↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

En nou voor het grotere publiek graag!

Louise Cornelis Geplaatst op 11 februari 2020 door LHcornelis11 februari 2020  

Een boek met de titel Stijl, taal en tekst moet ik wel lezen natuurlijk, en al helemaal als ik er zelf in voorkom, nouja, als erin naar mijn proefschrift verwezen wordt. Dat is niet toevallig, want de tweede auteur, Arie Verhagen, was toen mijn begeleider. Met andere woorden: dit boek is dicht bij huis, al noem ik mijn tijd in het wetenschappelijk onderzoek wel mijn vorige leven.

In dat vorige leven deed ik ook aan ‘stilistiek op taalkundige basis’ – de ondertitel van het boek, en sinds ik dat niet meer doe, heb ik Arie en co-auteur Nienke Stukker nog regelmatig over stijl horen praten. Bovendien ligt dezelfde benadering ten grondslag aan het werk van Maarten van Leeuwen, dat ik hier eerder enthousiast besprak.

Enfin, dat alles om te zeggen dat er voor mij in Stijl, taal en tekst niet veel nieuws stond, maar dat ik het wel met plezier heb gelezen. Dat zat hem er vooral in dat ik het fijn vond om deze benadering van stijl zo eens allemaal rustig en compleet op een rijtje te zien. Dat verdient een breder publiek dan alleen de wetenschappers voor wie dit boek is.

In de benadering van stijl volgens dit boek is construal het centrale begrip. Dat wil zeggen dat er in alle talige communicatie sprake is van enerzijds een object waarover de uiting gaat, en anderzijds van een bepaalde verhouding van de spreker/schrijver ten opzichte van dat object, en daarin speelt de luisteraar/lezer ook een grote rol, want de spreker veronderstelt met hem of haar gedeelde kennis die ten grondslag ligt aan de talige keuzes. Dat heet wel het triadische model van communicatie.

Het voorbeeld in het boek (p. 26) illustreert het: je kunt hetzelfde fenomeen aan de nachtelijke hemel op drie manieren benoemen:

  • die lichtpuntjes daar in de lucht
  • dat groepjes sterren
  • dat sterrenbeeld

Drie manieren om het over hetzelfde object te hebben, maar ze verschillen. De eerste legt meer de nadruk op de losse elementen, de tweede en derde op de verzameling, en de derde veronderstelt bepaalde voorkennnis en is bijvoorbeeld mogelijk een opstapje naar astrologie. Dat is een verschil in construal.

Mijn eigen onderzoek duikt ook op in deze context, want ja, het verschil tussen actieve en passieve zinnen is zeker ook een verschil in construal: veroorzaker centraal (actief – ‘de voorzitter opent de vergadering’) of juist niet (‘de vergadering wordt geopend’).

De auteurs stellen stijl gelijk aan die construal. Dat is een oplossing van de ’tweestrijd’ in de stilistiek, namelijk of een andere vorm ook altijd een andere inhoud impliceert. Zo ja, dan kun je niet zinvol over stijl praten, want dan gaat het eigenlijk over inhoud. Zo nee, hoe bepaal je dan die ‘vaste’ inhoud waarvan de vorm kan fluctueren?

Helemaal bevredigend vind ik (en ik niet alleen, zie hier) de oplossing niet, omdat je construal niet netjes van inhoud (dat object) kunt afbakenen. Maar er is wel mee te werken.

Hoe het werkt, zo’n stijlananalyse, daarvoor verwijs ik naar mijn eerdere blogpost over Maarten van Leeuwens onderzoek naar speeches van Wilders, Pechtold en Vogelaar. Het komt erop neer dat de onderzoeker oordelen over de stijl op het macro-niveau van de tekst als geheel (‘wollig’) relateert aan talige verschijnselen op het microniveau van de zinsbouw en woordkeuze, daarbij gebruikmakend van een checklist.

Die methode is ook niet oncontroversieel: ze wordt buiten Leiden (de bakermat van dit type onderzoek; Verhagen is daar emeritus hoogleraar) bekritiseerd omdat er een zekere mate van circulariteit in de redenering zit en ze makkelijk leidt tot confirmation bias.

Desalniettemin: ze werkt wel, die methode. Dat laat het boek ook wel zien.

