↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Allerindividueelste expressie

Louise Cornelis Geplaatst op 8 januari 2010 door LHcornelis8 januari 2010  

Terwijl ik Schrijfwijzer voor het web. Tactieken en technieken voro creatief schrijven op internet van Chrétien Breukers en Merel Roze las, bekroop me een vaag gevoel van onvrede, zo van: ‘hier klopt iets niet’. Ik kon het niet helemaal plaatsen. Het is best een leuk boek namelijk, over de mogelijkheden van schrijven op het internet voor mensen met creatieve schrijfambities. Het behandelt na een geschiedenisje van het web (dat ik overigens wat eigenzinnig vind, want ‘web 3.0’ zou al aangebroken zijn) en wat algemene uitgangspunten van schrijven voor het web de mogelijkheden om weblogs, Twitter, forums, sociale-netwerksites en dergelijke te benutten voor creatieve tekstsoorten.

Hoe schrijf je bijvoorbeeld een Twittersoap? Zo heel concreet wordt dat trouwens niet, want het boek laat vooral zien wat voor creatieve en succesvolle dingen anderen, inclusief de auteurs, eerder op het web gedaan hebben. Dat is natuurlijk altijd lastig aan boeken over creatief schrijven: echte creativiteit bestaat uit het bedenken van iets wat anderen nog nooit gedaan hebben, en staat dus niet in een boek. Ik vind het boek daarom sowieso (puntje van onvrede 1) te weinig creatief, ja, ik zou zelfs zeggen: te zakelijk. Eén van de onderwerpen is bijvoorbeeld zelfs ‘Hoe profileer ik mezelf als merk?’

Maar dat is niet alles. Ik had mijn onvrede nog niet helemaal scherp voor ogen toen mijn oog viel op een stukje in Tekstblad waarvan ik dacht: ‘Bingo – dat is het precies’. Aanleiding is dat Tekstblad, zoals ik gister ook al schreef, niet op papier kan voortbestaan en onderzoekt of een internettoepassing een alternatief is. De redactie discussieerde daarover en die discussie staat in een artikel. In dat artikel (p. 7) zegt Margot van Mulken:

Het [ internet, in het bijzonder Web 2.0 – LC ] is [ … ] niet echt een communicatiemiddel, maar vooral een expressiemiddel. Iedereen kan altijd en overal zichzelf op elk gewenst moment publiek maken. Maar dat betekent helemaal niet dat iedereen altijd en overal gelezen wordt. Je kunt jezelf wel publiek maken, maar er is geen publiek. Interactie? Ben je gek. Reageerders op internetpublicaties, dat zijn individuen die in de marge ik-statements producderen. Maar dat is geen interactie. Er ontstaat geen meerwaarde in de som van alle individuele delen.

Dat is een fraaie verwoording van mijn vage ‘kriebel’ bij al die enthousiaste web-verhalen. Het perspectief is altijd: wat kun je allemaal lekker kwijt op internet? Ik mis enerzijds een analyse van hoe je lezers echt bereikt. Communicatie is immers niet het lukraak het wereldwijde web opslingeren van boodschappen.

En anderzijds mis ik hoe je échte interactie creëert. Dat is inderdaad, zoals Van Mulken zegt, iets anders dan alleen maar reageren. Want, zo zeg ik altijd maar, naar een papieren medium kun je ook een ingezonden brief sturen. Maar hoe creëer je een community?

Maar ach, misschien zijn dat allemaal helemaal geen overwegingen voor de meer dan een miljoen hobby-schrijvers die Nederland telt (bron). Die willen gewoon lekker schrijven. En daartoe biedt Internet natuurlijk inderdaad talloze mogelijkheden. Met hun allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie staan ze bovendien in een literaire traditie die veel ouder is dan het wereldwijde web.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Mijn naam in Tekstblad

Louise Cornelis Geplaatst op 7 januari 2010 door LHcornelis7 januari 2010 1

Het voortbestaan van mijn vakblad Tekstblad bungelt aan een zijden draadje. Dat is al eens eerder het geval geweest, en toen heb ik een klein beetje meegedacht over de voorwaarden voor de continuering ervan. Dit keer niet, ik wist van niets, totdat de recentste aflevering (nummer 5/6 van jaargang 15, 2009) op de valreep van het oude jaar in de bus viel. Ik voelde me toen eerlijk gezegd een beetje gepasseerd: ik ben al lang abonnee, heb er regelmatig voor geschreven en ben toch geen nobody in het vakgebied.

