een eenduidige hoofdboodschap.

Nederland is helemaal niet goed voorbereid op autonome auto’s: te veel fietsers. Soms kan een bevinding in één klein hoekje van je analyse de hoofdboodschap doen kantelen.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Schemerengels
  • 2 keer in de krant
  • Toet stand ekomme
  • Grammatica in het wild
  • Het mag wel wat minder

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (321)
  • Opvallend (553)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (899)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (206)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • november 2025
  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