Bovendien is dat triadische model van communicatie buitengewoon relevant voor mijn praktijk. Hét grote schrijfprobleem van specialisten is dat ze de gedeelte voorkennis met de lezer verkeerd inschatten, als gevolg van de curse of knowledge. En dat heeft inderdaad onder andere stilistische consequenties. Die je niet simpelweg oplost met wat prutsen aan zinnen. Al mijn zakelijke schrijvers kunnen passieve zinnen actief maken. Maar die triade, daar hebben ze vaak onvoldoende besef van. Omdat voor hen naast ‘foutloos’ schrijven alleen gaat om ‘inhoud’ – alleen het object dus.

Daarom zou het leuk zijn als er op basis van dit boek iets zou komen dat toegankelijk is voor geïnteresseerde leken en/of voor de beroepspraktijk. Hopelijk gaat dat er ooit komen.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Dwarsverbanden bij de NACV

Louise Cornelis Geplaatst op 21 januari 2020 door LHcornelis21 januari 2020  

Het was alweer een paar jaar geleden – te veel jaren, zo concludeerde ik vrijdag: dat ik naar de NACV-expertmeeting was geweest. Ik vond het eerder altijd de moeite waard, en vrijdag ook, dus toch echt mijn agenda voor vrijhouden. Het zijn jaarlijkse bijeenkomsten voor docenten schrijf- en spreekvaardigheid in het hoger onderwijs. Dat ben ik zelf zo af en toe ook, maar bovendien geef ik natuurlijk ook aan hogeropgeleiden schrijfonderwijs, dus zijn er sowieso dwarsverbanden.

DwarsverbandEN, ja, want het is mij niet gelukt één hoofdconclusie te trekken uit wat ik vrijdag hoorde. Dus hier komt een waslijst, gericht op schrijven, en gedestilleerd uit de sessies van Fieke van der Gucht, Wilma van der Westen, Carel Jansen, Renske Bouwer, Janneke van der Loo, Caro Struijke en Myrte van Hilten en de plenaire sessie van Stan van Ginkel (de andere plenaire sessie, van Miles Wischnewski, was erg vermakelijk maar leverde niks op voor deze lijst):

  • Er waren veel verschillende werkvormen, dus veel alternatieven voor het praatje van 20 minuten met vragen na. We moesten soms echt wat dóen, wat ik erg leuk vond. Het zorgt in elk geval voor veel dynamiek!
  • Opvallend is de sterke opmars van de technologie: in heel veel praatjes ging het over digitale schrijfcentra en virtual reality. Iets te veel, wat mij betreft; ik miste de ‘ouderwetse’ didactiek en wat een computer kan nagaan is toch altijd reductionistisch en analytisch.
  • Mijn indruk: op hogescholen lijkt het besef inmiddels alomtegenwoordig dat de praktijk andere eisen stelt aan schrijven dan het hoger onderwijs; op de universiteiten is dat er nog veel minder. Het is daar bijvoorbeeld nogal vanzelfsprekend dat je schrijft om te tonen wat je geleerd hebt of hoe het proces verliep. Dát leren studenten.
  • Eén spreker zei letterlijk dat schrijven = conventies leren. Toen dacht ik: aha, vandaar dat er rond schrijven voor veel hogeropgeleiden zo’n sfeertje hangt van ‘zo hoort het’. Een conservatieve houding zit als het ware in de bezigheid ingebakken. Ze zei dat bij het topic ‘hedging’ waar studenten leren om voorzichtig en met disclaimers te formuleren – wat ze soms dus later niet meer willen laten.
  • Een andere spreker zei dat door de informalisering van de gewone taal de academische taal steeds verder weg staat van de studenten. Ze zei dat met als strekking: dus moeten studenten harder hun best doen om die ‘ver weg’ taal aan te leren. Ik dacht: je kan dat ook omkeren – wat als academisch schrijven ‘gewoner’ zou mogen?
  • Het blijft leuk en vaak ook leerzaam om, als de inhoud me niet zo boeit, na te gaan hoe de spreker het doet en wat voor effect dat heeft op mij. Belangrijkste wat ik daarvan meeneem is dat timemanagement er echt toe doet. In één sessie moesten groepjes terugrapporteren en het eerste groepje nam meteen zo veel tijd dat er voor ons, het derde van vier, amper meer tijd was, laat staan voor het vierde. Ook in de kleine groepjes namen sommigen uitgebreid de tijd – ik praatte met iemand na die de indruk had dat enkele collega’s nogal ‘omhoog’ zaten met hun verhaal en het dus graag spuiden.
  • Fictieve cases zijn demotiverend; studenten doen beter hun best op ‘echte’ dingen, zoals hun eigen stageverslag. In die echte dingen komt er een boel bij, zoals ethische en strategische en morele kwesties. Daar wordt schrijven een stuk complexer van.
  • Over motivatie gesproken: docenten klagen steen en been over het gebrek eraan bij hun studenten, dat viel me echt op. Woorden als sceptisch en cynisch over communicatieve vaardigheden zijn ook gevallen. Maar ze bakken er niks van en vinden alles al gauw te moeilijk en te theoretisch. En, o, die vermaledijde telefoon….
  • Klassieke retorica is nog steeds erg relevant en de moeite waard en verdient dus een plek in het onderwijs. De spreker illustreerde dat met indrukwekkende filmpjes van enerzijds Tutu en anderzijds Goebbels.
  • Er is een proefschrift over wat voor eisen de praktijk stelt aan het schrijven van accountants en adviseurs, dat klonk super interessant, en het verbaasde me dat ik het verschijnen daarvan gemist had. Ik kon het gelukkig wel online vinden, dus ik kom er later op dit blog op terug.
  • Ik weet eindelijk wat ‘flipping the classroom’ is: omdraaien van wat je in de klas doet en thuis. En ‘comparative judgment’ is het jargonwoord voor teksten met elkaar vergelijken als vorm van feedback.