(Dat schrijven voor Tekstblad is trouwens alweer even geleden. Dat heeft ermee te maken dat ik mijn schrijfbakens wat heb verzet naar journalistiek werk en naar dit weblog, maar ook dat Tekstblad niet echt uitblinkt in het relatiebeheer met mij als auteur. Ook andere vakbladen waar ik wel eens voor heb geschreven kenmerken zich daardoor, en dat is gek eigenlijk, want dat schrijfwerk is echt liefdewerk-oud-papier. Ik schrijf voor Leven ook als vrijwilliger en daar gaat dat veel beter: al na één artikel kwam ik in aanmerking voor de kerstattentie. Maar dat terzijde.)

Een groot deel van dezeTekstblad gaat dus over de vraag of het nog wel kan voortbestaan. En in die artikelen word ik wél genoemd, twee keer nogalliefst. Op p. 42 zegt professor Steehouder over het nut voor de praktijk van inzichten uit de wetenschap:

De schrijfadvieswereld is bijvoorbeeld echt veranderd nadat Louise Cornelis haar onderzoek naar de functie van de lijdende vorm had gedaan; daar rust geen taboe meer op.

Erg leuk om te horen dat mijn promotieonderzoek (1997) nog ‘leeft’. Overigens betwijfel ik of Steehouder gelijk heeft, want ik kom juist nog veel ongenuanceerde adviezen tegen van het kaliber ‘vermijd de lijdende vorm’ (‘de lijdende vorm moet vermeden worden’ (-; ). Maar zelfs als de resultaten van mijn onderzoek niet tot elke uithoek van de praktijk zijn doorgedrongen mag ik concluderen dat het wel degelijk impact heeft gehad als iemand uit het vakgebied er na bijna 13 jaar nog eens op terugkomt. Dan is het niet voor niets geweest.

Op p. 48 word ik nog eens genoemd, tussen haakjes. Daar is Margreet Onrust aan het woord over de mogelijheid voor Tekstblad om online te gaan. Dan zou er een weblog aan gekoppeld kunnen worden ‘van een bekende communicatiekundige’ om ‘de gemoederen levendig’ te houden. En dan staat er:

(als voorbeelde noemde Onrust de weblog van Louise Cornelis).

Dat is dit dus! Wat leuk!

Er staat geen URL bij, dus voor de vakgenoten die hier zijn aanbeland op zoek naar dat weblog dat de gemoederen levendig kan houden – jahoor, dit is het! Alleen zijn jullie de secundaire doelgroep, niet de primaire, want dit weblog is in de eerste plaats bedoeld voor mijn opdrachtgevers en aanverwanten: schrijvende professionals. Maar wees welkom.

(En waarom moet ik nou de hele tijd aan Professor Akkermans denken? Ik wil toch helemaal geen minister worden?)

Geplaatst in Leestips, Opvallend | 1 reactie

Communicatielogica voor gevorderden

Louise Cornelis Geplaatst op 8 december 2009 door LHcornelis8 december 2009  

Voor degenen die niet terugschrikken van tamelijk abstracte logica, zoals bijvoorbeeld gehanteerd in het schrijven en maken van presentaties bij McKinsey: http://stickyslides.blogspot.com/2009/12/mckinsey-flashback-logic-rhetoric-and.html is een interessante blogpost, soort overzichtsartikel van die logica. Máár zie wel mijn comment.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Woordjes leren

