Ik wandelde vorige week door Spaarnwoude, en daar zag ik dit bord, met de strekking ervan treffend gevisualiseerd door de fiets ernaast:


Ik wandelde vorige week door Spaarnwoude, en daar zag ik dit bord, met de strekking ervan treffend gevisualiseerd door de fiets ernaast:

Vorige week brachten wij een paar dagen door in een hotel met in de badkamer dit bordje:

Daar gaat een boel mis: het losse milieu vriendelijk, ontbrekende interpunctie tussen leggen en dit en de wat vreemde voorwaardelijkheid: als je schone handdoeken wilt, doen zij een verzoek? Dat kan op zich wel, op het randje: het is nogal spreektalig, vind ik.
Maar het meest in het oog springen twee eigenaardige verwijzingen: deze verwijst zo dat je kennelijk schone handdoeken op de grond moet leggen, en dat op de grond leggen doe je volgens dit kennelijk uit milieu( )vriendelijk oogpunt.
Ik denk dat dit een poging is tot te beknopt schrijven. Ik snap dit alleen maar omdat ik vaker in hotels ben geweest waar ze zoiets wilden.
Wij zetten in het nieuwe theaterseizoen de trend van voor de zomer voort. Afgelopen vrijdag zagen we Tim Fransen. Hij had goede grappen maar de lijn van het verhaal was niet uitgesproken vrolijk; ik zou aarzelen hem zomaar ‘cabaretier’ te noemen. Een aanrader is het weer wel. Als je er nog heen gaat, lees dan maar niet verder, qua spoiler.
Een woord trof me in het bijzonder: deze. Ik leg het uit. Fransen vertelt over een paar dromen waarin hij ruimtewezens ontmoet die hem vragen naar de aard van de mens. Die ruimtewezens zijn op het podium in de vorm van ronde lichten met een blikkerige stem. Op een gegeven ogenblik zeggen ze iets als: “We hebben al je voorstellingen gezien, ook deze’.
Deze verwijst naar het hier-en-nu van de voorstelling, en daarmee kan het ineens geen droom meer zijn waar Fransen over vertelt. Er ontstaat verwarring: waar zitten we nu precies naar te kijken? Dat is absurd, op een subtiele manier. Ik vind dat hartstikke knap – het is veel moeilijker dan de absurditeit er dik bovenop leggen.
Dit type verwarring kun je alleen in de kunst krijgen. Ik ben er dol op. Precies daarom bestaat kunst.
Je zou toch denken dat ik na 25 jaar trainingen piramideprincipe geven alle ins en outs ervan zó uit kan leggen. Maar de laatste maand stond ik twee keer met m’n mond vol tanden. Allebei de keren had te maken met de rol van de vragen erin. Wat voor vragen dat zijn, is maar globaal omschreven: je moet nogal bereidwillig zijn om de aard ervan te accepteren en zo mee te denken op de manier die het principe vereist. Hier ging het om:
Dit is nogal piramide-neuzelig, en voor het grote gros van de gebruikers en leerders daarvan totaal geen probleem. Voor mij was het verrassend om na zo veel jaren kort achter elkaar twee keer fiks uitgedaagd te worden. Dat is het leuke aan trainingen geven!
* Een nieuwsbericht is niet piramidaal, maar de kop is wel vergelijkbaar met de hoofdboodschap; ik maak die vergelijking in trainingen vaak.
Ik streef ernaar om minstens elke gewone werkweek iets op dit blog te posten. Vorige week lukte dat niet, en dat heeft een goede reden: ik maak een unieke werkmaand mee. Ik heb niet eerder in mijn bijna 23-jarige bestaan als zelfstandige zo hard gewerkt als deze maand. In de eerste week haalde ik een record aantal declarabele uren, en de maand als geheel is ook een record. Dat is fijn natuurlijk, dat is lekker verdienen.
De drukte zit hem er enerzijds in dat veel opdrachtgevers deze herfst iets van me wilden, vooral trainingen, terwijl ik in september op vakantie was. Ik ‘draai’ dus min-of-meer twee maanden in één. Anderzijds kwamen er twee spoedklussen bij: één bij een opdrachtgever en de ander met mijn boek. De uitgever vroeg of ik er deze maand nog een slag over wilde doen – daarover later meer.
Het is wel druk, maar niet te. Althans, niet voor een paar weken – voor langer zou dit wel degelijk te druk zijn. Dat zit hem niet in het vele werken als zodanig. Er komen twee dingen bij die veel zeggen over de huidige tijd en die het werken zwaarder maken dan anders:
Alles bij elkaar zijn het dus bijzondere tijden. Met mij gaat het eigenlijk gewoon hartstikke goed. Ik doe leuke dingen en ik verdien lekker. En vanaf half november heb ik ook weer meer tijd voor andere dingen!
Sinds een paar weken heb ik een beeldschermbril, en dat was jaren te laat! Ik ben er erg blij mee, het maakt mijn werk achter de computer veel makkelijker.
Al een paar jaar had ik met mijn varifocus-brillen steeds dat ik alleen maar goed op het beeldscherm kon zien als die bril nieuw was. Na enkele maanden kreeg ik steevast problemen. Met de nieuwste bril ging het zelfs zo snel dat ik de indruk kreeg dat mijn ogen hard achteruit gingen.
Die problemen betekenden dat ik steeds meer door het leesgedeelte moest gaan kijken, waarvoor ik mijn hoofd iets achterover moest kantelen. Als ik niet uitkeek, leidde dat tot nekpijn. Ik zette mijn bril ook wel eens af, maar dan moest ik bijna in het scherm kruipen. Niet goed, met zo veel achter de computer zitten als wat ik doe. In normale tijden al, maar in de coronawinters helemaal.
Ik had mijn opticien al eens gevraagd of een beeldschermbril niks voor mij zou zijn, maar hem leek van niet. Aanpassing van mijn dagelijkse bril zou beter zijn. Dat stelde ik steeds uit tot het niet meer ging, want een nieuw glas kost een paar honderd euro en een heel nieuwe bril dik over de duizend.
Die opticien ging vorig jaar met pensioen. Zodoende kwam ik in de zomer bij de nieuwe. Die stelde me meteen gerust: aan mijn ogen was niet veel veranderd. En, zo zei hij, een beeldschermbril zou wél nuttig voor me kunnen zijn.
Ik vond het het experiment wel waard. Ik kocht een nieuwe bril voor dagelijks gebruik en hoefde toen maar voor één glas te betalen om mijn oude tot beeldschermbril om te bouwen. Een beeldscherm- of computerbril is ook varifocus, maar dan loopt het leesgedeelte als het ware door tot aan de bovenkant.
Het is dus een verademing. Ik kan nu mijn hoofd in de goede houding laten en dan nog steeds de bovenkant van het beeldscherm scherp zien. Vanochtend heb ik voor het eerst in Teams met een groep gewerkt, en dat ging qua zien ook makkelijker dan voorheen.
Het enige waar ik aan moet wennen, is het wisselen tussen brillen. Ik ben al een heleboel keer gaan pauzeren met die beeldschermbril nog op mijn neus, er pas beneden achter gekomen dat ik in de verte wazig zie!
Eerder deze week las ik een leuk bericht op Omroep Zeeland. Er was net daarvoor iets misgegaan bij een plaatsnaambordje, een r te veel in Aagterkerke. Dit bericht geeft een overzicht van eerdere, vergelijkbare blunders. Meteen de eerste is al erg grappig: de Lidl die opent in Heinekenszand.
Het meest frappant vond ik het voorbeeld onderaan, uit 1974: Nieuw t. Jo en Sosland. Ik herinner me dat namelijk. Nouja, niet precies deze schrijfwijze, maar wel dat de plaatsnaam Nieuw en St. Joosland op een bord langs de snelweg was verhaspeld. Als ik het me goed herinner, heeft het toen zelfs het tv-programma ‘Hoe bestaat het’ gehaald (ofzoiets).
Mijn herinnering eraan is onderhouden doordat ik nog wel eens langs die afslag rijd, en dan dus soms wel eens denk: oja, die plaatsnaam was toen ooit verhaspeld. Maar toen ik het bericht las, dacht ik ineens ook: ik vond bordjes en schrijfwijzen op mijn achtste kennelijk al fascinerend!
Ik was de afgelopen weken op vakantie, eerst vijf dagen wandelen in Brabant en daarna een week fietsen in Engeland. Fijne tijd gehad! Zoals gebruikelijk hier de meest opmerkelijke bordjes: twee uit Brabant, twee uit Engeland.
Dit zagen we kilometers voordat we de tHeetuin daadwerkelijk bereikten. De vrouw die hem runt, vertelde hoe het zat: ze hadden met het gezin bordjes hadden gemaakt voor in de omgeving, haar zoon had de spelfout gemaakt, en toen hadden ze besloten dit bordje maar het verst weg te hangen:

Dit vond ik een opmerkelijke straatnaam, zeker omdat het echt wel een heel pad was:

Maar Six Mile Bottom is natuurlijk ook een wonderlijke plaatsnaam:

In Engeland overnachtten we in Stilton, het dorp dat zijn naam heeft gegeven aan bekende kaas. In het restaurant (waar we een kaasplankje aten als toetje) hing dit bord, met een knipoog naar de Eurythmics:

Zondag was ik met manlief mee naar de Kuip voor een wedstrijd van Feyenoord. Ik doe dat een heel enkele keer, en dit keer leek het me wel leuk omdat het een stadsderby was: tegen Sparta. Ook bij die club ben ik in de loop der jaren een paar keer geweest, ook leuk, al is het alleen maar omdat de Spartamars zo mooi is en de aanhang zo goed zingt.
Niet alleen die mars, ze hebben nog een ander lied. Ze zongen het zondag ook, en toen bedacht ik dat daarover hier nodig eens iets moest schrijven. Het is talig erg grappig namelijk. Als ik één woord weglaat, is het namelijk een nogal heftige, absolute tekst:
Bloed, zweet en tranen
Passie en strijd is wat we willen zien
Dat past niet helemaal bij het kluppie dat Sparta is. Dat weggelaten woord verandert dan ook alles:
Bloed, zweet en tranen misschien
Passie en strijd is wat we willen zien
Dat vind ik hilarisch: ineens klinkt er enorme zelfrelativering in door. Niet voor niets is dit iets wat de aanhang gaat zingen als het slecht gaat met de club (althans, dat is mijn indruk). Sparta verloor zondag met 3-0.
Overigens zit ik in zo’n stadion altijd veel te lezen; het is bij voetbal dat ik ontdekt heb hoe leesverslaafd ik eigenlijk ben. Ik lees bijna dwangmatig de reclames en de spandoeken, en de bewegende boarding kan me daarom danig afleiden. Ik mis wel eens een doelpunt omdat ik lettertjes zit te vreten!
Aanrader voor wie van taal houdt en gevoelig is voor kantoorjargon: het Krankzinnig Kantoor Kwartet. Het is een verzameling kaartjes waar je gewoon mee kunt kwartetten, en elk kwartet is een groepje verwante woorden uit de kantoortaal. Zo van: in de categorie ‘Vergezichten’ verzamel je ‘Houtskoolschets’, ‘Stip op de horizon’ (jeuk!), ‘Masterplan’ en ‘Kompas’. Elk kaartje heeft een cartoon erop en uitleg van de term die ‘m (althans, zo interpreteer ik het) in het absurde trekt. Bij ‘Stip op de horizon’ bijvoorbeeld zijn in het plaatje meerdere stippen te zien en de tekst luidt:
Maar welke stip is de juiste? Ik moet de dingen scherper zien. ik moet eindelijk eens leren forucssen.
En bij ‘Kompas’:
Ja hoor, we zijn verdwaald tijdens de customer journey. Met dit kompas slaan we wel de juiste piketpaaltjes.
Andere kwartetten zijn ‘In de lead zijn’, ‘Doorpakken’, ‘Sparren’ en ‘Krachten bundelen’. Kortom: een kantoortaalgevoelig kan er, uhm, ‘Handen en voeten aan geven’ (uit: ‘Doorpakken’).