Het was ook erg leuk om een aantal oude bekenden weer eens te zien! Tot volgend jaar!

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Lachen en glimmen

Louise Cornelis Geplaatst op 16 december 2019 door LHcornelis16 december 2019  

De meest recente editie van Tekstblad (05/06 2019) is een bijzondere: het blad viert het 25-jarig jubileum. Dat gebeurt met een aantal terugblikken. Dat is sowieso leuk om te lezen, bijvoorbeeld omdat in het eerste nummer nog heel onwennig geschreven werd over iets als internet. Wat lijkt dat lang geleden ineens!

In één van de artikelen kwam ik bovendien onverwacht mijn naam tegen. Nouja, ik heb in de loop der jaren een aantal artikelen en columns voor Tekstblad geschreven, dus dat ik in een jubileumnummer genoemd word, komt niet helemaal uit het niets. Maar toch, het verraste me. En ik ging er zowel van glimmen van trots als erom lachen.

Het gaat om een ronde-tafelgesprek van de oprichters van Tekstblad. Eén van hen is Margreet Onrust, ooit een van mijn eerste docenten schriftelijke taalbeheersing aan de VU. Haar onderzoekswerk is verwant aan het mijne (naamwoordstijl en lijdende vorm, allebei van die ‘probleemconstructies’), ze heeft mijn Adviseren met Perspectief in haar proefschrift benut als model voor (schrijf-)advisering, wat ik interessant vond. Onze wegen hebben elkaar zo in de loop der jaren regelmatig gekruist. Daarbij praatten we ook wel eens over iets anders dan het vak, ook altijd zeer aangenaam. Zo ging het ook wel eens over reizen naar Nieuw-Zeeland in het algemeen, en het bier daar in het bijzonder.

Enfin. In dat ronde-tafelgesprek gaat het onder andere over de kloof tussen praktijk en wetenschap en de mate waarin Tekstblad die weet te dichten. Dan komt dit (p. 19):

Van het gedeelte tot aan ‘door te geven’ word ik gewoon heel blij, dat vind ik een hele eer en de erkenning doet me goed. En van de laatste zin van Margreet schiet ik in de lach – zij las het artikel dat na onze Nieuw-Zeelandreis verscheen. In Schuim Magazine – en het is een kleine wereld, want de redacteur daarvan, Marcel Uljee, schreef ook voor Tekstblad.

Zo dacht ik dus: er zal in elk geval één andere lezer van Tekstblad zijn die begrijpt waar Margreet op doelt!

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Woorden in organisaties – kan het anders?

Louise Cornelis Geplaatst op 9 december 2019 door LHcornelis9 december 2019  

Ik heb net weer eens een goed boek gelezen – een boek waar ik eigenlijk een beetje jaloers op ben, want zoiets had ik zelf wel willen schrijven: Woorden wisselen. Werken aan een hertaling van besturen, organiseren en adviseren, van Mark van Twist.