Louise Cornelis Geplaatst op 7 december 2009 door LHcornelis7 december 2009  

Afgelopen zaterdag vertelde ik over de hoge verwachtingen die mensen hebben van de Sinterklaasdichtkunst van Neerlandici. Nou denkt waarschijnlijk niemand serieus dat je bij de studie Sinterklaasgedichten leert schrijven, maar het past toch wel in het rijtje ‘gekke dingen die je hoort als student/afgestudeerde Nederlands’. Hier zijn er twee uit mijn studententijd:

  • “Studeer je Nederlands? Maar dat spreek je toch al?”
  • “Hoezo Nederlands – je kon toch zo goed leren?” Met als variant: “Hoezo Nederlands – daar word je toch alleen maar werkloos mee?” Deze hoorde ik vooral in de TU-kringen waar ik door het vriendje tijdens mijn studietijd veel in verkeerde.
    Nou, jongens, goed leren kan ik nog altijd, ik ben nog geen dag werkloos geweest, en ik ben blij dat ik me niet onder invloed van bijvoorbeeld de Kies-Exact-campagne naar de TU heb laten drijven. Mijn vak moet gaan over mensen. Dat vriendje studeerde af op krimp- en kruipgedrag van betonnen bruggen, en dat was op zich best wel interessant, maar niet voor de hele dag en de rest van mijn leven.

Op diezelfde zaterdag kwam ik in een boek dat ik las (en die dag bijna in één adem heb uitgelezen) nog een schitterende tegen. Dat was in Boven is het stil van Gerbrand Bakker. De hoofdpersoon, Helmer, is een boerenzoon uit West-Friesland die in Amsterdam Nederlands gaat studeren. Zijn broer Henk neemt de boerderij over en is daarmee pa’s lievelingetje. De manier waarop die vader Helmers studie beschrijft schetst Helmers benauwdheid in en afwijking van het ouderlijk milieu. Volgens pa gaat Helmer namelijk naar Amsterdam om daar ‘woordjes te leren’. En als zijn broer overlijdt, moet Helmer daar dus maar gauw mee ophouden.

Meestal zijn mijn boekentips vakboeken, maar dit keer raad ik een roman aan – gewoon omdat Boven is het stil zo mooi is.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

De overheid communiceert aan ons

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2009 door LHcornelis3 december 2009  

Volgens mij kun je alleen communiceren met iemand, niet aan, naar of tegen iemand. En je kunt volgens mij ook niet iets communiceren, alleen maar over iets. Anders gezegd: communiceren is tweerichtingsverkeer. En nee, dit wordt niet alwéér een post waarin ik een taalergernis ga spuien, ook al erger ik me regelmatig over een boodschap communiceren aan.

Nee, ik wil het hebben over het boek Nieuwe aanpak in overheidscommunicatie. Mythen, misverstanden en mogelijkheden, van Bert Pol en Christine Swankhuisen en Peter van Vendeloo (overheids communicatie staat er op de voorkant, maar ik zal verder niet zeuren). Vanuit mijn interpretatie van het woord communicatie verwachtte ik dus iets over de manier waarop de overheid met ons communiceert, en dat leek me wel interessant. Ik had onder andere verwachtingen over de manier waarop de overheid interactieve webtoepassingen inzet, dat leek me wel vernieuwend.

Het duurde niet heel lang voordat tot me doordrong dat mijn verwachtingen verkeerd waren, en dat ik geen boek over communicatie zat te lezen, maar over iets wat ik voorlichting zou noemen: eenrichtingsverkeer, waarin de overheid probeert het gedrag van burgers te beïnvloeden. Ergens rond pagina 18 ging het kwartje bij mij vallen, door een formulering als ‘communicatiecampagnes gericht op grote groepen’. Aha, het gaat over Postbus 51, zeg maar. Wat jammer. Nouja, kwestie van verwachtingen bijstellen en verder lezen. En is het woord voorlichting taboe?