Eerst maar even wat het niet is: het is geen concreet handboek voor hoe die woorden dan te wisselen. Heel praktisch is het niet, het wil vooral de lezer aanzetteen tot reflecteren op de eigen praktijk – op de rol van taal en woorden daarin vooral

Mijn jaloezie zit hem er vooral in dat het boek zich precies begeeft op het raakvlak van dingen die ik interessant vind en waar ik me ook al jaren mee bezig houd: enerzijds taal, tekst en schrijven en anderzijds organisaties en het veranderen en beïnvloeden daarvan. Dat beïnvloeden gebeurt grotendeels door taal en tekst – maar hoe dan, en kan het ook anders? Dat is de centrale vraag van het boek.

De huidige schrijfpraktijk is nogal bleek en bloedeloos van de on-inspirerende abstracties (p. 22). Er kruipen een boel vanzelfsprekendheden in of – ik moest even gniffelen – ‘applauswoorden’ zoals ‘bouwen aan vertrouwen’, ’transparantie vergroten’, ‘streven naar excellentie’ en ‘de dialoog aangaan’ (p. 212) – waar iedereen het mee eens zal zijn maar die in de dagelijkse praktijk geen richting geven en die bovendien kennelijk nodig zijn omdat dat wat ze uitdrukken niet vanzelf spreekt. Tegenover het streven naar excellentie staat bijvoorbeeld een boel middelmatigheid, maar daar mag het niet over gaan.

Net zo interessant als wat er in een tekst staat, is wat er in een tekst dus juist níet staat – misschien is dat wel het belangrijkste inzicht van dit boek.

Van Twist gebruikt een boel bronnen, vooral uit kritisch-filosofische hoek. Een groot deel daarvan ken ik, en sommige hoofdstukken voegden weliswaar niet zo heel veel toe aan wat ik al weet, vooral de hoofdstukken over metaforen en narrativiteit, maar in andere brengt hij de stof op een prikkelende manier samen. Het sterkst vind ik dat in de hoofdstukken over de rol van getallen en modellen.

Voor modellen stelt hij bijvoorbeeld voor ze vooral te zien als ‘wegwerpproducten’ (p. 153): een voorlopige schets van een klein deel van de werkelijkheid. Dat sommige van die modellen een eigen leven gaan leiden, heeft meer met macht en status te maken dan met hun kloppendheid.

Over getallen stelt hij dat die net zo zeer vertellen als woorden – iets wat ik, in veel onbeholpener woorden dan Van Twist, net vorige week nog aan een adviseur duidelijk probeerde te maken om mijn bezwaar tegen het woord objectief te onderbouwen. Getallen zijn niet objectiever of dichterbij de waarheid of werkelijkheid dan tekst. Dat de samenleving als geheel en de praktijk van besturen, organiseren en adviseren zo veel waarde hecht aan getallen (‘meten is weten’) heeft meer te maken met een hang naar controleerbaarheid: de werkelijkheid is beter hanteerbaar te maken door haar meetbaar en dus objectiveerbaar te maken (p. 121/122).

In al die praktijken, van getallen en modellen en van taal en tekst, gaat dus ook altijd iets verloren. Het is goed om daarbij stil te staan, of om te expliciteren vanuit wiens perspectief er eigenlijk wordt verteld, geteld, gemodelleerd – wat zegt dat bijvoorbeeld over machtsrelaties? Wiens stem klinkt eigenlijk, tegen wie, en wie wordt er dus niet gehoord, niet aan het woord gelaten?

Dit zijn zomaar wat grepen uit het boek, die hopelijk een indruk geven. Voor iedereen die bezig is met tekst en organisaties zou ik zeggen: vooral zelf lezen, dit boek! Je zou er een prachtig studie- of intervisiegroepje mee kunnen vullen. Waar je dan dus ook zelf over de praktische vertaalslag na kunt denken. Want dat is nog best lastig. Van Twist zegt het zelf ook: stel eens iets anders voor, een narratieve tekst bijvoorbeeld in plaats van weer zo’n saai rapport – je krijgt het er niet door.

En toch. Het moet toch echt ook anders kunnen?!

Geplaatst in Leestips, Veranderen | Geef een reactie

En weer de links

Louise Cornelis Geplaatst op 18 november 2019 door LHcornelis4 december 2019  

Het is alweer even geleden, hier de oogst aan nuttige, leuke en interessante links van de afgelopen maanden, in vier groepjes:

Eerst twee keer nuttige en praktische tips van het Taalcentrum-VU:

  • Voor slotzinnen van brieven
  • Voor genderneutraal schrijven.

Nog een keer twee – interessante bespliegelingen van Marc van Oostendorp op Neerlandistiek.nl:

  • Over het genre ‘weblog’: openbare brief over een zaak, met een mening en rafelige stijl.
  • Over zinnen als sociaal contract, de common ground uitbreidend.

Drie vooral voor het leuk:

  • Een leuke voor mij in combinatie met m’n andere bezigheid, op sportgebied: het maakt uit hoe je je self-talk formuleert. Als je jezelf in de tweede persoon toespreekt (‘je kan het!’), presteer je beter.
  • Altijd leuk, en mee eens: een paar verouderde schoolmeestersregels op taal- en schrijfgebied de nek omdraaien.
  • En ook leuk, en terecht: kritiek op de kolder van het bedenken van het thema van het Songfestival, met purpose, co-creatie en vernieuwende concepten.

En tot slot twee interessante:

  • In mijn vorige post had ik het over inzicht in de (on)begrijpelijkheid van overheidscommunicatie – hier een vergelijkbaar verhaal van Redactieprofs (die wel een spamfilter op hun reacties moeten zetten…)
  • Het zit een beetje weggestopt in een lang verhaal, maar hier is weer eens een mooi pleidooi voor het piramideprincipe, van een succesvolle manager die er veel baat bij had.


Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Wales: de boeken in Hay

Louise Cornelis Geplaatst op 29 oktober 2019 door LHcornelis23 december 2019  

In Wales brachten we een middagje door in boekenstad Hay-on-Wye. Dat is een plek waar ik als leesbeest niet omheen kon!

Hay heeft 1600 inwoners en 30 boekwinkels, waaronder een paar gigantische. Zo groot dat ik amper wist waar ik moest beginnen met zoeken naar iets leuks:

Dat Hay zo’n boekenstad is geworden, komt door Richard Booth, die er in 1961 een eerste boekwinkel begon. Hijzelf is er niet meer, de boekwinkel nog wel:

Er is in Hay een jaarlijks cultureel festival, waar een half miljoen mensen op afkomt en wat door Bill Clinton ’the Woodstock of the mind’ genoemd werd. Toen wij er waren, was het er echter stilletjes. Wat het natuurlijk wel mogelijk maakte om door de boekwinkels te dwalen.

Helaas regende het ook, dus van de buitenstalletjes was niet veel te zien.

Uiteindelijk kochten we een paar boeken, waaronder de Welshe klassieker How green was my valley van Richard Llewellyn. Ik ben er nu in bezig en het is erg mooi, zeker omdat het speelt in een omgeving waar we tijdens onze reis ook zijn geweest: die van de (inmiddels voormalige) kolenmijnen in Zuid-Wales. We bezochten het museum daarover – indrukwekkend.

Een ander boek dat ik kocht was Enid Blyton – Five go on a strategy away day, van Bruno Vincent. Het is een parodie, voor volwassenen, op de boeken over De Vijf, die ik als kind las. Het neemt het managementjargon op de hak en het is zeker grappig, maar ook wat flauw.

En dat dus allemaal in een piepklein vlekje, verscholen in een dal tussen de Welshe en Engelse heuvels:


Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

De oogst aan links van de laatste tijd

Louise Cornelis Geplaatst op 8 juli 2019 door LHcornelis4 juli 2019  

Er is weer een boel leuks, goed en interessants verschenen de laatste tijd. Om te beginnen twee blogposts over het geven van goede feedback op een tekst:

  • Dat kan in één minuut, als je de schrijver een paar goede vragen stelt, zo laat Wout Sorgdrager zien.
  • Als je iets verder gaat, kun je jezelf als feedbackgever ook vragen stellen om verder te komen.

Meer schrijftips:

  • Bijzonder – dat een blog met schrijftips begint over de curse of knowledge. Dan denk ik: die snapt het! En inderdaad: de rest stelt ook niet teleur.
  • Zeg ik ook vaak, nu op het blog van Protaal: van lezen word je een betere schrijver.
  • Kiezel Communicatie is ook altijd goed voor zinvolle tips: over dat het verschil tussen u of je gebruiken méér is dan alleen dat woordje.
  • Ook goed: hoe je ervoor zorgt dat je e-mails wél beantwoord worden.