Gaandeweg dat verder lezen ging ik denken: door geen helder onderscheid te maken voorlichting en communicatie ontstaan problemen. Dat versluiert namelijk, en beperkt het zien van oplossingsmogelijkheden. Want in de loop van het boek blijkt hoe ontzettend problematisch voorlichting/communicatie is als middel om burgers te beïnvloeden. Ik licht er één klein dingetje uit.

Aan het inleiding van het boek staat ‘Waardoor, wanneer, onder welke omstandigheden en met welke technieken is communicatie in staat tot beïnvloeding van gedrag, attitudes en kennis?’ Nou, zit ik dan te denken, daar is communicatie heel goed in. Dé manier om echt iets te veranderen, is met persoonlijke begeleiding. Afvallen doe je met behulp van een diëtiste, je leven of werken veranderen met een therapeut of coach, en sporten met een personal trainer. Persoonlijke communicatie is de sleutel tot veranderen. Maar daar gaat het dus niet over.

Wel gaat het in het boek over interactie: groepsbijeenkomsten en internettoepassingen. Dat zijn duidelijk ondergeschoven kindjes en alleen maar probleem-probleem-probleem. Dat is al te zien in de inhoudsopgave. Het betreft hoofdstuk 10 en 11, helemaal achteraan, en paragraaftitels zijn bijvoorbeeld ‘Persoonlijke communicatie met groepen: het middel is vaak erger dan de kwaal’, ‘schadelijke groepsdynamische effecten’, ‘Maakt internetgebruik mensen minder sociaal?’ en ‘Internet: geen wondermiddel’.

Als je vanuit ‘communicatie = voorlichting’ denkt, is dit begrijpelijk: internet en groepsbijeenkomsten zijn daar een afgeleide van. Maar als je het omdraait, en uitgaat van ‘communicatie = tweerichtingsverkeer, zeker als het gaat om gedragsbeïnvloeding’, dan zouden dit bij wijze van spreken hoofdstuk 1 en 2 moeten zijn. De centrale vraag zou dan zijn: op welke manier is het effect van persoonlijke communicatie te bereiken met de middelen die de overheid tot haar beschikking heeft?

Dan krijg je dus een heel ander verhaal, en volgens mij zou dat heel veel nieuwe inspiratie bieden. Dan zou je dus bijvoorbeeld gaan zien dat iemand van de afdeling communicatie, die is opgeleid om voor te lichten, niet de beste persoon is om een groepssessie te leiden. Een ambtenaar met verstand van het dossier ook niet. Een groep in goede banen leiden is een vak. En internet is misschien geen wondermiddel, maar wel een manier om door middel van een community een nieuw soort sociale verhouding te creëren waarin nieuwe vormen van beïnvloeding mogelijk zijn. Die ontstaan nu zonder dat de overheid er wat mee kan, met alle gevolgen van dien. Voor rond de recente vaccinatiecampagnes tegen griep en baarmoederhalskanker keek de overheid machteloos toe hoe er op internet werd getwijfeld aan het nut en de veiligheid van de vaccinaties.

Zo lang de overheid denkt dat zij ‘communicatie’ van bovenaf kan bepalen, blijft het modderen. Want dat wordt ook wel duidelijk in het boek: voorlichting is ontzettend lastig. Er staat eigenlijk maar één voorbeeld in van een echt succesvolle campagne, die over de Bob. Het boek bevat veel theorie over gedragsbeïnvloeding en ook daaruit blijkt dat het bijvoorbeeld heel lastig is om automatisch gedrag van mensen met weinig betrokkenheid bij het onderwerp te veranderen, zeker als ze laag opgeleid zijn. Het overzicht van die literatuur is heel nuttig.

De auteurs prikken vooral heel veel vastgeroeste ideeën over overheidsvoorlichting door, om zo ruimte te maken voor nieuwe benaderingen. Eén zo’n vastgeroest idee is bijvoorbeeld dat jip-en-janneketaal de oplossing is van het communicatieprobleem. Met instemming lees ik hoe de auteurs dat en andere gangbare opvattingen verwerpen. Maar hoe het er in de praktijk dan wel uit zou moeten zien, blijft schimmig: de inzichten uit de wetenschappelijke literatuur moeten nog naar de praktijk vertaald worden.