In dit regelmatig terugkerende links-overzicht ontbreekt Slidemagic eigenlijk nooit, het blog van Jan Schultink over zakelijke presentaties. Hier komen de vijf highlights van de laatste tijd:

  • Altijd leuk: een kritische analyse van een slechte grafiek – over Ajax!
  • Houd bij schrijven rekening met de grote haast en ongeduld van lezers.
  • Laat je niet in de luren leggen door ontwerpmythes – die ik inderdaad ookwel hoor, zoals ‘If your design is good, small details don’t matter’.
  • Doe niet aan overfocus op de presentatie; het gaat beslissers vaak om andere zaken.
  • Een post waardoor ik – introvert – mezelf beter begrijp en die dus nogal is blijven hangen bij me: dat presenteren voor introverten zoiets is als netwerken voor extraverten. Het vraagt wel wat doorklikken op Twitter om de achtergrond te achterhalen.

Nog even dan een voorbeeld van hoe het niet moet: alle begrip dat de Gooise apothekers staakten. Maar met zo’n ellenlange brief op je deur bereik je niet zo veel. Heftige stijlbreuken ook: het hebben over doosje en doosjeswisselingen als het gaat over medicijnen, en ook rustig derhalve, inzake en preferentiebeleid gebruiken.

In mijn vakgebied is veel te doen over de afkalving van enerzijds de neerlandistiek en anderzijds de aangekondigde verschuiving van de academische budgetten naar de technische en natuurwetenschappen – iets waar ik me ook boos over kan maken, maar dat terzijde. Er is veel over verschenen; ik pik er twee dingen uit die me bijzonder opvielen:

  • Ik vond dat dit stuk goed laat zien wat er met de neerlandistiek is gebeurd – die is ‘kapotgeframed’.
  • Over het rapport over die verschuiving van budgetten maakte Marc van Oostendorp zich druk, en die blogpost snijdt voor mij aan twee kanten: het gaat niet alleen om de inhoud, maar ook om de vorm van zo’n rapport: de naamgeving, het logo, de vormgeving en het taalgebruik. Zeer herkenbaar – en triest.

Tot slot op iets meer afstand van de schrijfpraktijk:

  • Een mooie post waarin schrijvende hardlopers c.q. hardlopende schrijvers vertellen over de inspiratie over en weer tussen die twee activiteiten.
  • Bubbelonië is een behartigenswaardig initiatief om tegengeluid te geven tegen de ‘vereconomisering’ van onze taal.

(Met dank aan de blogs en tweets van collega’s en vakgenoten, en aan Lisa voor het apothekervoorbeeld.)

Geplaatst in Leestips, Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Okee, meer dan 20 jaar dan…

Louise Cornelis Geplaatst op 14 juni 2019 door LHcornelis14 juni 2019  

Meer dan tien jaar geleden kwam ik een interessante gedachte tegen in het werk van schrijfprocesonderzoeker Kellogg: dat het dertig jaar oefenen kost om echt volleerd schrijver te zijn. Ik schreef daar onder andere over op dit blog en in een Tekstblad-column. Ik heb het er bovendien in de afgelopen tien jaar regelmatig over gehad, onder andere om aan opdrachtgevers duidelijk te maken dat je van, zeg, een middagje schrijftraining geen wonderen mag verwachten.

Afgelopen zondag had ik het er ook weer eens over, dit keer op een informeel feestje. Mijn gespreksgenoot was wel geïnteresseerd in die Kellogg, en dus beloofde ik het artikel op te sturen. Ik herinner me als bron in elk geval Kelloggs presentatie op een SIG-conferentie, daarnaar verwijs ik in beide bovenstaande stukken. Die link loopt echter ondertussen dood, en ook googlend of op de site van SIG vind ik die presentatie niet meer. Wel had ik toen naar aanleiding daarvan contact gezocht met Kellogg en toen van hem een concept-artikel had gekregen. Dat heb ik inderdaad nog kunnen opdiepen, maar ‘netter’ is natuurlijk de officiële publicatie. Ook die had ik snel gevonden.

Maar…. de termijn van dertig jaar is daaruit! Althans, het staat nergens meer zo letterlijk. Wat er wél staat, is dat het ‘meer dan twintig jaar’ duurt, of, iets preciezer:

The theme of this paper is that learning to become an accomplished writer is parallel to becoming an expert in other complex cognitive domains. It appears to require more than two decades of maturation, instruction, and training.

Die twee decennia zijn nodig om als jongvolwassene een beetje fatsoenlijk te leren schrijven, en daarna ‘professional writers advance further to an expert stage’ – maar daaraan is geen duidelijke termijn verbonden.

Dertig jaar of meer dan twintig jaar oefenen – het maakt niet uit natuurlijk, het betekent nog steeds dat je in dat middagje schrijftraining niet zo veel bereikt. En het betekent ook nog steeds dat schrijven een complexe, hoogwaardige cognitieve activiteit is, niet iets wat je zomaar even doet – dat maakt Kellogg ook op andere manieren duidelijk.

Maar ik ga Kellogg in het vervolg wel net iets netter citeren. Niet meer ‘dertig jaar’ zeggen maar ‘meer dan twintig jaar’.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Studenten lezen efficiënt en strategisch

Louise Cornelis Geplaatst op 9 mei 2019 door LHcornelis9 mei 2019  

Zoals ik hier onlangs schreef, zijn we op het college Tekst- en gespreksanalyse bezig geweest met lezen. Als slotopdracht van dat thema interviewden de studenten elk één student-lezer van een niet-talige opleiding (want die weten er misschien te veel van af om onbevangen te reageren) over diens leesgedrag.

Er zijn acht interviews gehouden, dat is te weinig voor generalisaties maar genoeg voor een paar indrukken. Wat me het meest opvalt is dat die studenten als het ware zakelijker lezen dan de zakelijke lezers van wie ik eerder zulke interviews las. Geen van de studenten heeft er veel moeite mee om te scannen en stukken over te slaan: de ‘must’ van alles lineair lezen om het te kunnen onthouden lijkt niet zo zwaar op hun schouders te drukken.

De studenten hebben ook ieder een eigen strategie, en daar zijn ze zich van bewust. Die strategieën lopen uiteen, tot zelfs tegenovergesteld aan elkaar: er is er eentje bij die lineair leest als het belangrijk, want anders raakt ze de draad kwijt, terwijl een ander zegt juist van lineair lezen de draad kwijt te raken – die doet o.a. aan scannen en selecteren. Twee lezers in het medische vakgebied spreken elkaar ook tegen: volgens de een moet je van medische teksten echt alles grondig lezen, de ander kan dat genre juist heel selectief doornemen. Het vakgebied is waarschijnlijk minder bepalend dan ze zelf zijn. Eén van de interviews heeft dan ook als conclusie dat lezen net zo persoonlijk is als je vingerafdruk.

De leesstrategieën zijn vooral gericht op efficiëntie en tijdwinst. Daarbij valt op dat er een paar zijn die zeggen meer over te gaan slaan als de tijd gaat dringen – dat is een riskante strategie. Wat me ook opvalt, is dat twee studenten aangeven het belangrijkste steeds aan het eind van een alinea, paragraaf of tekst te vinden. Hun teksten hebben dus kennelijk geen hoofdboodschap voorop?

Daarnaast lezen de studenten strategisch: gericht op hun eigen leesdoel. Ze maken een inschatting van wat ze moeten doen met een tekst, en kunnen ze dus onderscheid maken in het lezen van een tekst die ze voor een tentamen moeten kennen, ter voorbereiding op een college, om inspiratie uit op te doen voor eigen onderzoek, of voor iets praktisch wat ze moeten doen, zoals in het geval van een patiëntverslag in de geneeskunde. Als er geen helder doel is, ‘moeten’ ze toch wel alles lezen, vinden ze.

Op het college ging het over normen voor goed lezen, en die blijken de studenten ook wel te hanteren, al vergde dat wel wat doorvragen. Eentje zei dat ze ‘gewoon’ las, en dat bleek te zijn: lineair, alles (in de praktijk las ook zij leesdoelgericht overigens). Ook dat ‘de draad kwijtraken’ van hierboven is wel degelijk een norm: dat is niet de bedoeling kennelijk; aandacht erbij houden zodat je begrijpt wat je leest wel, maar dat is best lastig.

Efficiëntie is misschien zelfs dé norm: geen van de geïnterviewden heeft iets gezegd over lezen voor de lol en het is fijn als het verplichte nummer snel voorbij is. Althans, is dat efficiënt of effectief, of het is lui en nonchalant? Dat vragen er twee zichzelf af, en het is natuurlijk maar net hoe je het bekijkt.