En wat mij betreft had dus één centraal idee ook nog doorgeprikt moeten worden: dat communicatie en voorlichting hetzelfde zijn, c.q. dat communicatie iets is wat de overheid eenzijdig bepaalt en vormt. Jammer dat dat niet gebeurd is.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Twitteratuur

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2009 door LHcornelis3 december 2009  

Leuk: de wereldliteratuur op z’n twitters.

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Leukigheidjes

Louise Cornelis Geplaatst op 23 november 2009 door LHcornelis23 november 2009  

Afgelopen vrijdag postte ik een taalergernis, dus ik dacht: laat ik vandaag ter compensatie een paar leukigheidjes posten:

  • Ik vind de reclame van Eneco erg leuk – met nederlandse uitdrukkingen waarin wind een rol speelt letterlijk in steenkolenengels vertaald. It does not lay them windeggs! (Terzijde over reclame: waar blijft de KPN met een nieuwe opvolger voor goeiemoggel, afdelingTransploft? De buffel gaat nou al erg lang mee en is wat flauw. Of is-ie uitgemolken? En als ik het dan toch over reclame heb: de overheid kan nog wel wat leren, want de ‘Het begint met taal’-spot was terecht geen lang leven beschoren).
  • Ander leukigheidje: de Taalunie geeft elk jaar een krantje uit over taal, Taalpeil. De editie van dit jaar, eind oktober verschenen, gaat over taalvariatie: al die verschillende soorten Nederlands, in Nederland, Vlaanderen en Suriname. Het is een leuk, leesbaar blaadje en het staat vol met feitenmateriaal – en het is ook online te verkrijgen!
Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Wetenschappelijke teksten tussen saai en stijlvol

Louise Cornelis Geplaatst op 19 oktober 2009 door LHcornelis19 oktober 2009 1

Interessante discussie in NRC Handelsblad. Die begon in september met publicatie van een lezing van Marita Mathijsen waarin zij betoogt dat wetenschappelijke teksten ervan zouden opknappen als de schrijvers zich zouden bedienen van meer literaire middelen: persoonlijker, meer stijlfiguren en retorische middelen, een grotere helderheid, meer creativiteit.

Afgelopen zaterdag stond er een reactie van Ad Lagendijk in de krant. Hij betoogt dat wetenschappelijk proza juist zo stereotiep mogelijk moet zijn, opdat bijvoorbeeld ook lezers waarvan Engels (want daarover gaat het natuurlijk vooral) niet de moedertaal is ermee uit de voeten kunnen. Wetenschappers leren juist een kenmerkend soort clichés aan, steriel en vol met jargon. Buitenstaanders vinden dat maar niks, maar daar zijn zulke teksten dan ook niet voor geschreven.

Mathijsen reageert op haar beurt weer. Zij verduidelijkt dat ze niet pleit voor ‘mooischrijverij’, maar in de eerste plaats voor helderheid. Daarnaast is beheersing van stijl en kunnen variëren gewoon vakmanschap.

Ik ben geneigd om met Mathijsen mee te gaan. Mij valt op aan onervaren wetenschappelijke schrijvers (en overigens ook in het bedrijfsleven) dat zij een overtrokken idee hebben van neutraliteit en objectiviteit. Mathijsen schrijft dat élke schrijver, ook de allersaaise beta-schrijver, aan de lopende band beslissingen neemt over de positionering van de feiten in de tekst. Totale neutraliteit/objectiviteit bestaat bij schrijven niet (überhaupt niet, maar dat terzijde). Panische angst voor kleur bekennen leidt tot het meest kleurloze proza mogelijk. En daar zitten schrijvers hun lezers wel degelijk mee dwars.