Het lezen-als-verplicht-nummer blijkt ook uit één overeenkomst met de zakelijke lezers: de studenten vinden veel van hun leesteksten onnodig lang. Hopelijk weten ze dat nog als ze later in hun beroepspraktijk zelf gaan schrijven.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Passie (niet als jeukwoord!)

Louise Cornelis Geplaatst op 3 mei 2019 door LHcornelis3 mei 2019  

Bijna twee jaar geleden besprak ik hier enthousiast het boek Peak Performance van Brad Stulberg en Steve Magness. Ik ben de beide mannen sindsdien blijven volgen op Twitter en via hun nieuwsbrief. Ik heb veel van ze geleerd en ze zetten me regelmatig aan het denken. Dat is vast niet toevallig: het blijft bijzonder dat ‘mijn’ twee werelden zo bij elkaar komen, de sport (Magness) en schrijven en consultancy (Stulberg).

Cover van het boek

Dus ik moest natúúrlijk hun nieuwe boek ook lezen: The Passion Paradox. Alhoewel, ik aarzelde eerst, want passie, oef, wat een afgesleten en platgetreden term is dat, terecht tot jeukwoord gebombardeerd door Japke-d. Bouma. Misschien hier meer dan in het Engels? Nou goed, daar moest ik me dus overheen zetten en dat heb ik gedaan omdat ik weet dat Magness en Stulberg interessant zijn en goed kunnen schrijven.

Het woord passie is me eerlijk gezegd wel het hele boek lang dwars blijven zitten, vooral omdat ik me afvroeg of ik wel echte passie ken. Het lijkt namelijk het geval dat het ‘moet’ betekenen dat je ergens helemaal voor gaat – de ‘going all in’ uit de ondertitel (zie plaatje cover) en daar dan dus ook succes mee hebt. Ik ben weliswaar een gedreven adviesrapportenverbeteraar en dat legt me geen windeieren, maar ‘all in’? Nee – ik had het hierboven al over mijn twee werelden; ik ben ook in de sport zeer gedreven – maar succes? Mwah, het is maar hoe je dat definieert. Daar gaat het me juist niet alleen om. Het kenmerkt mij sowieso dat ik niet ‘all in’ ga. Dat moet toch ook niet?

Daardoor vond ik dit boek dus wel wat vervreemdender dan Peak Performance, al herkende ik ook nu weer veel, van mijzelf en van de mensen met wie ik, in beide werelden, werk. Interessantste gezichtspunt vond ik dat Stulberg en Magness verschillende soorten passie onderscheiden:

  • Gezonde passie is waarde-gedreven en kenmerkt zich door zelfreflectie: is dit inderdaad het leven dat ik wil leven, sla ik niet door? Immers, passie is ongebalanceerd, dat kan niet anders. Dat brengt risico’s met zich mee, en bij gezonde passie houd je die goed in het oog.
  • Bij ongezonde passie is er te weinig zelfreflectie en is de drijfveer niet zozeer meer de diepere waarde, de activiteit omwille van zichzelf, maar ofwel angst ofwel de behoefte aan externe bevestiging: aan scoren, succes, roem en eer. Een uit intrinsieke behoefte ontstane passie kan makkelijk in een ongezonde veranderen, bijvoorbeeld zodra het succes gaat komen. Dat succes kan verslavend zijn, maar ook kan juist dan faalangst de kop opsteken.

Zeer herkenbaar – ik weet van mezelf in elk geval dat mijn streven mijn werk goed te doen voort kan komen uit de angst te mislukken, of uit een hoge professionele standaard als waarde die ik wil realiseren in mijn leven. Ogenschijnlijk is er nauwelijks verschil, maar voor mijn geestelijke gezondheid verschilt het dag en nacht.

Wat Stulberg en Magness hier doen, is antwoord geven op de kritiek die ik op hun vorige boek had. Ik schreef in juli 2017 dat Peak Performance onvoldoende inging op de schaduwzijden van de topprestatie: de eenzijdigheid, de schade aan lichaam en relaties. Ik was vast niet de enige die dat naar voren bracht, en ik vind het fraai dat de auteurs zo snel daar dit boek tegenover hebben gesteld.

Opnieuw heb ik het met veel plezier gelezen: ze schrijven echt bijzonder goed. Het is inhoudelijk rijk, door veel literatuur en interviews met (ervarings-)deskundigen, en zeer toegankelijk opgeschreven. Ook in dat opzicht vind ik Stulberg en Magness inspirerend!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP
  • Komma’s uit de jaren ’70

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (550)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