Een paar jaar geleden las ik met een groepje post-HBO-studenten Nederlands een ‘echt’ wetenschappelijk artikel, hun eerste. Het ging om taalkunde. Het was in het Nederlands, dus dat was het probleem niet. En dom waren die studenten ook niet. Toch hadden ze enorme moeite gehad met het artikel. Ze konden feilloos aanwijzen waar hem dat in zat: de grote complexiteit van de zinnen. We namen er een paar onder de loep, en inderdaad: er zaten zinnen in van het type dat Mathijsen omschrijft als ‘schuurpapier’. Haar voorbeeldzin analyseert ze als volgt:

Driemaal ‘in’ binnen vijf woorden, daarna een beknopte bijzin met daarin nog een bijstelling gewrongen.

Wie heeft daar baat bij? Niemand toch? Ook iemand die een tekst leest in een taal die niet zijn moedertaal is.

Mij lijkt het een zaak van vakmanschap om complexe gedachten begrijpelijk op te schrijven. Want dat was de indruk van de studenten, en ik moest hen gelijk geven: iemand die zo ingewikkeld schrijft, wil vooral heel slim overkomen. Dat anderen gaan denken: tsjonge, wat ingewikkeld, zeg, wat heeft die man complexe gedachten!

Anders gezegd: er zit veel egovertoon in wetenschappelijke teksten. En/of angst, voor subjectiviteit of om niet serieus genoeg genomen te worden. Plus wat groepsgedrag: ‘wie dit kan lezen, hoort bij onze club’. Dat zijn op zich legitieme belangen van de schrijver. Van de _schrijver_. Een lezer is meer gebaat bij waar Mathijsens voor pleit: stijl.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | 1 reactie

Positief geluid

Louise Cornelis Geplaatst op 15 oktober 2009 door LHcornelis15 oktober 2009  

In de afgelopen weken verscheen er een artikel in de krant waarvan ik dacht: goh, dat zou ik op dit weblog wel letterlijk willen overnemen, zo leuk – eindelijk eens iets positiefs over de schrijfvaardigheid van ‘de jeugd van tegenwoordig’. Welnu, overnemen hoeft niet, want het staat online: http://www.nrcboeken.nl/nieuws/revolutie-iedereen-schrijft-nu-voor-de-lol

Lezen!!! Helemaal mee eens: ‘ze’ schrijven niet slechter dan wij, ze schrijven alleen ánders – ze kunnen dingen die wij niet kunnen, en zeker niet deden toen wij zo jong waren.

(Jammer dat er niet bijstaat welk artikel uit Reading and Writing bedoeld wordt; ik heb dat nu niet kunnen vinden. De Stanford Study of Writing wel.)

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Leestip: simpel schiet door

Louise Cornelis Geplaatst op 21 september 2009 door LHcornelis21 september 2009 1

Vorige week zaterdag stond er in NRC Handelsblad een interview waarin neerlandicus Peter Zuijdgeest de stelling verdedigt dat de overheid doet alsof heel Nederland laaggeletterd is. De roep om simpele overheidsteksten is volgens Zuijdgeest te ver doorgeschoten: hoger opgeleiden nemen de teksten niet meer serieus, en de complexe werkelijkheid is niet altijd in jip-en-janneke-taal uit te leggen.

Interessant artikel, en ik kan me in Zuijdgeests betoog goed vinden. Ik hoor zelf de roep om steeds simpeler taal niet zo vaak, maar wel een vergelijkbare: het moet op 1 A4 passen. Dan zeg ik wel eens: ik ben blij dat Einstein dat niet heeft gedaan met de relativiteitstheorie, want dan had écht niemand het begrepen.

En naast de overheid kan ook het bedrijfsleven er wat van. Zuijdgeest geeft voorbeelden van een woordenlijstje waarin terrorisme en radicalisering worden uitgelegd; alle voorheen-Postbankklanten kregen een woordenlijstje van de ING waarin stond uitgelegd dat hun giroafschrift voortaan rekeningafschrift zou heten. Daar heb ik toen toentertijd ook hartelijk om gelachen.

Moraal: simpel is goed, maar te simpel niet.

Geplaatst in Leestips | 1 reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Een middag bij de bond
  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (551)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